Depuy Synthes CODMAN MICROSENSOR Bedienungsanleitung Seite 20

De verpakking van het apparaat is gemaakt van
recyclebare en niet-recyclebare materialen. Recycle
of verwijder al het verpakkingsmateriaal volgens de
procedures en richtlijnen van het ziekenhuis.
Aansluiting en nulinstelling van de MICROSENSOR
Transductor
LET OP: De transductor moet op nul worden
ingesteld bij atmosferische druk voordat de
transductor wordt geïmplanteerd.
1. Sluit de transductor met de juiste CODMAN-
interfacekabel aan op een compatibele CODMAN
ICP Monitor. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van de kabel voor informatie m.b.t. het steriliseren.
2. Sluit indien nodig de CODMAN ICP Monitor met
een CODMAN-patiëntmonitorinterfacekabel
aan op een beschikbaar drukkanaal op een
externe patiëntmonitor.
LET OP: Gebruik CODMAN-
patiëntmonitorinterfacekabels alleen bij
patiëntmonitors waarvoor ze specifiek zijn
ontworpen en bestemd.
3. Zet de externe patiëntmonitor op nul en kalibreer
deze volgens de bij de CODMAN ICP-monitor
meegeleverde instructies, en volgens de
instructies voor de externe patiëntmonitor.
4. Stel de katheter op nul in door het uiteinde van
de katheter plat in een ondiepe bak met steriel
water of een steriele zoutoplossing te leggen.
De bijbehorende steriele blaarverpakking, heeft
een gemarkeerde uitholling die geschikt is voor
deze procedure. Giet voldoende steriel water of
steriele zoutoplossing in het bakje, leg vervolgens
ten minste een 5 cm lang stuk van de katheter
horizontaal, net onder het oppervlak van het
steriele water of de steriele zoutoplossing.
LET OP: Dompel het uiteinde van de katheter
niet verticaal in een diepe bak of beker steriel
water of steriele zoutoplossing. Indien u dat
toch doet, wordt er een hydrostatische druk op
het diafragma van de sensor uitgeoefend die
groter is dan de atmosferische druk, wat leidt
tot een onjuiste nulreferentie.
5. Terwijl u het uiteinde van de katheter plat en stil in
een ondiepe bak met een steriele water of steriele
zoutoplossing houdt, stelt u de katheter in op nul
conform de aanwijzingen bij de ICP Monitor.
LET OP: De punt van de sensor moet nat
blijven tijdens het op nul instellen. LET OP: De
punt van de sensor mag niet worden bewogen
tijdens het op nul instellen. Als de sensor
wordt bewogen, kan dit door de CODMAN
ICP Monitor worden geïnterpreteerd als een
fluctuerend ICP-signaal waardoor de sensor
niet op nul kan worden ingesteld.
6. Noteer het uit 3 cijfers bestaande
referentienummer (indien beschikbaar) van
de ICP Monitor. Schrijf voor toekomstig
gebruik dit nummer op de behuizing van de
katheterconnector en op het patiëntendossier.
Algemene chirurgische procedure
Hieronder volgt een algemene richtlijn die uitsluitend
ter informatie bedoeld is. De chirurg kan details in de
procedure veranderen op basis van zijn of haar eigen
klinische ervaring en medisch oordeel. De CODMAN-
set voor craniale toegang wordt voor deze procedure
aanbevolen. Dit apparaat is niet ontworpen, wordt
niet verkocht en is niet bedoeld voor gebruik als
therapeutisch apparaat.
Het meten van de subdurale druk
1. Sluit na de craniotomie en het verwijderen van de
botflap de transductor aan en stel deze op nul in.
Zie het gedeelte Aansluiting en nulinstelling van de
MICROSENSOR Transductor.
2. Kies het boorgat waardoor de transductor
wordt geplaatst en schuin de rand af aan de
kant waar de transductor eruit gaat, zodat deze
gemakkelijker kan worden verwijderd.
3. Gebruik de Tuohy-naald voor het doorvoeren
onder de hoofdhuid van de plaats
van de craniotomie naar de gewenste
transductor-uitgangsplaats.
4. Verwijder het Tuohy-naaldstilet en leid de
transductor vanaf de tip van de naald tot de juiste
lengte. Zie afbeelding 2.
LET OP: De binnenhoeken van de Tuohy-
naald zijn scherp; wees voorzichtig bij het
doorvoeren van de katheter.
5. Verwijder de naald voorzichtig en schat de
lengte van de transductor van de tip naar de
eerste bocht.
6. Wanneer u klaar bent, vouwt u de transductor
terug op de gewenste buigplaats, zodat er een
knik in de katheter komt. Controleer of de knik
aan de andere kant van de transductor zit, gezien
vanaf het sensorelement van de transductor,
zie afbeelding 3.
7. Plaats de punt van de transductor op het
hersenweefsel onder de dura, tegenover het
afgeschuinde boorgat. De knik moet onderaan
het boorgat worden geplaatst, zodat het
sensorelement van de transductor tegenover
de cortex ligt, zie afbeelding 4.
LET OP: Positioneer, om precieze ICP-
metingen te garanderen, tijdens de bewaking
van de subdurale druk het sensorelement
van de transductorpunt in de richting van de
cortex.
LET OP: Plaats, om bewegingsartefacten te
voorkomen, de transductor onder de intacte
schedel.
8. Sluit de dura met een hechting volgens de
neurochirurgische standaardprocedure.
9. Plaats de botflap terug en sluit de incisie in
de hoofdhuid.
10. Bevestig de katheter aan de hoofdhuid. Maak,
om extra spanningverlichting te geven, een kleine
bocht met de katheter en zet die vast.
11. Sluit en verbind de plaats van de incisie.
Meting van de intraparenchymale druk
20