Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Richtingindicaties; Veiligheidsfunctie Strobe Shieldtm; Markeren; Displayverlichting - Bosch GRL Professional 500 H Originalbetriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
138 | Nederlands
– Druk op de toets instelling meetnauw-
keurigheid 23 tot de gewenste instelling
bereikt is.
Voorbeeld
Op het display worden het meetnauwkeu-
righeidsniveau „fijn"/„gemiddeld"/„grof"
en de precieze waarde weergegeven.
De instelling van de meetnauwkeurigheid wordt bij het uit-
schakelen opgeslagen.

Richtingindicaties

De positie van de laserstraal in het ontvangstveld 26 wordt
weergegeven:
– Op het display 15 aan de voor- en achterkant van de laser-
ontvanger door de richtingsindicatie „Laserstraal boven
middenlijn" 39, de richtingsindicatie „Laserstraal onder
middenlijn" 40 resp. de indicatie middenlijn 43,
– Optioneel door de signaaltoon.
Laserontvanger te laag: loopt de laserstraal door de boven-
ste helft van het ontvangstveld 26, dan brandt de richtingsin-
dicatie „Laserstraal boven middenlijn" 39 en de plus-waarde
van de indicatie van de relatieve hoogte 32 geeft aan hoeveel
de laserontvanger naar boven bewogen moet worden.
Bij ingeschakelde signaaltoon weerklinkt een signaal met lan-
ge intervallen.
– Beweeg de laserontvanger in de richting van de pijl naar
boven. Bij het naderen van de middenmarkering 16 wordt
alleen nog de punt van de richtingsindicatie 39 weergege-
ven.
Laserontvanger te hoog: loopt de laserstraal door de onder-
ste helft van het ontvangstveld 26, dan brandt de richtingsin-
dicatie „Laserstraal onder middenlijn" 40 en de min-waarde
van de indicatie van de relatieve hoogte 32 geeft aan hoeveel
de laserontvanger naar onderen bewogen moet worden.
Bij ingeschakelde signaaltoon weerklinkt een signaal met kor-
te intervallen.
– Beweeg de laserontvanger in de richting van de pijl naar
onderen. Bij het naderen van de middenmarkering 16
wordt alleen nog de punt van de richtingsindicatie 40
weergegeven.
Laserontvanger in het midden: loopt de laserstraal door het
ontvangstveld 26 ter hoogte van de middenmarkering 16,
dan brandt de indicatie middenlijn 43. Bij ingeschakelde sig-
naaltoon weerklinkt een permanent signaal.
Wordt het meetgereedschap zo bewogen dat de laserstraal
het ontvangstveld 26 weer verlaat, dan knippert gedurende
ca. 5 s de laatst weergegeven richtingsindicatie 39 resp. 40.
Veiligheidsfunctie Strobe Shield
De laserontvanger heeft elektronische filters voor strobos-
cooplichten. De filters beschermen bijv. tegen storingen door
waarschuwingslichten van bouwmachines.

Markeren

Aan de middenmarkering 16 links en rechts aan de laseront-
vanger kunt u de hoogte van de laserstraal markeren als hij
door het midden van het ontvangstveld 26 loopt.
2 610 031 676 | (15.7.14)
TM
Let erop dat u het meetgereedschap bij het markeren nauw-
keurig verticaal (bij horizontale laserstraal) resp. horizontaal
(bij verticale laserstraal) richt, omdat anders de markeringen
tegen opzichte van de laserstraal verplaatst zijn.

Displayverlichting

De standaardinstelling in de toestand bij levering is
[displayverlichting geactiveerd].
Na ca. 30 seconden zonder toetsdruk gaat de displayverlich-
ting uit.
Bij het indrukken van een willekeurige toets of als de laser-
straal het ontvangstveld raakt, wordt de displayverlichting
opnieuw ingeschakeld.
– Voor het uitschakelen van de displayverlichting
drukt u tegelijk op de aan-/uittoets 17 en de
toets signaaltoon/volume 24.
De instelling van de displayverlichting wordt bij het uitschake-
len opgeslagen.

Bevestigen met meetlathouder (zie afbeelding G)

U kunt de laserontvanger met behulp van de meetlathouder
53 zowel aan een bouwlasermeetlat 55 (accessoire) alsook
aan andere hulpmiddelen met een breedte tot 65 mm beves-
tigen.
– Schroef het inschroefframe 58 met de bevestigings-
schroef 56 aan de meetlathouder 53 vast.
– Los de vastzetschroef 54, schuif de meetlathouder bijv. op
de bouwlasermeetlat 55 en draai de vastzetschroef 54 op-
nieuw vast.
– Met behulp van de waterpas 57 kunt u de meetlathouder
53 horizontaal uitlijnen.
Scheef aanbrengen van het meetgereedschap leidt tot fou-
tieve metingen.
– Schuif de laserontvanger in het inschuifframe 58.
Nauwkeurigheidscontrole van het meetgereed-
schap

Nauwkeurigheidsinvloeden

De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit.
Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende tempera-
tuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen.
Naast externe invloeden kunnen ook toestelspecifieke invloe-
den (zoals bijv. val of heftige stoten) tot afwijkingen leiden.
Controleer daarom de kalibratie telkens voor u begint te wer-
ken.
De afwijkingen zijn relevant vanaf een meettraject van ca.
20 meter en kunnen bij 100 meter zelfs het twee- tot viervou-
dige van de afwijking bij 20 meter bedragen.
Omdat de temperatuurverschillen bij de grond het grootst
zijn, dient u het meetgereedschap vanaf een meettraject van
20 meter altijd op een statief te monteren. Plaats het meetge-
reedschap bovendien indien mogelijk in het midden van het
werkvlak.
Als het meetgereedschap de maximale afwijking bij een van
de meetbewerkingen overschrijdt, voer dan een kalibratie uit
Bosch Power Tools

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Grl professional 500 hvLr 50 professional

Inhaltsverzeichnis