Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Vereisten Voor Vluchtcondities; Vluchtmodi, Functies En Waarschuwingen - DJI MATRICE 200 SERIES Sicherheitsvorschriften

Intelligent flight battery
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MATRICE 200 SERIES:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 41
3.  Het is raadzaam om telkens na 50 vlieguren een onderhoudsbeurt in te 
plannen voor veiligheid tijdens het vliegen en betrouwbaarheid.

Vereisten voor vluchtcondities

Weersomstandigheden en omgeving
WAARSCHUWING
De drone is ontworpen om te functioneren bij goede tot matige
weersomstandigheden. Om botsingen, ernstig letsel en materiële schade te
voorkomen, dien je de volgende regels in acht te nemen:
1. Gebruik de drone NIET bij extreme weersomstandigheden. Hieronder
vallen een windsnelheid van meer dan 10 m/s, sneeuw, regen, smog,
sterke wind, hagel, bliksem, tornado's of orkanen.
2. Houd het toestel tijdens de vlucht op ten minste 10 meter (30 ft) afstand
van obstakels, mensen, dieren, gebouwen, openbare infrastructuur,
bomen en water. Blijf nog verder van bovengenoemde objecten als je
hoger vliegt.
3. Wees EXTRA voorzichtig bij het bedienen van de drone in een gebouw.
Sommige functies van de drone, met name de stabilisatiefunctie,
kunnen worden beïnvloed.
4. Zorg ervoor dat het Vision System wordt ingeschakeld wanneer je in een
gebouw vliegt. Let op: het Vision System werkt mogelijk NIET correct
wanneer de drone over water of oppervlakken zonder duidelijk patroon
vliegt, of in een omgeving met weinig licht vliegt.
OPMERKING
1.  De  prestaties  van  de  drone  en  de  accu  zijn  afhankelijk  van 
omgevingsfactoren zoals de luchtdichtheid en temperatuur.
a.  Gebruik de drone NIET als de temperatuur buiten het bereik van -20 °C 
tot 45 °C (-4° tot 113° F) ligt.
2.  Gebruik  de  drone  NIET  in  de  buurt  van  ongelukken,  brand, 
explosies,  overstromingen,  tsunami's,  lawines,  grondverschuivingen, 
aardbevingen, stof of zandstormen.
Interferentie communicatie
OPMERKING
1.  Controleer of een deel van de drone tekenen van een botsing of crash 
vertoont. Neem indien nodig contact op met DJI Support of de erkende 
dealers. 
2.  Vlieg in open gebieden. Hoge gebouwen of stalen constructies kunnen 
de nauwkeurigheid van het on-board-kompas beïnvloeden en het GPS-
signaal blokkeren.
3.  Voorkom interferentie tussen de afstandsbediening en andere draadloze 
apparatuur. Zorg ervoor dat je wifi op je mobiele apparaat uitschakelt.
4.  Wees  zeer  alert  bij  het  vliegen  in  een  omgeving  met  magnetische  of 
radio-interferentie.  In  een  dergelijke  omgeving  wordt  het  gebruik  van 
de  M210-RTK  aanbevolen.  Deze  omvatten,  maar  zijn  NIET  beperkt 
tot: hoogspanningsleidingen, grootschalige stroomtransmissiestations 
of  mobiele  basisstations  en  zendmasten.  Als  je  dit  niet  doet,  kan  dit 
ten  koste  gaan  van  de  transmissiekwaliteit van  dit  product  of  kan  dit 
externe  besturings-  en  videotransmissiefouten  veroorzaken  die  van 
invloed  kunnen  zijn  op  de  vluchtrichting  en  nauwkeurigheid  van  de 
plaatsbepaling. De drone kan zich vreemd gedragen of onbestuurbaar 
worden in gebieden met te veel interferentie.
De drone verantwoord besturen
WAARSCHUWING
Om ernstig letsel en materiële schade te voorkomen, dien je de volgende
regels in acht te nemen:
1. Zorg ervoor dat je NIET dronken, onder invloed van drugs of verdoving
bent, of lijdt aan duizeligheid, vermoeidheid, misselijkheid of andere
aandoeningen, hetzij lichamelijk of geestelijk, die nadelige gevolgen
kunnen hebben voor je geschiktheid om de drone veilig te besturen.
2. Als je de linkerstick naar de onderste binnenhoek trekt terwijl je
tegelijkertijd op de RTH-knop drukt, stopt de motor wanneer het toestel
in de lucht is. De landingsfunctie van de drone wordt niet geactiveerd.
Voer de hierboven genoemde opdrachtcombinatie ALLEEN uit in een
noodsituatie. Deze functie is standaard uitgeschakeld. Je kunt deze
opdrachtcombinatie inschakelen via de DJI GO 4-app.
3. Schakel de drone na het landen eerst uit, en schakel dan de
afstandsbediening uit.
4. Zorg ervoor dat je GEEN gevaarlijke ladingen laat vallen, lanceert,
afvuurt of op andere wijze richt op of bij gebouwen, personen of dieren,
of die kunnen leiden tot persoonlijk letsel of schade aan eigendommen.
5. Gebruik GEEN drone die is gecrasht, een klap heeft opgevangen of die
zich niet in een goede staat bevindt.
OPMERKING
1.  Zorg ervoor dat je voldoende bent geoefend en volledig op de hoogte 
bent van eventuele rampenplannen voordat er ongelukken gebeuren.
2.  Zorg  ervoor  dat  je  een  vluchtplan  hebt  en  bestuur  de  drone  nooit 
roekeloos.
3.  Respecteer  de  privacy  van  anderen  bij  het  gebruik  van  de  camera. 
Zorg ervoor dat je voldoet aan de plaatselijke voorschriften en wetten, 
voorschriften, normen en waarden.
4.  Gebruik  dit  product  NIET  om  een  andere  reden  dan  het  algemeen 
persoonlijk  gebruik.  Gebruik  het  toestel  NIET  voor  onwettige  of 
ongepaste  doeleinden  (zoals  spionage,  militaire  operaties  of 
ongeoorloofde onderzoeken).
5.  Gebruik  dit  product  NIET  voor  het  te  schande  maken,  misbruiken, 
aanvallen, stalken, bedreigen of anderszins schenden van de wettelijke 
rechten (zoals het recht op privacy en publiciteit) van anderen.
6.  Betreed het particuliere eigendom van anderen niet wederrechtelijk.

