Herunterladen Diese Seite drucken

Primus Omnilite TI Gebrauchsanleitung Seite 13

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 5
3219 PRIMUS OmniLite Ti, Kooktoestel
NL
GEBRUIKSAANWIJZING
BELANGRIJK: Lees deze gebruiksaanwijzing zorg-
vuldig voordat u het toestel aansluit op een
gastankje of brandstoffles en lees de gebruiks-
aanwijzing ook later regelmatig door om uw
kennis van de werking van het toestel op peil
te houden. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor
toekomstig gebruik. Het niet in acht nemen
van deze gebruiksaanwijzing kan ernstig
persoonlijk letsel of doodsgevaar tot ge-
volg hebben!
WAARSCHUWING: Dit toestel verbruikt zuurstof
en produceert koodioxide. Ter voorkoming van
levensgevaar mag het toestel NIET worden ge-
bruikt of ontstoken in niet geventileerde ruimten,
binnenshuis, in tenten, voertuigen of andere
besloten ruimten. UITSLUITEND VOOR
GEBRUIK BUITENSHUIS!
Dek het kooktoestel (gastankje of brandstoffles)
NOOIT af met een windscherm, stenen of an-
dere voorwerpen die oververhitting en bescha-
diging van het kooktoestel, gastankje of brand-
stoffles kunnen veroorzaken. De aldus ontstane
oververhitting van gastankjes of brandstofflessen
is levensgevaarlijk.
BRANDSTOFFEN EN PRESTATIES
Afsluitventiel 36 (0,36 mm)
• Gas in Primus-wegwerpcassettes (mengsel van
propaan/butaan/isobutaan) is de ideale brandstof
voor de OmniLite Ti. Het is eenvoudig in het ge-
bruik, effectief, schoon (geen roetaanslag) vergt
geen voorverwarming en is vrijwel onderhoudsvrij.
Afsluitventiel 32 (0,32 mm)
• Hoogwaardige benzine voor industrieel gebruik
of PRIMUS PowerFuel, MSR® White Gas/
Coleman® Fuel heeft een schone verbranding
en laat hoegenaamd geen aanslag achter in het
brandstofsysteem.
• Gewone autobenzine mag alleen bij wijze van uit-
zondering worden gebruikt, aangezien deze
brandstof additieven bevat die gevaar voor de
gezondheid opleveren en bovendien aanslag in
het brandstofsysteem achterlaat.
• Gebruik om gezondheidsredenen nooit gelode ben-
zine.
Afsluitventiel 25 (0,25 mm)
• Petroleum is over de hele wereld verkrijgbaar, maar
produceert een blakerende vlam. Het voorver-
warmen is ook lastiger, terwijl regelmatig reinigen
noodzakelijk is
• Gebruik diesel alleen als er geen andere brandstof
beschikbaar is. Deze brandstof produceert een
walmende vlam, vereist een lange voorverwar-
mingstijd en vergt regelmatig schoonmaken.
1.
INLEIDING
1.1
Dit toestel is uitsluitend geschikt voor de Primus-
gastankjes 2202, 2206 en 2207, gevuld met een
mengsel van propaan en butaan en isobutaan,
of Primus-brandstofflessen voor industrieben-
zine (PRIMUS PowerFuel, MSR® White Gas/
Coleman® Fuel), ongelode benzine, petroleum en
andere soortgelijke brandstoffen.
1.2
Pogingen om het toestel aan te sluiten op andere
soorten gastanks of brandstofflessen kunnen ge-
vaarlijk zijn, met het risico van persoonlijk letsel of
ongevallen met dodelijke afloop
1.3
Gasverbruik: 130 g/u / 6300 Btu/u / ca. 1,8 kW
bij een druk van 1 bar.
1.4
Afmeting van het afsluitventiel: 0,36 mm voor
wegwerpcassettes van Primus. Afmeting van
afsluitventiel: 0,32 mm voor industriebenzine
(MSR® White Gas/Coleman® Fuel) en ongelode
benzine.
Afmeting van afsluitventiel: 0,25 mm voor petro-
leum en soortgelijke brandstoffen.
1.5
Dit toestel voldoet aan de eisen volgens EN 521,
CAN1-11.2-M79 en CSA B140.9.2-1975. Het
CE-merkteken is alleen van toepassing bij gebruik
van gas.
1.6
Zie er altijd op toe dat de slang van
het kooktoestel af is gericht en niet in
aanraking komt met de vlam of de hete
uitlaatgassen. Voorkom dat de slang verdraaid
wordt of wordt blootgesteld aan slijtage.
2.
WENKEN VOOR VEILIG GEBRUIK
2.1
Zorg ervoor dat de afdichtingen van het toestel
en de pomp (1) correct zijn geplaatst en in goede
staat verkeren voordat u het gastankje of de
brandstoffles aansluit.
