Het apparaat mag alleen wor-
•
den aangesloten op een stop-
contact dat door een erva-
ren elektricien volgens IEC
60364-1 is geïnstalleerd.
Controleer voor gebruik altijd
•
de aansluit- en verlengkabels
op tekenen van beschadiging
of veroudering. Als de kabel
tijdens gebruik beschadigd
raakt, moet deze onmiddel-
lijk worden losgekoppeld van
het elektriciteitsnet; RAAK DE
LIJN NIET AAN VOORDAT
HIJ IS LOSGEKOPPELD VAN
HET NET. Gebruik het appa-
raat niet als de kabel bescha-
digd of versleten is.
Indien het netsnoer van dit ap-
•
paraat beschadigd is, moet
het worden vervangen door
de fabrikant, diens dienst na-
verkoop of een soortgelijk ge-
kwalificeerd persoon, om ge-
varen te voorkomen. Neem
contact op met het servicecen-
trum.
Sluit het apparaat slechts aan
•
op een stopcontact met een
aardlekschakelaar (FI-scha-
kelaar) met een gemeten lek-
stroom van niet meer dan
30 mA.
Gebruik alleen verlengsnoe-
•
ren die geschikt zijn voor ge-
bruik in openlucht. De aanslui-
ting moet droog en boven de
grond zijn. We raden aan om
gebruik te maken van een ka-
belhaspel die het stopcontact
op minstens 60 mm van de
grond houdt.
Verlengkabels moeten een ka-
•
beldoorsnede hebben van ten
minste 2 × 2,5 mm².
Hogedrukslangen, fittingen en
•
koppelingen zijn belangrijk
voor de veiligheid van de ap-
paratuur. •Gebruik uitsluitend
door de producent aanbevo-
len hogedrukslangen, fittingen
en koppelstukken.
Gebruik het apparaat niet als
•
het netsnoer, de watertoevoer
of andere belangrijke onder-
delen zoals de hogedrukslang
of het spuitpistool beschadigd
of lek zijn.
Gebruik het apparaat alleen
•
rechtopstaand en alleen op
een stevige, vlakke onder-
grond.
Gebruik het apparaat nooit
•
wanneer kinderen of dieren in
de buurt zijn. Personen in de
buurt moeten veiligheidskle-
ding dragen.
NL
BE
77