Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Philips Respironics AF811 Gebrauchsanweisung Seite 26

Gel full face mask
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für AF811:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 10
• Bij een lage CPAP- of EPAP-druk kan de stroom door de uitademingspoort onvoldoende zijn om al
het uitgeademde gas uit de slang te verwijderen. Het is mogelijk dat dit opnieuw ingeademd wordt.
• Bij gebruik van dit masker moet een druk van ten minste 3 cm H
• Dit masker mag niet worden gebruikt bij patiënten die onwillig of verdoofd zijn, niet reageren of het
masker niet kunnen verwijderen.
• Dit masker wordt niet aanbevolen als de patiënt een medicijn heeft voorgeschreven gekregen dat
overgeven kan veroorzaken.
• Als een aanvullend uitademingshulpmiddel wordt aangesloten op het patiëntcircuit, zult u het
drukniveau mogelijk moeten aanpassen om te compenseren voor de extra lekkage bij het
uitademingshulpmiddel.
• De vorm van het gelmasker kan niet worden aangepast. Probeer niet om het masker te verhitten.
• Vóór gebruik met de hand wassen. Inspecteer het masker op schade of slijtage (barsten,
craquelépatroon, scheuren, schade aan het kussen met als gevolg blootstelling van gel enz.).
Gooi beschadigde onderdelen weg en vervang ze naar vereist.
• Dit masker is uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik en mag na gebruik bij de patiënt niet
worden gedesinfecteerd of gereinigd. Werp het masker na gebruik bij een patiënt weg. Gebruik bij
meerdere patiënten zonder desinfectie tussen patiënten vergroot het infectierisico.
• Dit masker is niet bestemd voor hergebruik. Respironics kan de prestatiespecificaties niet
waarborgen nadat dit masker na gebruik bij een patiënt is gedesinfecteerd of gereinigd.
• Gebruik van een neusmasker of volledig gezichtsmasker kan tand-, tandvlees- of kaakpijn
veroorzaken of een bestaande tandheelkundige aandoening doen verslechteren. Raadpleeg uw arts
of tandarts als u symptomen ondervindt.
• De afvoerklep niet blokkeren of proberen af te sluiten.
Contra-indicaties
Dit masker is mogelijk niet geschikt voor gebruik bij personen met de volgende aandoeningen:
verzwakte functie van gastro-oesofageale sfincter, overmatige reflux, verzwakte hoestreflex
en hiaathernia. Het mag niet worden gebruikt bij patiënten die onwillig of verdoofd zijn of niet
reageren of het masker niet zelf kunnen verwijderen.
Vóór gebruik
• De instructies volledig lezen en begrijpen.
• Was het masker met de hand.
• Reinig het gezicht van de patiënt.
• Ga na of het masker en het hoofdstel de juiste maat hebben.
• Als er een neus-maagsonde of vergelijkbaar hulpmiddel is
geïnstalleerd, moet u het optionele afdichtingskussen voor de
neus-maagsonde gebruiken. Plaats het kussen met de platte kant
tegen het gezicht van de patiënt en met de C-vormige opening
rond de sonde.
• Controleer vóór gebruik of het therapieapparaat, d.w.z. het
beademingsapparaat inclusief de alarm- en veiligheidssystemen, is
gevalideerd.
• Controleer de werking van de luchtafvoerklep zoals hieronder
beschreven.
• Inspecteer het masker en vervang het als het kussen is verhard
of gescheurd of als er onderdelen zijn beschadigd.
• Controleer de drukinstelling(en) van het therapietoestel.
Reinigingsinstructies
1. Was het masker op de hand in warm water met een mild
vaatwasmiddel.
Let op: Gebruik uitsluitend een mild vloeibaar afwasmiddel.
Gebruik geen bleekmiddel, alcohol of reinigingsmiddelen
met bleekmiddel of alcohol, of reinigingsoplossingen met
conditioners of vochtinbrengende middelen.