2.2
Dit toestel is uitsluitend bedoeld voor gebruik bui-
tenshuis. Ter voorkoming van levensgevaar mag
het toestel NIET worden gebruikt of ontstoken in
niet geventileerde ruimten, binnenshuis, in tenten,
auto's of andere besloten ruimten.
2.3
Plaats de gasbrander op een vlakke ondergrond.
2.4
Vergewis u ervan dat er in de nabijheid van het
toestel geen brandbare voorwerpen aanwezig zijn
zoals beschreven onder punt 4.8.4 en 6.8.6.
2.5
Het vervangen of aansluiten van een gascassette
of brandstoffles dient plaats te vinden op een
veilige plaats buitenshuis en uit de nabijheid van
hittebronnen als open vuur, waakvlammen, elek-
trische kachels en andere mensen.
2.6
Plaats het toestel in geval van lekkage (gas- of
benzinegeur, enz.) onmiddellijk op een goed ge-
ventileerde plaats in de vrije lucht, uit de nabijheid
van ontstekingsbronnen. Controleer en verhelp
de lekkage. Gaslekkages mogen uitsluitend bui-
tenshuis worden gecontroleerd. Voor de controle
op lekkage mag nooit een vlam worden gebruikt.
Gebruik zeepsop.
2.7
Gebruik het toestel nooit als de afdichtingen
beschadigd of versleten zijn of als het toestel zelf
lekt, beschadigd is of niet goed werkt.
2.8
Laat een brandend toestel nooit onbeheerd ach-
ter.
2.9
Let op dat pannen niet droogkoken.
3.
HANTEREN VAN HET TOESTEL
3.1
Raak tijdens of kort na het gebruik nooit de hete
onderdelen van het toestel aan.
3.2
Opslag: Schroef het gastankje of de brand-
stoffles los als het toestel niet wordt gebruikt.
Bewaar het gastankje op een droge en veilige
plaats, uit de nabijheid van warmtebronnen.
3.3
Gebruik het toestel niet op oneigenlijke wijze of
voor andere dan de beoogde doeleinden.
3.4
Behandel het toestel met de nodige voorzichtig-
heid. Laat het toestel niet vallen.
4.
MONTEREN EN GEBRUIK VAN HET
TOESTEL MET GASCASSETTE
4.1
Het is enorm belangrijk dat het brand-
stofsysteem geheel leeg is voordat
gasbrandstof wordt gebruikt. Een ge-
vaarlijke steekvlam kan anders ontstaan
(zie voor het aftappen van het systeem
de aanwijzingen onder punt 6.8.7).
Vergewis u er ook van dat afsluitventiel
36 is gemonteerd.
4.2
Zorg ervoor dat de afsluitklep (2) en de regelknop
(5) goed gesloten zijn (door zo ver mogelijk met
de klok mee te draaien).
4.3
Houd het gastankje (3) rechtop tijdens het aan-
sluiten op de klep.
4.4
Plaats de klep recht op het gastankje (zie fig.2).
4.5
Draai het gastankje voorzichtig op de klep tot
het de O-ring van de klep raakt. Let op dat u het
gastankje niet scheef op de schroefdraad draait.
N.B: Het gastankje mag alleen met hand-
kracht op de klep worden geschroefd!
Als u het gastankje te hard vastdraait
kan het beschadigd worden.
4.6
Zorg ervoor dat de gasaansluiting volledig is af-
gedicht. Het gas mag uitsluitend buitenshuis wor-
den gecontroleerd. Voor de controle op lekkage
mag nooit een vlam worden gebruikt. Gebruik
zeepsop dat u op de naden en aansluitingen van
de gasbrander aanbrengt. Bij lekkage worden
belletjes gevormd rondom de lekkage. Als u
redenen hebt om aan te nemen dat de brander
lekt of als u een gaslucht gewaarwordt, mag de
gasbrander niet worden aangestoken. Draai het
gastankje los en lever de gasbrander in bij uw
Primusdealer.
4.7
Draai de poten (pannensteunen) (12) in positie in
het windscherm (11).
4.8
Het kooktoestel is nu klaar voor gebruik.
4.9
Het toestel moet altijd op een stabiele onder-
grond staan. Zorg ervoor dat de slang geheel
gestrekt is en van het kooktoestel af is gericht.
De gascassette moet buiten bereik van de kook-
warmte staan.
4.10 Draai eerst de afsluitklep (2) en vervolgens de
regelknop (5) tegen de klok in en ontsteek de
brander (4) onmiddellijk.
4.11 Stel de vlam af met behulp van de regelknop (5)
of de afsluitklep (2).
4.12 Het toestel mag alleen rechtopstaand worden
gebruikt. Verplaats nooit een brandend toestel.
De vlam kan flakkeren voordat het toestel warm
genoeg is of als het te abrupt wordt verplaatst.
