Verhelpen Van Storingen - JUKI HZL-F series Gebrauchsanleitung

Verhelpen van storingen

Als er zich problemen voordoen tijdens het naaien, kijk dan of u de instructies van deze handleiding correct uitvoert.
Als uw probleem blijft bestaan, kan onderstaande tabel u helpen met uw probleem.
Probleem
● De machine stopt plotseling.
(Terwijl u het handwiel wel
met de hand kunt draaien.)
● De machine gaat niet naaien
wanneer u hem start.
● De machine naait niet als u
op de start/stop knop drukt.
(Dit is het geval wanneer het
naailicht nog steeds brandt.)
● Naald breekt.
● Lawaai of een scherp geluid
terwijl u naait.
● Geen stoftransport.
● De naald kan niet worden
ingeregen. (Dit is het geval
wanneer de naaldinrijger
niet draait.)
● De haak van de naaldinrijger
gaat niet door het oog van
de naald.
153
Oorzaak
● De machine naait continu op langzame
snelheid. (De machine heeft een
mechanisme om automatisch de machine
af te laten slaan om oververhitting van de
motor te voorkomen.)
● De naaivoet is in de hoogste positie.
● De naald raakt de naaivoet omdat een
verkeerde naaivoet is gemonteerd.
● De naald valt in de grijper terwijl u begint
met naaien.
● De relatie naald, garen en stof is niet
juist.
● De naald is krom of niet juist bevestigd.
● De naaldklemschroef is niet goed
vastgedraaid
● De verkeerde naaivoet wordt gebruikt
voor een bepaalde steek.
● Stof of stofresten hebben zich onder de
transporteur opgehoopt.
● Stof of stofresten hebben zich in de
grijper opgehoopt.
● De steeklengte staat op "0".
● Zachte stoffen zoals handdoeken worden
genaaid.
● De transporteur is verzonken. (De
transporteurknop staat naar rechts.)
● De naald is niet in de hoogste positie.
(Wanneer de naald niet in de hoogste
positie staat zal de naaldinrijger niet
draaien. Dit om beschadigingen aan de
haak te voorkomen.)
● De naald is niet hoog genoeg ingestoken.
Oplossing
● Zet de machine uit en wacht
een tijdje (ca. 10 minuten).
Het veiligheidsmechanisme
schakelt uit en de machine zal
weer normaal werken.
● Breng de naaivoet omlaag en
begin met naaien.
● Gebruik de juiste naaivoet bij de
geselecteerde steek.
● Verwijder de naald uit de grijper.
● Controleer de combinatie van stof,
garen en naald.
● Controleer de installatie van de
naald.
● Draai de naaldklemschroef
zorgvuldig aan.
● Controleer de combinatie van
steek en de benodigde naaivoet.
● Maak de transporteur schoon.
● Maak de grijper schoon.
● Wanneer de steek nogmaals wordt
geselecteerd, gaat de machine
terug naar de oorspronkelijke
instelling.
● Stel de steeklengte in op 3-5.
● Breng de transporteurknop naar
links.
● Draai het handwiel en breng
daarmee de naald omhoog.
● Controleer de installatie van de
naald.
Blz.
6
28
-
-
46
43
43
-
147
147
67
-
50
41
43