2. Grondig spoelen en volledig aan de lucht laten drogen vóór gebruik.
42
O (hPa) worden gehandhaafd.
2
A
H
B
G
F
E
C
D
Afbeelding 1
A = CapStrap
B = voorhoofdsteun en
voorhoofdkussen
C = wartelclip
(kogel en fitting)
D = symbool en waarde
maskerlekkage
E = luchtafvoerklep met
verseluchtinlaat
F = gezichtsplaat
met gelkussen
G = voorhoofdsarm met
vier standen
H = hoofdstelband
Luchtafvoerklep
1. Kijk naar de flap van de luchtafvoerklep aan de binnenkant van het elleboogstuk van
het masker.
2. Controleer met de luchtstroom uitgeschakeld of de flap van de luchtafvoerklep plat ligt zodat
er kamerlucht door de verseluchtinlaat van de klep kan stromen.
3. Als de luchtstroom is ingeschakeld, moet de flap de verseluchtinlaat bedekken en moet de
lucht van het CPAP- of bi-niveau-apparaat in het masker stromen.
4. Probeer niet om de verseluchtinlaat in de elleboog te blokkeren of af te dichten.
Zorg dat de afvoerklep niet wordt geblokkeerd door afscheiding en dat de flap droog is.
Vervang het masker als de flap niet goed werkt.
Leksymbool en poortinstellingen
Sommige beademingsapparaten kunnen een leksymbool en waarde hebben in de
instelprocedures van de maskerselectie. De lekeigenschappen van dit masker worden
aangegeven door het leksymbool ( ). Het leksymbool en de waarde vertegenwoordigen
de intentionele lekeigenschappen van de interface. Bij beademingsapparaten met een
maskerselectieregelaar voert u de leksymboolwaarde ( ) in die overeenkomt met de
leksymboolwaarde op het masker.
Verkrijgen van de juiste passing
1. Druk het masker licht tegen het gezicht van de patiënt en schuif het CapStrap-hoofdstel over
zijn of haar hoofd. Bevestig de kogels van de wartelclips nadat het hoofdstel is geplaatst met
de hoofdstellipjes naar buiten.
2. Stel de voorhoofdsarm zo af dat er een minimale druk van het masker op de neusbrug is en
de lekkage bij het maskerkussen zo klein mogelijk is. De laagste stand geeft de hoogste druk
op de neusbrug en sluit het maskerkussen het beste af. De hoogste stand geeft de laagste
druk op de neusbrug en sluit het maskerkussen het minst af.
3. Sluit het patiëntcircuit (uitademingshulpmiddel en flexibele slang)
aan op de maskerelleboog met de luchtafvoerklep.
4. Haal de hoofdstellipjes op het bovenste bandje van de CapStrap los
en verstel ze geleidelijk totdat het masker comfortabel zit met zo min
mogelijk lekkage bij het maskerkussen.
NIET TE STRAK AANTREKKEN. Haal de hoofdstellipjes bij de wartelclips
los en verstel ze geleidelijk totdat het masker comfortabel zit met
zo min mogelijke lekkage bij het maskerkussen. NIET TE STRAK
AANTREKKEN.
5. Schakel het niet-invasieve beademingsapparaat in. Laat de patiënt normaal ademhalen.
6. Verricht de laatste afstellingen op alle afstelpunten om een minimale lekkage te verkrijgen
terwijl het masker comfortabel past.
NB:
• Stel de spanning van de bandjes opnieuw af als er lekken zijn wanneer de patiënt van
positie verandert.
• De bandjes niet te strak aantrekken. Te strak aantrekken kan lekken veroorzaken of verergeren.
Het hoofdstel aansluiten en loskoppelen
Het ontwerp van het CapStrap-hoofdstel biedt meer plaatsingsopties en groter comfort.
Dit masker kan ook worden gebruikt met het vierpuntshoofdstel met wartelclips (REF 1015788).
Afbeelding 2
43

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis