Conrad 12 79 49 Bedienungsanleitung Seite 66

• Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen, behalve
als dat met de hand mogelijk is, kunnen spanningvoerende delen
blootgelegd worden. Ook aansluitingen kunnen spanningvoerend
zijn. Voor een afregeling, onderhoud, inbouwen of vervangen van
onderdelen of modules dient het apparaat van alle spanningsbronnen
losgemaakt te zijn. Als een afregeling, onderhoud of reparatie aan het
geopende apparaat onder spanning noodzakelijk is, mag dat alleen
door een vakman gebeuren, die met de daaraan verbonden gevaren,
resp. de betreffende voorschriften vertrouwd is (VDE-0100, VDE-0701,
VDE-0683).
• Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het
apparaat van alle spanningsbronnen en meetcircuits losgemaakt is.
• Wees bijzonder voorzichtig bij het omgaan met spanningen > 25 V wis-
sel- (AC-) resp. 35 V gelijkspanning (DC). Reeds bij deze spanningen
kunt u bij het aanraken van elektrische leidingen een levensgevaarlijke
elektrische schok krijgen.
Schakel daarom eerst de spanningsbron stroomloos, verbind de meter
met de aansluiting van de te meten spanningsbron, stel op de meter
het benodigde spanningsbereik in en schakel daarna de spannings-
bron in. Na beëindiging van de meting schakelt u de spanningsbron
stroomloos en verwijdert u de meetsnoeren van de aansluitingen van
de spanningsbron.
• Overtuig u er voor iedere spanningmeting van, dat er geen andere
meetfunctie actief is (weerstandsmeting, diodetest enz.).
• Voor iedere wisseling van het meetbereik dient u de meetpunten resp.
de adapter van het te meten object te verwijderen.
• Controleer voor iedere meting de meter, de meetsnoeren en de adap-
ter op beschadiging(en).
• Werk met deze meter niet in ruimtes of bij ongunstige omgevingsom-
standig-heden, waarin/waarbij brandbare gassen, dampen of stof aan-
wezig (kunnen) zijn. Vermijd voor uw eigen veiligheid beslist het voch-
tig of nat worden van de meter resp. van de meetsnoeren. Vermijd het
gebruik in de directe nabijheid van:
a) sterke magnetische velden (luidsprekers, magneten)
b) elektromagnetische velden (transformatoren, motoren, spoelen,
relais, elektromagneten enz.)
130
c) elektrostatische velden (op-/ontladingen)
d) zendantennes of HF-generatoren
Daardoor kan de meetwaarde vervalst worden.
• Vermijd voor uw eigen veiligheid beslist het vochtig of nat worden van
de meter resp. van de meetsnoeren en de adapter.
• Gebruik voor het meten alleen de meetsnoeren, die meegeleverd wor-
den resp. de adapter, die als optie daarbij past. Alleen deze zijn toege
• Om een elektrische schok te voorkomen, moet u er op letten dat u de
meetpunten en de te meten aansluitingen (meetpunten) niet, ook niet
indirect, aanraakt.
• De spanning tussen een willekeurige bus van de meter en aarde mag
niet groter zijn dan 500 VDC of VACrms.
• Als er aangenomen kan worden, dat gebruik van de meter zonder
gevaar niet meer mogelijk is, dient u de meter buiten gebruik te
stellen en te beschermen tegen het per ongeluk in werking zetten
door derden. U kunt aannemen dat gebruik zonder gevaar niet meer
mogelijk is, als:
- het apparaat zichtbaar beschadigd is
- het apparaat niet meer werkt en
- na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden of
- na transport onder zware omstandigheden.
• Schakel de meter nooit gelijk in, als deze van een koude naar een
warme ruimte gebracht wordt. Het daarbij ontstane condenswater kan
onder omstandigheden uw apparaat vernielen. Laat het apparaat
oningeschakeld op kamertemperatuur komen.
Bovendien geldt er voor het omgaan met de stekkernetvoeding/oplader:
• De stekkernetvoeding is opgebouwd in Beschermingsklasse II volgens
VDE 0551 en heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat ver-
laten. Om dit zo te houden en werking zonder gevaar mogelijk te
maken, moet de gebruiker zich houden aan de aanwijzingen en waar-
schuwingen (Pas op!) betreffende de veiligheid, die in deze gebruiks-
aanwijzing staan.
131