4.13 Na het gebruik eerst de afsluitklep (2) sluiten en
nadat de vlam is gedoofd ook de regelknop (5).
4.14 Zorg voor voldoende afstand tot brandbare mate-
rialen. De afstand tot het plafond/dak dient min-
stens 1250 mm te zijn en tot de wand minstens
1000 mm. ANDERS kan brand uitbreken!
5.
VERVANGEN VAN GASTANK
5.1
Sluit de afsluitklep (2) en de regelknop (5) geheel.
Zorg ervoor dat de vlam geheel is gedoofd en dat
er geen ander open vuur in de nabijheid is. Het
gastankje moet buitenshuis worden vervangen,
buiten bereik van andere personen. Draai het
tankje van de klep en vervang de O-ring waarmee
het kooktoestel wordt afgedicht, als de ring ge-
barsten of versleten is. Voorkom het scheef op de
schroefdraad draaien, door de klep recht op de
schroefdraad van het gastankje te plaatsen en de
klep alleen met handkracht aan te draaien, zoals
beschreven onder punt 4.
6.
MONTEREN EN GEBRUIKEN VAN
HET TOESTEL MET VLOEIBARE
BRANDSTOFFEN
6.1
Het toestel wordt geleverd met drie afsluitklep-
pen. Het afsluitventiel met de anduiding 36 is
bedoeld voor Primus-gastankjes, afsluitventiel 32
voor industriebenzine en ongelode benzine en
afsluitventiel nummer 25 is bedoeld voor petro-
leum, diesel en soortgelijk brandstoffen. Vergewis
u ervan dat het juiste afsluitventiel is gemonteerd.
6.2
Vul de Primus-brandstoffles tot aan de streep
met vloeibare brandstof. N.B: Nooit tot boven de
vulstreep!
6.3
Zorg ervoor dat de afsluitklep (2) en de de regel-
knop (5) goed gesloten zijn (door zo ver mogelijk
met de klok mee te draaien).
6.4
Draai de pomp (21) in de brandstoffles (20).
6.5
Draai de wartelverbinding van de pomp voor-
zichtig op de klep tot het de O-ring van de klep
raakt. Let op dat u niet scheef in de schroefdraad
draait bij het aansluiten van de wartelverbinding.
N.B: De wartelverbinding mag alleen
met handkracht op de klep worden ge-
schroefd. Als u te hard draait kan de
wartelverbinding beschadigd worden.
6.6
Draai de poten (pannensteunen) (12) in positie in
het windscherm (11).
6.7
Pomp ca. 20 slagen, of meer als het brandstofni-
veau onder de streep in de brandstoffles staat.
6.8
Plaats de brandstoffles op een vlakke en stevige
ondergrond met de tekst "ON" op de brandstof-
pomp omhoog gericht.
6.9
Het toestel moet altijd op een stabiele onder-
grond staan. Zie er altijd op toe dat de
slang van het kooktoestel af is gericht
en niet in aanraking komt met de vlam
of de hete uitlaatgassen. Voorkom dat de
slang verdraaid wordt of wordt blootgesteld aan
slijtage.De brandstoffles moet buiten bereik van
de kookwarmte staan.
6.10 Open eerst de afsluitklep (2). Open daarna de
regelknop (5) door hem een halve slag tegen
de klok in te draaien en laat de brandstof ca. 2
seconden uit het afsluitventiel spuiten voordat u
de knop weer dichtdraait. Als petroleum of diesel
wordt gebruikt en bij koud weer of harde wind, is
meer brandstof vereist voor de voorverwarming.
Laat de brandstof dan 4-6 seconden ontsnap-
pen.
6.11 Controleer of het toestel lekt aan de afsluit-
klep, de regelknop, de brandstofpomp, het
afsluitventiel, de brandstofleiding of de slang.
BIJ LEKKAGE HET TOESTEL NIET
GEBRUIKEN!
6.12 Ontsteek het voorverwarmingskussen-
tje. HOUD UW HOOFD EN ANDERE
LICHAAMSDELEN NIET BOVEN HET
TOESTEL Het voorverwarmingskussentje zal nu
ca. 40 seconden branden als industriebenzine/
white gas wordt gebruikt, langer bij gebruik van
petroleum en diesel of als de omgevingstempera-
tuur te laag is. Wanneer de brandstof in het voor-
verwarmingskussentje bijna op is, maar voordat
de vlam geheel is gedoofd, draait u de regelknop
(5) langzaam open (tegen de klok in draaien). Als
het toestel met gele en flakkerende vlam brandt,
is de voorverwarmingstijd te kort. Draai de regel-
knop (5) een beetje lager tot de vlam blauw en
stabiel is en laat het toestel een poosje op een
laag pitje branden om te worden voorverwarmd.
Als het desondanks niet mogelijk is om het kook-
toestel met volle kracht te laten branden, dan

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

3219