nl
5 Configuratie
Code
Displaytekst
68
WP stop door hybride
69
Ontdooien met WP
70
Ontdooien m. back-up
71
Ontdooien WP back-up
72
Back-up bronpomp
73
WP aanvoer via Tmax
74
Nadraaitijd bronpomp
75
WP uit hoge vochtigh
76
WP uit wateraanvoer
78
Setpunt vochtigheid
79
Generators vrijgegvn
80
WP gaf koeling vrij
81
WP stop buitentemp.
82
WP uit aanvoer Tmax
83
Ontlucht. pompklepCV
84
Ontl. pomp klep SWW
85
Ontluchting klep CV
86
Ontluchting klep SWW
88
BL back-up uit
89
BL WP uit
90
BL WP back-up uit
91
Laag tarief
92
PV met WP
93
FV WP en back-up
94
Slim stroomnet (SG)
95
WachtOpWaterdruk
96
GeenProducentBeschik
182
Verklaring
De compressor stopte, omdat de prestaties onvoldoende zijn. De bijver
warmingsketel is aan.
De buitenunit voert een ontdooiactie uit met de compressor. De watertem
peraturen zijn voldoende voor de actie zonder ondersteuning van een bij
verwarmingsketel of bijverwarmingstoestel.
De ontdooiactie is gestopt, omdat de interne aanvoertemperatuur te laag
is. De bijverwarmingsketel of het bijverwarmingstoestel is gestart om de in
terne aanvoertemperatuur te verhogen.
De interne aanvoertemperatuur is laag door de ontdooiactie. De bijverwar
mingsketel of het bijverwarmingstoestel is gestart om een verdere verla
ging van de temperatuur te voorkomen.
Geeft de bedrijfstijd van de bronpomp aan als de compressor stopt. Deze
bronpompwerking is alleen voor grondbronwarmtepompen. De bijverwar
mingsketel of het bijverwarmingstoestel produceert nog steeds.
De warmtepomp en bijverwarmingsketel of bijverwarmingstoestel stopten.
De interne aanvoertemperatuur is over de ingestelde limiet.
Geeft de bedrijfstijd van de bronpomp aan als de compressor stopt. Deze
bronpompwerking is alleen voor grondbronwarmtepompen.
De warmtepomp stopte in de koelmodus. De vochtigheidssensor detec
teerde te veel vocht door condensering.
De warmtepomp stopte, omdat het waterdebiet in de wisselaar te laag is.
Het setpunt van het koelwater is toegenomen om condenseren te vermij
den.
De compressor en bijverwarmingsketel of bijverwarmingstoestel mogen
niet starten voor een warmtevraag of sanitair warm water.
De compressor mag niet starten voor een koelingsvraag.
De compressor mag niet starten, omdat de buitentemperatuur de ingestel
de limieten overschrijdt.
De warmtepomp is uit, omdat de interne aanvoertemperatuur hoger is dan
de ingestelde koelmoduslimiet.
De waterpomp is aan en de 3-wegklep is in de verwarmingsstand geduren
de de ontluchting.
De waterpomp is aan en de 3-wegklep is in de SWW-stand gedurende de
ontluchting.
De waterpomp is uit en de 3-wegklep is in de verwarmingsstand geduren
de de ontluchting.
De waterpomp is uit en de 3-wegklep is in de SWW-stand gedurende de
ontluchting.
Als de BL-ingang actief is, mag de bijverwarmingsketel of het elektrisch bij
verwarmingstoestel niet starten voor een warmtevraag.
Als de BL-ingang actief is, mag de compressor niet starten voor een warm
te- of koelingsvraag.
Als de BL-ingang actief is, mogen de compressor en bijverwarmingsketel
of het elektrisch bijverwarmingstoestel niet starten voor een warmtevraag.
Als de BL-ingang actief is, is de lagetariefperiode actief.
Als de BL-ingang actief is, mag alleen de compressor starten als fotovoltaï
sche energie beschikbaar is.
Als de BL-ingang actief is, mogen de compressor en bijverwarmingsketel
of het elektrisch bijverwarmingstoestel starten als fotovoltaïsche energie
beschikbaar is.
Als de BL-ingang actief is, is de regellogica van het slimme stroomnet ac
tief.
De ketel is in wachtstand tot de waterdruk voldoende is. Het ontluchtings
programma start niet.
Verwarmingsvermogen is niet in het systeem beschikbaar.
7854678 - v.01 - 15092023