Efco ARTIK 56 EL Betriebs- Und Wartungsanleitung Seite 104

WAARSCHUWING: Breng op geen enkele
manier wijzigingen aan de carburateur
I
aan anders zal de motor niet conform de
emissievoorschriften lopen.
Afstelling stationair toerental
GB
Als de motor start, loopt, en accelereert maar
niet stationair wil lopen; de schroef van het
stationair toerental "T" naar rechts draaien om
het stationair toerental te verhogen (Fig. 48).
F
Starteenheid
WA A R S C H U W I N G : D e s p o e l s t a a t
D
onder spanning en kan uit elkaar
springen en ernstig letsel veroorzaken.
Probeer nooit hem te demonteren of
veranderingen aan te brengen.
NL
Motor
Maak de cilinderribben regelmatig schoon met
p e r s l u c h t o f e e n b o r s t e l . G e v a a r l i j k e
SK
oververhitting van de motor kan ontstaan door
onzuiverheden op de cilinder.
WAARSCHUWING: Laat de machine nooit
P
werken als niet alle onderdelen, inclusief
de startbehuizing, stevig op hun plaats
zitten.
GR
Bougie
Deze motor gebruikt een Champion N11YC - LD
F7RTC met 0,7-0,8 mm elektrode opening
(Fig. 49). Gebruik een exacte vervanging.
TR
Gebruik alleen weerstandtype bougies van de
goedgekeurde serie.
Factoren zoals:
CZ
- vervuild luchtfilter;
- ongunstige omstandigheden, bijv. werking
op gedeeltelijke belasting; kunnen leiden tot
RUS
snelle achteruitgang van de bougie.
UK
Vonkafleider
WA A R S C H U W I N G : We r k n i e t m e t
PL
u w s n e e u w r u i m e r a l s d e d e m p e r
beschadigd, afwezig of gewijzigd is.
E e n o n v o l d o e n d e o n d e r h o u d e n
demper verhoogt het risico op brand en
gehoorverlies.
Olie verversen
Tap de olie af als de motor nog warm is om
zeker te zijn van snel en volledig afvoeren.
1. Zet een geschikte bak onder de motor om de
100
gebruikte olie op te vangen en verwijder de
dop van de tank (A, Fig.29) en de aftapdop
(B, Fig.50).
2. Laat alle gebruikte olie wegstromen en
schroef vervolgens de aftapdop (B) weer
stevig op zijn plaats.
3. Opnieuw vullen met aanbevolen olie (zie
pagina 92) en het oliepeil controleren
(Fig. 29).
4. Installeer de oliedop.
Als er olie gemorst is, meteen opvegen.
Was uw handen met water en zeep nadat u met
afgewerkte olie bent omgegaan.
NB: Gooi gebruikte motorolie op een
milieuvriendelijke manier weg. Wij raden u
a a n h e t i n e e n d i c ht e t a n k n a a r u w
plaatselijke benzinestation te brengen voor
terugwinning. Gooi het niet bij het afval, giet
het niet op de grond, of door een gootsteen.
Smering frees
Breng het vet met een spuit in de smeernippel
(Fig.51).
Bijstelling bedieningskabels
Als de rij- of de freesaandrijving niet kunnen
worden geactiveerd terwijl de motor in werking
is, moeten de bijbehorende kabels worden
bijgesteld.
LET OP:
- Z e t d e m o t o r a f a l v o r e n s d e
bedieningskabels bij te stellen.
- Als het niet mogelijk is de rij- of de
freesaandrijving uit te schakelen, moet de
motor onmiddellijk worden afgezet.
Probeer geen reparatie uit te voeren,
m a a r g a n a a r
assistentiecentrum.
1. Haal de borgmoeren (1, Fig.52) los.
2. Draai de regeling op de kabel in de richting
van de pijl (2), totdat de kabel zich niet meer
buigt met de hendel omhoog (hij moet iets
gespannen zijn). Houd de kabel tijdens het
draaien strak vast, om te voorkomen dat hij
meedraait.
3. Span de borgmoeren.
4. Om na te gaan of de regeling goed is, start u
de motor en bedient u de rij- of de
freesaandrijving.
5. Als de rij- of de freesaandrijving niet veilig af-
en aankoppelen, moet u de machine naar
een erkend assistentiecentrum brengen.
e e n e r k e n d