Technische Gegevens - Ottobock 28L20 Gebrauchsanweisung

2 Indicatie en werking
Behandeling van heupdysplasie Typ IIb volgens Graf, restdysplasie bij conservatief gereponeerde
heupluxaties.
De indicatie wordt door de arts gesteld.
De werking van de orthese volgens het Hoffmann-Daimler-principe is al decenia succesvol geb-
leken. Vanaf het moment dat het kind vrij begint te staan dient men rekening te houden met de
narijping en de ontwikkeling van pandak tot aan de 18de levensmaand.
Advies
De heupspreidorthese is voorzien voor kinderen in de leeftijd tussen 6 en 18 maanden.
Aanwijzing
Neem de indicatieperiode in acht, omdat de stabiliteit van de componenten van het
onderdeel en dus ook de veiligheid van de patiënt daarna niet meer gegarandeerd kun-
nen worden.
3 Onderdelen
Het heupspreidorthese 28L20 is in één maat leverbaar en bestaat uit volgende elementen (afb. 1):
(1) 29L48=LI/RI binnenste condylen manchet
(2) 29L48=LA/RA buitenste condylen manchet
(3) 29L51=40 Spreidstuk
(4) 29Y27=M4×6 bout
(5) 21Y136=38-7 klittenband met passant
(6) 29L56 rubber manchet
(7) 29L103 abductie unit
(8) 29L50=L/R polstering voor de condylen
(9) 709S10=2.5 inbussleutel 2,5 mm
(10) 501Z24=M4×4.5 Platkopschroef met inbus 2,5 mm

4 Technische gegevens

De anatomisch gevormde bovenbeenschalen zijn in twee gesplitst en voorzien van een paral-
lelle breedte-instelling wat een preciese aansluiting aan het bovenbeen en een goede pasvorm
garandeert. Door de wig tussen de condylen vermijdt men grotendeels het afglijden van de or-
these. De condylenschalen kunnen over een afstand van 55 mm versteld worden. Men kan de
wijdte van beugel instellen door het losdraaien van de beide inbusschroeven (2,5 mm). Het is
mogelijk de condylenschalen thermoplastisch na te vormen. De Pedilin® polstering wordt na de
eerste aanpassing in de schaaltjes vastgelijmd. Voor het sluiten van de orthese heeft men een
klittenbandsluiting met pluisband aangebracht. In de knieholte kan men ook een polstering met
de klittenbandsluiting fixeren.
Tussen de mediale condylenmanchetten en de abductie-unit heeft men twee kogel gewrichten
aangebracht. De bewegingsuitslag hiervan is begrensd tot 45 graden. Ze worden beschermd
door de twee rubberen manchetten.
De mediale ligging van de abductie-unit is biomechanisch gezien kenmerkend voor deze orthese
en verhindert het verdraaien van de condylenmanchetten aan het bovenbeen.
De heupabductie-orthese is gemakkelijk schoon te houden en is bestand tegen water.
16 | Ottobock 28L20