Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Inregelen Van De Brander - elco VECTRON L 02.120 DUO Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für VECTRON L 02.120 DUO:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Inbedrijfstelling

Inregelen van de brander

Brander starten
Vóór de start van de brander olie met de
handpomp aanzuigen, tot het filter
volledig gevuld is.
Vervolgens brander starten door het
inschakelen van de ketelregelaar.
Om de olieleiding tijdens de
voorventilatiefase volledig te ontluchten,
de ontluchtingsbout op het oliefilter
openen. Hierbij mag een onderdruk van
0,4 bar niet worden onderschreden.
Als er olie zonder luchtbellen komt en
het filter volledig met olie gevuld is,
ontluchtingsbout sluiten.
Instelling trap 1 (nok IV)
• Brander in 1e trap zetten.
• Via drukregelaar 8 oliedruk voor trap 1
overeenkomstig gewenst
brandervermogen instellen. Hierbij
continu de verbrandingswaarden
controleren (CO, CO
, roettest).
2
Indien nodig luchthoeveelheid
aanpassen, zo nodig stap voor stap.
• Luchthoeveelheid verhogen: Nok IV
op hogere schaalwaarde zetten.
• Brander kort in 2e trap schakelen en
terugzetten. Luchtkleppenmotor
schakelt naar de nieuwe
kleinlaststand.
• Luchthoeveelheid verminderen: Nok
IV kleinere schaalwaarde instellen,
servomotor loopt automatisch na.
Verbrandingswaarden optimaliseren
Zo nodig verbrandingswaarden via
instelling van de stuwschijfstand (maat
Y) optimaliseren.
Hierdoor kunnen startgedrag, pulsatie
en verbrandingswaarden worden
beïnvloed.
Bij reductie van schaalwaarde Y stijgt de
CO
-waarde, het startgedrag wordt
2
echter harder.
Indien nodig luchthoeveelheidwijziging
door aanpassing van de luchtklepstand
compenseren.
Controle van de functie
Een veiligheidstechnische controle van
de vlambewaking moet zowel bij de
eerste inbedrijfstelling als ook na
revisies of langere stilstand van de
installatie worden uitgevoerd.
- Startpoging met verduisterde
vlambewaker: na het einde van de
veiligheidstijd moet de
verbrandingsautomaat op storing
schakelen!
- Start met verlichte vlambewaker: na
10 seconden voorventilatie moet de
verbrandingsautomaat op storing
schakelen!
Explosiegevaar!
Tijdens het inregelen continu CO,
CO
en roetemissies controleren. Bij
2
CO-vorming verbrandingswaarden
optimaliseren. CO-aandelen mogen
50 ppm niet overschrijden.
Instelling trap 2 (nok I)
• Met behulp van 4-polige steker naar
2e trap schakelen.
• Via drukregelaar 9 oliedruk voor trap 2
overeenkomstig gewenst
brandervermogen instellen. Hierbij
continu de verbrandingswaarden
controleren (CO, CO
, roettest).
2
Indien nodig luchthoeveelheid
aanpassen, zo nodig stap voor stap.
• Luchthoeveelheid verhogen: Nok I op
hogere schaalwaarde zetten,
servomotor loopt automatisch na.
• Luchthoeveelheid verminderen: Nok I
op kleinere schaalwaarde zetten.
• Brander kort in 1e trap schakelen en
weer opstarten.
• Luchtklep schakelt naar de nieuw
ingestelde stand.
Let op: Minimaal noodzakelijke
rookgastemperatuur volgens opgave
van de ketelfabrikant en volgens
eisen rookgaswegen ter voorkoming
van condensatie in acht nemen.
Als maat Y bij de instelling van de 1e
trap nogmaals gecorrigeerd moet
worden, dienen de instelwaarden van de
2e trap te worden gecontroleerd.
- Normale start; als de brander in bedrijf
is, vlambewaker verduisteren: na
nieuwe start en nieuw einde van de
veiligheidstijd moet de
verbrandingsautomaat op storing
schakelen!
12/2007 - Art. Nr. 13 023 653A
Instelling omschakelpunt
magneetklep trap 2 (nok III)
• Brander meerdere keren van trap 1
naar trap 2 omschakelen. Nok III zo
instellen, dat een zachte overgang
van trap 1 naar trap 2 gegarandeerd
is.
41

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Vectron l 02.160 duoVectron l 02.210 duo

Inhaltsverzeichnis