LET OP
Stompe messen overbelasten het product! Gebruik het
product niet met een defecte of overmatig versleten
snij-inrichting.
LET OP
Let op dat de omgevingstemperatuur, tijdens de werk-
zaamheden niet hoger is dan 50 °C en niet lager is dan
– 20 °C.
10.1. Product in-/uitschakelen en bedienen (afb. 1)
Opmerking: Let er voor het inschakelen op dat het pro-
duct geen voorwerpen aanraakt.
1
Trek voor het inschakelen van het product de mes-
bescherming van de maaibalken (1).
2
Voor de trekontlasting vormt u aan het einde van
het verlengsnoer een lus, deze voert u door de
opening op de handgreep en hangt u deze in de
trekontlasting (15) op de handgreep.
3
Sluit het apparaat aan op de netspanning.
4.
Inschakelen: Schuif de aan/uit-schakelaar (10) naar
voren en druk op de veiligheidsschakelaar (12).
5.
Voor het uitschakelen, laat u de aan/uit-schakelaar
(10) en de veiligheidsschakelaar (12) los.
11. Werkinstructies
m Let op!
Het product voor de ingebruikstelling in ieder ge-
val volledig monteren!
m WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel!
Als u verstoppingen met uw blote handen verwijdert,
kunt u zich verwonden.
• Draag veiligheidshandschoenen.
• Gebruik geschikt gereedschap (bijv. een houten stok).
Aanwijzingen:
• Houd het product tijdens het gebruik stevig met bei-
de handen vast voor een betere controle over het
product.
• Enige geluidsoverlast van dit product is onvermijde-
lijk. Stel werkzaamheden met lawaai uit tot goedge-
keurde en aangewezen tijden. Houdt u evt. aan de
rusttijden.
• Voorkom een onnatuurlijke lichaamshouding. Zorg
voor een stabiele positie en zorg ervoor dat u al-
tijd stabiel staat. Daardoor kunt u het elektrische
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
11.1 Snijtechnieken
• Snij dikke takken eerst weg met de snoeischaar.
• Met de dubbelzijdige maaibalk is het mogelijk om
een snede in beide richtingen te maken of door
pendelbewegingen van de ene zijde naar de andere
zijde te gaan.
• Beweeg bij een verticale snede het product gelijk-
matig naar voren of in een boog omhoog en omlaag.
• Beweeg bij een horizontale snede het product sik-
kelvormig naar de rand van de heg, zodat afgesne-
den takjes naar de grond vallen.
• Om lange rechte lijnen te verkrijgen, is het raad-
zaam om koorden te spannen.
11.2 Hagen snoeien
Het is raadzaam om heggen in een trapeze-achtige
vorm te snijden, om het kaal worden van de onderste
takken te voorkomen. Dit komt overeen met de na-
tuurlijke plantengroei en hierdoor kan de heg optimaal
groeien. Bij het snijden worden alleen de nieuwe jonge
scheuten gereduceerd, zo vormt zich een dichte haag
en een goede visuele bescherming.
• Snij eerst de zijkant van de heg bij. Beweeg daartoe
het product met de groeirichting van onder naar bo-
ven. Als u van boven naar onder snijdt, bewegen de
dunnere takjes naar buiten, waardoor er uitgedunde
plaatsen of gaten kunnen ontstaan.
• Snij daarna de bovenkant naar wens recht, puntvor-
mig of rond.
• Trim nu jonge planten in de gewenste vorm. De
hoofdstammen moeten onbeschadigd blijven, totdat
de heg de geplande hoogte heeft bereikt. Alle ande-
re takken worden tot de helft gesnoeid.
11.3 Vrijgroeiende hagen onderhouden
Hoewel vrijgroeiende hagen niet gesnoeid worden,
moeten ze regelmatig onderhouden worden om te
voorkomen dat de haag te hoog wordt.
11.4 Snoeien op het juiste moment
• Bladhaag: juni en oktober
• Conifeerhaag: april en augustus
• Snelgroeiende haag: vanaf mei om de 6 weken
Let op voor nestelende vogels in de haag. Stel in dat
geval het knippen uit of sla dit gedeelte over.
12. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar aange-
sloten. De aansluiting voldoet aan de relevante VDE-
en DIN-voorschriften.
www.scheppach.com
NL | 61