Let op:
Batterijen mogen alleen geïnstalleerd wor-
den volgens het schakelschema en door
klantenservicecenters of specialisten die
goedgekeurd zijn door Diversey. Onjuiste
installatie of aansluiting kan leiden tot ern-
stige verwondingen, tot een explosie en tot
grote schade aan de machine en het mili-
eu.
Let op:
Neem ook de gebruiksaanwijzing van de
batterijfabrikant in acht.
Let op:
Tijdens het laden van de batterijen moet er
voor voldoende ventilatie gezorgd worden.
Let op:
Bij onderhoud van de batterijen moeten
deze van de machine worden losgekop-
peld!
Batterij aansluitschema
6 V batterijen
Charger
red
125A
black
12 V batterijen
Charger
red
125A
black
292
6 V
6 V
6 V
6 V
12 V
12 V
Opladen met een externe batterijlader
Elk type batterij en/of batterijfabrikant vraagt om een andere
laadkarakteristiek.
Let op:
Een verkeerde laadkarakteristiek of het
gebruik van een ongeschikte lader zal lei-
den tot voortijdige ontlading of een verkor-
te levensduur van de batterij.
Optionele on-board-laders zijn aangepast aan de grootte van
de batterij en omvatten meerdere laadcurves die vooraf in de
fabriek of door de TASKI servicemonteur zijn ingesteld voor
de aanbevolen batterijen. Deze bepaling is eveneens van toe-
passing bij het gebruik van stationaire (externe) laders.
Let op:
Permanent kort gebruik dat steeds ge-
volgd wordt door opladen kan de batterijen
permanent beschadigen. Geschatte waar-
de: Voor het opnieuw opladen van de bat-
terij moet deze tenminste ongeveer 20%
van de beschikbare capaciteit hebben af-
gegeven.
Let op:
Om een maximale levensduur van de bat-
terijen te bereiken moeten tractiebatterijen
2x per week een volledige laadcyclus (12-
16 uur) doorlopen.
Let op:
Indien de machine voor een langere tijde
niet wordt gebruikt, moeten de batterijen
een volledige laadcyclus doorlopen. De la-
der wordt vervolgens van de machine of
het net losgekoppeld. Batterijen zullen na
verloop van tijd spontaan ontladen. Afhan-
kelijk van het type moeten zij elke 3 tot 6
maanden worden herladen. Voordat de
batterijen opnieuw worden gebruikt, moe-
ten ze een volledige laadcyclus doorlopen.
Opladen met een externe lader
• Sluit de externe batterijlader aan op de accustekker van de
machine.
Let op:
Let erop dat de stekker tot aan de aanslag
ingestoken is om een goed elektrisch con-
tact te waarborgen.
NB:
Tijdens het laden zijn alle functies van de
machine uitgeschakeld.
Opladen met (optionele) On-board-lader
• De machine moet uitgeschakeld zijn.
• Sluit het netsnoer aan op een (langzaam afgeschermd)
stopcontact.
• Het gele lampje brandt continu tot ca.
90% van de batterijcapaciteit bereikt
is. Daarna knippert het lampje tot de
batterij volledig geladen is.
• Wanneer het laden is voltooid, brandt
het groene lampje.