Consort C832 Anleitung Seite 32

Monsteradditie:
Deze methode wordt gebruikt indien de meetoplossingen sterk in temperatuur
kunnen verschillen of een verwachte concentratie van 5 tot 100 maal sterker dan
de standaard hebben. De beste toevoeging volgt uit: percent toevoeging < 100 x
standaardwaarde / te verwachten waarde.
1. Druk op MODE tot op de aflezing [Dir.CONC1], [Std.Add1], [Std.Sub1],
[Anl.Add1] of [Anl.Sub1] verschijnt en kies [Anl.Add1]. Druk op MODE om
verder te gaan.
2. De aflezing toont één van de mogelijke toevoegingen (1, 2, 5, 10, of 20 %),
b.v. [10% Incr]. Kies de gewenste waarde en druk op CAL.
3. Neem een standaardoplossing van de te meten stof. Ze moet 5 tot 100 maal
minder sterk zijn dan de verwachte concentratie van de meetoplossingen.
Een van de mogelijke ijkwaarden verschijnt, b.v. [Std 3.-6]. Kies de gewenste
waarde en druk op CAL.
4. Reinig de elektroden met gedistilleerd water en dompel ze in b.v. 100 ml
standaardoplossing. De aflezing toont het elektrodepotentiaal b.v. [E= 281.5].
Druk op CAL wanneer de aflezing stabiel is.
5. Voeg een kleine hoeveelheid monster toe naargelang de gekozen waarde (b.v.
20 ml). De aflezing toont het potentiaalverschil b.v. [dE=23.9]. Druk op CAL,
wanneer de aflezing stabiel is. Het toestel berekent nu het resultaat en geeft
de concentratie van het monster in dezelfde eenheden als van de standaard.
6. Druk op CAL voor een volgende bepaling en dezelfde procedure begint
opnieuw vanaf punt 4). Druk op MODE om te eindigen.
Monstersubstractie:
Deze methode wordt gebruikt om stoffen te meten waarvoor geen stabiele stan-
daarden of ion selectieve elektroden bestaan. Het beste toevoegingspercentage
volgt uit: percent toevoeging < 100 x standaardwaarde / te verwachten waarde.
1. Bereken de stoichiometrische verhouding (n) van de reactie: xS + yR > SxRy
n=x/y (S = monster, R = reagens).
2. Druk op MODE tot op de aflezing [Dir.CONC1], [Std.Add1], [Std.Sub1],
[Anl.Add1] of [Anl.Sub1] verschijnt en kies [Anl.Sub1]. Druk op MODE om ver-
der te gaan.
3. De aflezing toont één van de mogelijke toevoegingen (1, 2, 5, 10, of 20 %),
b.v. [10% Incr]. Kies de gewenste waarde en druk op CAL.
4. Neem een standaardoplossing van de te meten stof. Ze moet 5 tot 100 maal
minder sterk zijn dan de verwachte concentratie van de meetoplossingen.
Een van de mogelijke ijkwaarden verschijnt, b.v. [Std 1.-6]. Kies de gewenste
waarde en druk op CAL.
5. Reinig de elektroden met gedistilleerd water en dompel ze in b.v. 100 ml
standaardoplossing. De aflezing toont het elektrodepotentiaal b.v. [E= 129.3].
Druk op CAL wanneer de aflezing stabiel is.
6. Voeg een kleine hoeveelheid monster toe naargelang de gekozen waarde (b.v.
1 ml). De aflezing toont het potentiaalverschil b.v. [dE= 41.7]. Druk op CAL,
wanneer de aflezing stabiel is. Het toestel berekent nu het resultaat en geeft
de concentratie van het monster in dezelfde eenheden als van de standaard.
7. Bereken de werkelijke concentratie door het resultaat te vermenigvuldigen
met de stoichiometrische verhouding (n). Druk op CAL voor een volgende
bepaling en dezelfde procedure begint opnieuw vanaf punt 5). Druk op MODE
om te eindigen.
C831 • C832 • C833 • C835 • C838
32 / 74