Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Buderus Logamatic SM200 Installationsanleitung Für Das Fachhandwerk Seite 66

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Logamatic SM200:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

4
In bedrijf nemen
Zonne-opbrengst/optimalisatie
Bruto collectoroppervlakken, collectortype en waarde van de klimaatzo-
ne moeten correct zijn ingesteld, om een zo hoog mogelijke energiebe-
sparing te bereiken.
Menupunt
Bruto collectoroppervl. 1
Type collectorveld 1
Bruto collectoroppervl. 2
Type collectorveld 2
Klimaatzone
Min. warmwa-tertemperatuur
Zonne-invloed cv-circuit 1 ... 4
Reset zonneopbrengst
Reset zonne-optimal.
Gew.temp.DoubleMatchFlow
Glycolgehalte
Tabel 17
Omladen
Menupunt
Omladen inschakelvers.
Omladen uitschakelvers.
Insch.versch. versch.reg.
Uitsch.verschil versch.reg.
Max.brontemp.versch.reg.
Min. brontemp.versch.reg
Max.spaart. versch.reg
Tabel 18
66
Instelbereik
Functiebeschrijving
2
0 ... 500 m
Met deze functie kan het in collectorveld 1 geïnstalleerde oppervlak worden ingesteld. De zonneopbrengst
wordt alleen getoond, wanneer een oppervlak > 0 m² is ingesteld.
Vlakke collector
Gebruik van vlakke collectoren in collectorveld 1
Vacuümbuiscollector
Gebruik van vacuümbuiscollectoren in collectorveld 1
2
0 ... 500 m
Met deze functie kan het in collectorveld 2 geïnstalleerde oppervlak worden ingesteld. De zonneopbrengst
wordt getoond, wanneer een oppervlak > 0 m² is ingesteld.
Vlakke collector
Gebruik van vlakke collectoren in collectorveld 2
Vacuümbuiscollector
Gebruik van vacuümbuiscollectoren in collectorveld 2
1 ... 90 ... 255
Klimaatzonde van de installatieplaats conform de kaart ( afb. 39, pagina 83).
▶ Zoek de locatie van de installatie op in de kaart met de klimaatzones en stel de waarde van de klimaat-
zone in.
Uit
Warmwateropwarming door de ketel onafhankelijk van de minimale warmwatertemperatuur
15 ... 45 ... 70 °C
De regeling registreert, of een zonneenergierendement aanwezig is en of de opgeslagen warmtehoeveel-
heid voldoende is voor de warmwatervoorziening. Afhankelijk van deze beide grootheden verlaagt de re-
geling de gewenste warmwatertemperatuur die door de ketel moet worden gegenereerd. Bij voldoende
zonneopbrengst komt zo het bijverwarmen met de ketel te vervallen. Wanneer de hier ingestelde tempera-
tuur niet wordt bereikt, dan volgt opwarmen van warm water door de ketel.
Uit
Zonneinvloed uitgeschakeld.
– 1 ... – 5 K
Zonneinvloed op de kamerstreeftemperatuur: bij een hoge waarde wordt de aanvoertemperatuur van de
stooklijn overeenkomstig verlaagd, om een grotere passieve zonne-energieopbrengst door de vensters
van het gebouw mogelijk te maken. Tegelijkertijd wordt daardoor het pendelen van de temperatuur in het
gebouw verminderd en het comfort verbeterd.
• Zonneinvloed cv-circuit verhogen ( – 5 K = max. invloed), wanneer het cv-circuit ruimten verwarmt,
die grote vensteroppervlakken gericht op het zuiden hebben.
• Verhoog de zonne-invloed cv-circuit niet, wanneer het cv-circuit ruimten verwarmt, die kleine venster-
oppervlakken gericht op het noorden hebben.
Ja
Zonneopbrengst op nul terugzetten.
Nee
Ja
Reset de kalibratie van de zonneoptimalisatie en start opnieuw. De instellingen onder
Zonneopbrengst/optimalisatie blijven ongewijzigd.
Nee
Uit
Regeling op een constant temperatuurverschil tussen collector en boiler (Match Flow).
35 ... 45 ... 60 °C
Double-Match-Flow (alleen in combinatie met toerentalregeling) is bedoeld voor het snel opwarmen van
de boilerkop tot bijvoorbeeld 45 °C om naverwarmen van het drinkwater door de cv-ketel te voorkomen.
0 ... 45 ... 50 %
Voor een correcte werking van de warmtehoeveelheidsmeter moet het glycolgehalte van de koelvloeistof
worden ingevoerd.
Instelbereik
Functiebeschrijving
6 ... 10 ... 20 K
Wanneer het hier ingestelde verschil tussen boiler 1 en boiler 3 wordt overschreden en aan alle inschakel-
voorwaarden is voldaan, is de verlaadpomp actief.
3 ... 5 ... 17 K
Wanneer het hier ingestelde verschil tussen boiler 1 en boiler 3 wordt onderschreden, is de verlaadpomp
uit.
6 ... 20 K
Wanneer het verschil tussen de gemeten temperatuur aan de ketel (TS14) en de gemeten temperatuur
aan de koeling (TS15) boven de ingestelde waarde ligt, is het uitgangssignaal actief.
3 ... 17 K
Wanneer het verschil tussen de gemeten temperatuur aan de ketel (TS14) en de gemeten temperatuur
aan de koeling (TS15) onder de ingestelde waarde ligt, is het uitgangssignaal uit.
13 ... 90 ... 120 °C
Wanneer de temperatuur aan de ketel de hier ingestelde waarde overschrijdt, dan schakelt de tempera-
tuurverschilregelaar uit.
10 ... 20 ... 117 °C
Wanneer de temperatuur aan de ketel de hier ingestelde waarde overschrijdt en aan alle inschakelvoor-
waarden is voldaan, dan schakelt de temperatuurverschilregelaar aan.
20 ... 60 ... 90 °C
Wanneer de temperatuur aan de koeling de hier ingestelde waarde overschrijdt, dan schakelt de tempera-
tuurverschilregelaar uit.
Logamatic SM200 – 6 720 807 457 (2013/06)

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis