het weer, de omgeving of magnetische velden in de omgeving.
6. De drone kan geen obstakels vermijden in de uitvalbeveiligings- en
RTH-stand als de belichting niet ideaal is. Het is daarom belangrijk om
de juiste hoogte voor uitvalbeveiliging vóór elke vlucht in te stellen.
7. Als de gebruiksduur van de accu dat toestaat, kan de drone tijdens
de uitvalbeveiligings- en RTH-stand eerst teruggaan naar de vorige
positie waar er verbinding was met de afstandsbediening. Als gevolg
hiervan vliegt de drone eerst van je weg en keert daarna terug naar het
startpunt.
Low Battery (accu leeg)
OPMERKING
1. Als de waarschuwing Critical Battery Level wordt geactiveerd en de
drone automatisch daalt, kun je de gashendel verder openen om de
drone op hoogte te houden en het naar een geschiktere locatie voor de
landing te sturen.
2. Breng als de accuwaarschuwingen geactiveerd zijn, de drone zo
spoedig mogelijk terug naar de basis of land het om te voorkomen dat
de stroom uitvalt tijdens de vlucht en schade wordt veroorzaakt aan het
vliegtuig, eigendommen, dieren en mensen.
D-RTK (voor M210-RTK)
OPMERKING
1. Gebruik uitsluitend originele DJI-onderdelen of onderdelen die zijn
gecertificeerd door DJI. Niet-goedgekeurde onderdelen of onderdelen
van fabrikanten die niet door DJI zijn gecertificeerd, kunnen leiden tot
storingen in het systeem en de veiligheid kan in het gedrang komen.
2. Gebruiken in een open omgeving zonder radiostoringen. De antennes
moeten op dezelfde hoogte blijven en mogen elkaar tijdens gebruik
NIET blokkeren.
3. Buig of vouw de antennekabel NIET overmatig.
4. Zorg ervoor dat de D-RTK
TM
en de onderdelen zijn vrij van vuil (bijv.
water, olie, aarde en zand).
Zichtsysteem en infraroodsensorsysteem
OPMERKING
1. Het Vision System kan niet correct werken boven oppervlakken die
GEEN duidelijke patroonvariaties hebben. Het Vision System is alleen
effectief wanneer de drone op een hoogte van 0,3 tot 10 meter vliegt.
2. Het Vision System werkt mogelijk NIET goed als de drone boven
water vliegt.
3. Houd huisdieren uit de buurt van de drone als het Vision System is
geactiveerd, omdat de sonarsensoren geluid met een hoge frequentie
afgeven dat alleen hoorbaar is voor sommige huisdieren.
4. Bedien de drone voorzichtig wanneer je je in een van de volgende
situaties bevindt:
a. Bij het vliegen boven monochrome oppervlakken (bijv. volkomen
zwart, volkomen wit, volkomen rood, volkomen groen).
b. Bij het vliegen boven zeer reflecterende oppervlakken.
c. Bij het vliegen bij hoge snelheden (meer dan 14 m/s op 2 meter
hoogte of meer dan 5 m/s op 1 meter hoogte).
d. Bij het vliegen boven water of transparante oppervlakken.
e. Bij het vliegen boven bewegende oppervlakken of voorwerpen.
f. Bij het vliegen in een gebied waar de verlichting vaak of drastisch
verandert.
g. Bij het vliegen boven extreem donkere (< 15 lux) of lichte (> 10.000
lux) oppervlakken.
h. Bij het vliegen boven oppervlakken die geluidsgolven kunnen
absorberen (bijv. dik tapijt).
i. Bij het vliegen boven oppervlakken zonder duidelijke patronen of
structuur.
j. Bij het vliegen boven oppervlakken met identieke herhalende
patronen of structuren (bijvoorbeeld tegels met hetzelfde ontwerp).
k. Bij het vliegen boven hellende oppervlakken die geluidsgolven
wegbuigen van de drone.
l. Kleine obstakels (met weinig reflectie van infrarode energie).
5. In geval van verlies van het signaal van de afstandsbediening, wanneer
het GPS-signaal zwak is of de drone de thuisbasis niet kan vinden,
zweeft de drone gedurende 8 seconden om vervolgens automatisch te
landen indien hij in de "P-modus" staat.
6. Kalibratie van het Vision System is vereist indien de drone geneigd is
neer te storten. Kalibreer het Vision System als de DJI GO 4-app je
vraagt dit te doen.
7. Wees je bewust van blinde vlekken (grijs) van het Vision System en het
infraroodsensorsysteem.
80
Het neerwaartse Vision System wordt alleen gebruikt
voor positionering.
8. Gebruik geen andere ultrasone apparaten met een frequentie van 40
KHz of hoger/lager wanneer het Vision System in werking is. Zorg dat
de sensoren te allen tijde schoon zijn. Probeer de sensoren NIET aan te
passen.
9. Het Vision System en het infrarood detectiesysteem kunnen de drone
niet afremmen en stoppen op een veilige afstand van het obstakel als
de snelheid van de drone hoger is dan 14 m/s (31,3 mph).
TapFly
LET OP
Om ernstig letsel of materiële schade te voorkomen, dien je de volgende
richtlijnen in acht te nemen:
1. Geef de drone NIET de opdracht om naar mensen, dieren, kleine en
10m