Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Aanbevelingen Voor Het Gebruik; Luchtfilter; Motor Starten - Reely HOTLANDER NEXT GENERATION Bedienungsanleitung

2wd monster truck
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für HOTLANDER NEXT GENERATION:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

4
v
OORBEREIDINGEN
s
-
TATIONAIR
MENGsELREGELscHROEf
De stationair-mengselregelschroef is de kleine schroef aan de kant van de carburateurkoppeling.
Ze is voor de eerste start ingesteld en mag nog niet gewijzigd worden.
De stationair-mengselregelschroef regelt het lucht/brandstofmengsel in de stationair en in het
overgangsbereik naar volgas. Draai de schroef met de klok mee om het mengsel te „verarmen" (het
brandstofaandeel te verminderen) en tegen de klok in om het mengsel te „verrijken".
Al naar de gebruikte brandstof, gloeiplug en omgevingsvoorwaarden kunnen er later nog kleine wijzigingen
van de instelling nodig zijn.
Om de fabrieksinstelling weer in te stellen moet u het volgende doen:
-
Open de carburateurschuif volledig.
-
Houd de schuif geopend en draai de stationair-mengselregelschroef met de klok mee tot het einde.
-
Draai ze nu 7,5 slagen tegen de klok in eruit.
4.8
A
ANBEVELINGEN VOOR HET GEBRUIK
B
RANDsTOf
De keuze van een geschikte brandstof heeft een grote invloed op de ontwikkeling van het vermogen van de motor.
De bijmenging van nitromethaan in modelbrandstof verhoogt de ontbrandbaarheid van de brandstof en daarmee de prestatie van de motor.
De olie in de brandstof zorgt voor de smering van de motor, de motor is dus "zelfsmerend".
In de inloopfase moet u speciale brandstof voor RC-Cars gebruiken met maximaal 15% nitromethaan.
Nadat de motor volgens de voorschriften ingelopen is (na een zuivere looptijd van ca. 45 minuten), kunt u overgaan naar een brandstof met maximaal
5% nitromethaan.
U mag nooit brandstof voor RC-vliegtuigmotoren gebruiken! Deze brandstof heeft te weinig olie (te weinig smering). Dit kan
oververhitting van de motor en als gevolg daarvan zware schade tot gevolg hebben.
G
LOEIpLuG
Ook de keuze van de gloeiplug heeft een invloed op de prestatie van de motor. Voor de inloopfase moet u een „warme" gloeiplug gebruiken (ook voor
hoogrendementmotoren). Na het inrijden kunt u naar een gloeiplug met een gemiddelde of „koude" warmtewaarde overschakelen.
Gebruik nooit gloeipluggen voor viertakt vliegtuigmotoren! Een verkeerde gloeiplug zal de motor verkeerd doen draaien en zal de
afstelling bemoeilijken.
Overspanning en oververhitting kunnen de gloeiplug vernielen. Let op de technische specificaties, gloei met een correcte spanning en klem
onmiddellijk de spanning af nadat de motor gestart is.
L
ucHTfILTER
Rijd nooit zonder luchtfilter!
De luchtfilter verhindert dat verontreinigingen via de aanzuiglucht in de motor binnendringen. Reeds kleine stofdeeltjes die via de aanzuiglucht tussen
de glijlagerbus en de zuiger komen kunnen het vastlopen of blokkeren van de zuiger tot gevolg hebben en zo de motor vernielen en gevolgschade
aan de aandrijving veroorzaken.
Bevochtig de luchtfilter bijkomend met dunvloeibare smeerolie om ook heel fijn stof eruit te filteren.
4.9
M
OTOR STARTEN
v
OORBEREIDINGEN
De reeds gemonteerde motor is geproduceerd volgens de nieuwste technische stand voor precisiemachines.
De productietoleranties zijn zeer klein.
Het inlopen moet met grote zorgvuldigheid gedaan worden!
-
De carburateur is reeds grof afgesteld.
De fijnafstelling van stationair en volgas kan pas met een goed ingelopen motor gedaan worden.
-
Blaas de motor vóór de ingebruikname met perslucht uit.
Op deze manier bent u zeker dat de verbrandingsruimte geen verontreinigingen bevat die eventueel door de plugfitting in de motor terechtge-
komen zijn.
-
Plaats een gloeiplug met een warmtewaarde 1 of 3.
-
Olie de luchtfilter lichtjes om ook heel kleine stofdeeltjes eruit te filteren.
© REELY 01/08
101

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis