Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Verbinden met een computer:
Stuur een enkelvoudig teken naar het toestel om het overeenkomstig bevel als
volgt uit te voeren:
1 = druk op MODE
2 = druk op CAL
3 = druk op Ù
4 = druk op Ú
5 = druk op SET
6 = druk op HOLD
7 = druk op RES
8 = druk op PRINT
?
= stuur wat op de aflezing staat naar de computer
+ = toetsen ingeschakeld (manuele bediening mogelijk)
-
= toetsen uitgeschakeld (geen manuele bediening mogelijk)
V = geef een waarde in (enkel geldig in sommige routines)
Hierdoor kan elk gewenst bevel in een computerprogramma worden ingeschakeld
om met het toestel gegevens uit te wisselen. Volg hiertoe nauwkeurig dezelfde
meet- of ijkprocedures zoals in deze handleiding beschreven. Volgend voorbeeld
toont de gemeten waarden op het scherm:
10
ON ERROR GOTO 70
20
OPEN "COM1:2400,N,8,2" AS#1
30
PRINT #1,"8"
40
INPUT #1,V$
50
PRINT V$
60
GOTO 30
70
RUN
Ingave van een waarde:
Het direct ingeven van een waarde ("V" bevel) is alleen mogelijk wanneer het toe-
stel zich in een routine bevindt waarbij ook een manuele ingave van deze waarde
kan gebeuren. Indien dit niet het geval is, zal het elk "V" bevel van de computer
negeren!
Voorbeelden van toegestane routines zijn:
• ingeven van de temperatuur (b.v. manuele temperatuurcompensatie).
• regelparameterinstellingen zoals Laag, Hoog, ...
• tijdsbepalingen.
• ingeven van manuele bufferwaarden.
Voorbeelden van NIET toegestane routines zijn:
• tijdens metingen.
• wanneer waarden veeleer gekozen moeten worden dan veranderd (b.v. buffer-
waarden in het geheugen).
• tijdens het ijken van een elektrode.
Een 16-bit waarde (2de complement) moet als volgt worden doorgestuurd:
1ste karakter
=
"V" (start de ingave van een waarde)
2de karakter
=
hoogste byte van de waarde in ASCII
3de karakter
=
laagste byte van de waarde in ASCII
4de karakter
=
controlesom van het 2de en 3de karakter in ASCII
5de karakter
=
LF, linefeed (ASCII-10)
Wanneer een correcte controlesom ontvangen wordt, zal het toestel een beves-
tigingskarakter "!" naar de computer sturen. In het andere geval stuurt het een
vraagteken "?". Beide worden eventueel door het identificatienummer voorafge-
gaan. Volgend voorbeeld toont hoe de computer waarde "1000" kan ingeven op
toestel nr.7 volgens de uitgebreide methode:
1000 = (H-byte 3)(x 256) + (L-byte 232)
10
OPEN "COM1:2400,N,8,2" AS #1
20
PRINT #1,"V";
30
PRINT #1,CHR$(3);
40
PRINT #1,CHR$(232);
50
PRINT #1,CHR$(235);
60
PRINT #1,CHR$(10);
C831 • C832 • C833 • C835 • C838
'vermijdt foutmeldingen
'instellen computeringang
'PRINT toets ingedrukt
'gemeten waarden verzonden
'ontvangen waarden op scherm
'herhaling procedure
'bereidt communicatiepoort voor
'start ingave van een waarde
'hoogste byte van een waarde
'laagste byte van een waarde
'controlesom van beide bytes
'LF, einde bevel
Computer
36 / 74
Werbung
Inhaltsverzeichnis
