Wolf Garten CSB36 Originalbetriebsanleitung Seite 69

Gebruik
Voor elke ingebruikneming
 Controleer zaagketting en kettinggeleider
op beschadigingen.
 Controleer de kettingspanning.
 Controleer de kettingsmering.
 Controleer altijd of de handbescherming van de
kettingrem naar voren en naar achteren vastklikt.
 Controleer de juiste werking van de kettingrem.
Tijdens het gebruik
 Let erop dat u stevig staat.
 Werk op een helling boven de boom.
 Houd de zaagketting uit de buurt van uw lichaam.
 Ga nooit staan op een ladder of een niet-stabiele
onderbouw.
 Werk niet boven schouderhoogte met de
kettingzaag.
 Werk nooit met de kettingzaag op een boom.
Let op! Gevaar voor letsel
Zaag geen onder spanning staand hout.
Zaag geen struiken of heesters.

Werktechniek
Let op! Gevaar door terugslag!
– Terugslag kan tot dodelijk snijletsel leiden.
Bij een terugslag wordt de zaag plotseling en
ongecontroleerd naar de gebruiker geslingerd.
– Houd de zaag met beide handen vast, waarbij uw
duim en vinger de grepen van de kettingzaag

omsluiten . Neem een zodanige
lichaamshouding in en houd uw armen in een
zodanige positie, dat u stand kunt houden ten
opzichte van de terugslagkrachten.
– Laat de kettingzaag nooit los.
 Schakel de kettingzaag in voordat u de zaag
neerzet om te zagen.
 Oefen een gelijkmatige druk op het gereedschap
uit, maar forceer niet.
 Zet het gereedschap indien mogelijk met de
boomklauw op de te zagen tak
Verwijderen van takken
 Zaag de boomstam tot een derde van de
diameter van onderen naar boven
 Zaag de tak iets verder naar buiten van boven
naar onderen door
 Zaag dicht bij de stam door
boven naar beneden.
Gebruiksaanwijzing kettingzaag

.



.
 . Zaag van
Boom vellen
Let op gevaar voor ongevallen!
– Vel bomen alleen wanneer u daarmee voldoende
ervaring heeft en op de juiste wijze opgeleid bent!
– Vel alleen bomen waarvan de stamdiameter
kleiner is dan de zwaardlengte van de ketting-
zaag.
Let op valrichting!
– Kies de valrichting zodanig dat u in de
tegengestelde richting kunt vluchten
– Let erop dat de boom bij het vellen niet in andere
bomen kan vasthaken.
– Let bij het vellen op
– de sterke takkengroei aan een zijde;
– de natuurlijke neiging en buiging van de boom;
– de windrichting. Let erop dat u bij sterke wind
geen bomen mag vellen;
– Houtbeschadigingen.
Let op!
Let erop dat zich in de gevarenzone van de boom
(waar de boom valt) geen personen of dieren
ophouden. De gevarenzone
de dubbele boomlengte.
 Houd de twee vluchtwegen vrij van obstakels
waarover u kunt struikelen, mocht de boom
onverwacht niet in de velrichting kantelen

( = vluchtwegen;

= gevarenzone).
 Verwijder takken en grote wortels aan het
onderste deel van de boom als daardoor het
vellen wordt belemmerd.
 Zaag een kerf in de stam
Deze kerfzaagsnede bepaalt de valrichting van de
boom en moet een kwart van de stamdiameter
bedragen.
 Zaag de velzaagsnede aan de zijde die ligt
tegenover de kerfzaagsnede
De velzaagsnede moet 35 cm boven de horizontale
kerfzaagsnede worden gezaagd.
.


komt overeen met

= geplande velrichting;

.

Nederlands

.

.
65