Vluchtmodi, functies en waarschuwingen

Vluchtmodi
WAARSCHUWING
Om ernstig letsel en materiële schade te voorkomen, dien je de volgende
regel in acht te nemen:
Schakel NIET vanuit de P-modus naar de A-modus of S-modus, tenzij je
voldoende vertrouwd bent met gedrag van de drone in elke vluchtmodus,
daar het uitschakelen van het GPS kan resulteren in het niet veilig kunnen
landen van de drone.
OPMERKING
De  P-modus  of  S-modus  genieten  de  voorkeur  voor  de  meeste 
vluchtscenario's.  Gebruikers  kunnen  overschakelen  naar  de  A-modus 
als  P-modus  of  S-modus  niet  beschikbaar  zijn.  Neem  bij  het  vliegen  in 
de  A-modus  extra  voorzorgsmaatregelen  omdat  sommige  functies  niet 
beschikbaar zijn in de A-modus. Tijdens het vliegen in een gebouw, kan 
de  drone  niet  nauwkeurig  boven  een  plek  blijven  hangen  tijdens  het 
vliegen boven de oppervlakken zonder een duidelijk patroon. Raadpleeg 
het  hoofdstuk  "Vision  System  en  infraroodsensorsysteem"  voor  complete 
criteria voor vliegen in een gebouw.
1. P-modus (positiebepaling):  De  P-modus  werkt  het  beste  wanneer  het 
GPS-signaal sterk is. De drone maakt gebruik van het GPS en Vision 
System  om  zichzelf  automatisch  te  stabiliseren,  te  navigeren  tussen 
obstakels of een bewegend object te traceren. Geavanceerde functies 
zoals TapFly en ActiveTrack zijn ingeschakeld in deze modus.
2. S-modus (Sport):  S-modus  is  identiek  aan  P-modus  op  het  gebied 
van  vluchtcontrollerinstellingen,  met  dien  verstande  dat  de 
besturingswaarden van de drone zijn aangepast om de wendbaarheid 
van de drone te verhogen. De maximum vliegsnelheid van de drone is 
hoger in deze modus.
3.  A-modus (houding): Wanneer GPS en het zichtsysteem niet beschikbaar 
zijn, gebruikt de drone alleen de barometer voor positionering om de 
hoogte te controleren.
Als  je  van  plan  bent  om  over  te  schakelen  naar  de  modus  die  GPS-
assistentie uitschakelt (bijv. A-modus), wordt er van je gevraagd akkoord 
te  gaan  met  de  weergegeven  disclaimer  om  deze  functie  te  activeren. 
Als  deze  functie  wordt  geactiveerd,  begrijp  je  en  ga  je  er  verder 
mee  akkoord  dat  gegevens,  met  inbegrip  van  maar  niet  beperkt  tot 
vluchttelemetriegegevens en  functieregistratie kunnen worden  geüpload 
naar en worden onderhouden op een speciale DJI-server.
Uitvalbeveiliging en Return to Home
OPMERKING
1.  De  Return  to  Home-functie  zal  NIET  werken  als  het  GPS-signaal 
onvoldoende  (GPS-signaal  minder dan drie streepjes)  of als het GPS 
niet actief is.
2.  Druk op de RTH-knop op de afstandsbediening om de RTH-procedure 
(Terug-naar-Basis) te activeren in plaats van de afstandsbediening uit 
te schakelen.
3.  Hoge  gebouwen  kunnen  een  nadelige  invloed  hebben  op  de 
uitvalbeveiligingsfunctie.  Pas  de  plaats,  hoogte  en  snelheid  van  de 
drone  aan  op  de  terugweg  om  obstakels  te  vermijden.  De  drone 
stopt  met  stijgen  en  keert  direct  terug  naar  de  thuisbasis  als  je  de 
linkerjoystick beweegt wanneer  de drone tijdens een uitvalbeveiligde 
RTH een hoogte van minimaal 20 meter (65 ft) bereikt.
4.  Z o r g   e r v o o r   d a t   d e   d r o n e   b i n n e n   h e t   z e n d b e r e i k   v a n   d e 
afstandsbediening blijft.
5.  Gebruik  de  uitvalsbeveiligings-  en  RTH-functie  (Terug  naar  basis) 
alleen in noodgevallen. Deze functies kunnen worden beïnvloed door 
79

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis