5. Steek de zaagketting (11) in de groef van het ketting-
zwaard (12).
6. Houd voor de montage het kettingzwaard (12) om-
hoog gezwenkt in een hoek van ongeveer 45 graden
om het gemakkelijker te maken de zaagketting (11) op
de groef van het kettingzwaard (12) te geleiden.
7. Plaats het kettingzwaard (12) en de zaagketting (11)
op de veerspanner (13).
8. Druk het kettingzwaard (12) met de zaagketting (11)
naar beneden om de zaagketting (11) over het ket-
tingwiel (14) te schuiven.
9. Wanneer de zaagketting (11) wordt losgelaten, wordt
deze automatisch op spanning gebracht.
10. Plaats de beschermkap van het kettingwiel (3) weer
terug.
11. Draai de bout voor het kettingspansysteem (2) rechts-
om handvast.
12. Controleer nogmaals de passing van de zaagketting
(11) en draai de bout voor het kettingspansysteem (2)
van het tandwieldeksel (3) vast.
Aanwijzing:
Bij een nieuwe zaagketting neemt de spankracht na enige
tijd af. Daarom moet u de zaagketting na de eerste 5
zaagsneden, of uiterlijk na 10 minuten zagen, naspannen.
12.3
Zaagketting (11) slijpen
WAARSCHUWING
Verhoogd risico op ongelukken door een on-
juist geslepen zaagketting!
Afwijkingen van de afmetingen van de snijkantgeome-
trie tijdens het slijpen verhogen het risico op terugslag
van het product.
–
Laat de zaagketting door een vakman slijpen.
De zaagketting kan in een erkende werkplaats opnieuw
worden geslepen. Probeer de zaagketting niet zelf te slij-
pen als u niet over geschikt gereedschap en de nodige
ervaring beschikt.
Aanwijzingen:
Een scherpe zaagketting zorgt voor optimale zaagpresta-
ties. Het vreet moeiteloos door het hout heen en laat gro-
te, lange houtspaanders achter.
Een zaagketting is bot als u het zaaggereedschap door
het hout moet duwen en de houtspaanders erg klein zijn.
Met een zeer botte zaagketting worden er helemaal geen
spaanders geproduceerd, alleen houtstof.
12.4
Kettingwiel (14) controleren
(afb. 2, 7)
1. Plaats het product op een vlak, recht oppervlak.
2. Draai de bout van het kettingspansysteem (2) linksom
om de kettingspanning los te maken en verwijder het
tandwieldeksel (3).
3. Verwijder het kettingzwaard (12) en de zaagketting
(11).
4. Controleer de inloopmarkeringen op het kettingwiel
(14) met een testmeter (niet meegeleverd).
5. Als de inloopmarkeringen dieper zijn dan a=0,5 mm,
gebruik het product dan niet en raadpleeg een gespe-
cialiseerde dealer. Het kettingwiel (14) moet vervan-
gen worden.
12.5
Kettingzwaard (12) controleren
(afb. 2, 8)
1. Plaats het product op een vlak, recht oppervlak.
2. Draai de bout van het kettingspansysteem (2) linksom
om de kettingspanning los te maken en verwijder het
tandwieldeksel (3).
3. Verwijder het kettingzwaard (12) en de zaagketting
(11).
4. Meet de groefdiepte van het kettingzwaard (12) met
de peilstok van een vijlmeter (niet meegeleverd).
5. Het kettingzwaard (12) moet vervangen worden als
een van de volgende punten van toepassing is:
– Het kettingzwaard is beschadigd.
– De gemeten groefdiepte is kleiner dan de minima-
le groefdiepte van het kettingzwaard (4 mm).
– De groef van het kettingzwaard is versmald of ge-
spreid.
13 Opslag en transport
Bewaar het product en de bijbehorende accessoires op
een donkere, droge en vorstvrije en voor kinderen ontoe-
gankelijke plaats.
De optimale bewaartemperatuur ligt tussen 5 °C en 30 ˚C.
Bewaar het product in de originele verpakking.
Dek het product af om het te beschermen tegen stof of
vocht. Bewaar de gebruikshandleiding bij het product.
13.1
Voorbereiden voor de opslag
1. Breng de kettingbescherming aan.
2. Verwijder de accu.
3. Maak het product helemaal leeg.
4. Reinig en controleer het product op schade.
13.2
Transport
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Neem de accu voor alle werkzaamheden aan het elek-
trische gereedschap (bijv. onderhoud, werktuigwissel
etc.) alsook bij het transport en het bewaren uit het
elektrische gereedschap. Bij onvoorzien indrukken van
de aan/uit-schakelaar bestaat gevaar voor letsel.
• Het product mag alleen vervoerd worden aan de daar-
voor bestemde handgreep.
14 Reparatie & bestellen van
reserveonderdelen
Let op dat bij dit product de volgende delen onderhevig
zijn aan gebruiksmatige of natuurlijke slijtage, resp. de
volgende delen als verbruiksmateriaal wordt gebruikt.
www.scheppach.com
NL | 73