Yamaha lz250d Betriebsanleitung Seite 209

Probleem
B. Motor wil niet
starten (starter
werkt)
C. Stationair
motortoerental
onregelmatig of
motor valt stil
D. Waarschuwings-
zoemer weerklinkt
of verklikkerlamp
gaat aan
Mogelijke oorzaak
10. Motorstop-snoerschakelaar niet
bevestigd.
11. Interne motoronderdelen
beschadigd.
1. Bougie(s) vervuild of van het
verkeerde type.
2. Brandstofsysteem geblokkeerd.
3. Brandstof vervuild of verschaald.
4. Brandstoffilter verstopt.
5. Defecte ontstekingsonderdelen.
6. Waarschuwingssysteem geactiveerd.
7. Bougiespleet niet correct.
8. Slechte aansluitingen of
beschadigde ontstekingsdraad
9. Aanbevolen motorolie niet gebruikt.
10. Thermostaten defect of verstopt.
11. Brandstofpomp beschadigd.
12. Motorkantelhoek is te hoog.
13. Brandstofleidingkoppelstuk is
verkeerd verbonden.
14. Gasklep verkeerd afgesteld.
15. Accukabel is losgekoppeld.
1. Koelsysteem verstopt.
2. Motoroliepeil te laag.
3. Verkeerd warmtebereik van de
bougie.
4. Aanbevolen motorolie niet gebruikt.
Oplossing
10. Bevestig het snoer.
11. Vraag assistentie aan Yamaha-
dealer.
1. Inspecteer de bougie(s). Maak ze
schoon of vervang ze door het
aanbevolen type.
2. Controleer of de brandstofleiding
niet dichtgeklemd of geplooid zit
en of er zich geen andere
obstructies in het
brandstofsysteem bevinden.
3. Vul de tank met schone, verse
brandstof.
4. Reinig of vervang de filter.
5. Vraag assistentie aan Yamaha-
dealer.
6. Zoek en herstel de oorzaak van
waarschuwing.
7. Inspecteer de bougie en stel de
spleet in volgens de specificaties.
8. Controleer of de draden geen
slijtage of breuken hebben
opgelopen. Zet alle losse
aansluitingen weer vast. Vervang
versleten of beschadigde draden.
9. Controleer dit en vervang de olie
door het gespecificeerde type.
10. Vraag assistentie aan Yamaha-
dealer.
11. Vraag assistentie aan Yamaha-
dealer.
12. Breng de motor weer in de
normale bedrijfsstand.
13. Breng de verbinding weer in orde.
14. Laat nakijken door Yamaha-dealer
15. Stevig aansluiten
1. Controleer waterinlaat op
belemmeringen.
2. Vul de olietank bij met aanbevolen
motorolie.
3. Controleer de toestand van de
bougie en vervang deze door een
exemplaar van het correcte type.
4. Controleer dit en vervang de olie
door het aanbevolen type.
NL
5-2