Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Geni Module - Grundfos MAGNA UPE 2000 Series Montage- Und Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MAGNA UPE 2000 Series:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 25

6.11 GENI module

Het GENI module biedt de volgende functies:
• Externe analoge 0-10 V besturing,
zie paragraaf 6.11.1.
• Externe gedwongen besturing,
zie paragraaf 6.11.2.
• Bus communicatie via GENIbus,
zie paragraaf 6.11.3.
• Besturing van dubbelpompen,
zie paragraaf 6.11.4.
6.11.1 Externe analoge 0-10 V besturing
Het GENI module heeft een ingang voor een externe
0-10 VDC analoge signaalgevers. Via deze ingang
kan de pomp door een externe regelaar bestuurd
worden, indien de pomp is ingesteld op een van de
volgende regelmethoden:
• Constante curve bedrijf.
Het externe analoge signaal zal de pompcurve in-
stellen in het bereik van de min. curve tot de geko-
zen constante curve overeenkomstig de karakte-
ristiek in afb. 17.
• Regeling op basis van drukverschil.
Het externe analoge signaal stelt de gewenste
waarde voor de opvoerhoogte van de pomp in tus-
sen gewenste waarde overeenkomstig de min.
pompcurve en de gewenste waarde die volgens
de karakteristiek in afb. 17 werd geselecteerd.
Bij een ingangsspanning lager dan 0,5 V werkt de
pomp volgens de min. pompcurve. De gewenste
waarde kan niet gewijzigd worden.
De gewenste waarde kan alleen worden gewijzigd
als de ingangsspanning hoger is dan 0,5 V.
Afb. 17
Max. gewenste waarde/
constante curve
H
m
Min. curve
0
1
2
3
4
5
6
NB:
• De ingang voor max. pompcurve moet open zijn.
• De ingang voor min. pompcurve moet gesloten
zijn.
6.11.2 Externe gedwongen besturing
Het GENI module is uitgerust met ingangen voor ex-
terne gedwongen besturingsfuncties:
• Max. pompcurve bedrijf.
• Min. pompcurve bedrijf.
Functiediagram: Max. pompcurve ingang:
De max. pompcurve ingang is alleen actief indien de
aansluitingen van de externe aan/uit ingang doorver-
bonden zijn.
Functiediagram: Min. pompcurve ingang:
De min. pompcurve ingang is alleen actief indien de
aansluitingen van de externe aan/uit ingang doorver-
bonden zijn en de ingang voor de max. pompcurve
open is.
6.11.3 Bus communicatie via GENIbus
Het GENI module biedt de mogelijkheid voor seriële
communicatie via een RS-485 ingang. De communi-
catie geschiedt volgens het GRUNDFOS bus proto-
col GENIbus, en biedt de mogelijkheid tot het aan-
sluiten op het GRUNDFOS Pomp Management Sy-
Ingestelde waarde/
steem 2000, een gebouwen beheersysteem of een
constante curve
ander soort extern besturingsysteem.
Via het bussignaal kunnen de bedrijfsparameters
van de pomp, zoals de gewenste waarde, tempera-
tuur beïnvloeding, bedrijfsstand, etc., worden inge-
steld. Tegelijkertijd kan de pomp informatie geven
over belangrijke parameters, zoals actuele opvoer-
hoogte, actuele volumestroom, opgenomen vermo-
gen, storingsmeldingen, etc.
Voor meer details raadpleeg de bedieningshandlei-
ding voor het GRUNDFOS Pomp Management Sy-
steem 2000 of neem contact op met GRUNDFOS.
7
8
9
10
U
V
NB: Indien de pomp via een bussignaal wordt be-
stuurd, wordt het aantal beschikbare instellingen op
het bedieningspaneel van de pomp of via de R100
gereduceerd.
De gewenste waarde en de bedrijfsstand kunnen al-
leen via het bussignaal ingesteld worden. Het bedie-
ningspaneel op de pomp en de R100 kunnen alleen
de pomp op max. pompcurve zetten en de pomp uit-
schakelen. Echter een R100 is noodzakelijk wanneer
er aan de pomp een nummer dient te worden toege-
wezen. Zie eveneens paragraaf 7.8 Prioriteit van in-
stellingen.
Max. pompcurve
H
Normaal bedrijf
Q
H
Max. pompcurve
Q
Min. pompcurve
H
Normaal bedrijf
Q
H
Min. pompcurve
Q
179

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis