1.
Algemene informatie
1.1 Veiligheid
1.2 Verantwoordelijkheid
2.
Gepompte vloeistoffen
3.
Technische gegevens
3.1 Elektropompgroep
3.2 Constructiekenmerken
3.3 Toepassingsveld
4.
Beheer
4.1 Opslag
4.2 Transport
5.
Installatie
5.1 Installatie kabelgeleider SS6
6.
Elektrische installatie
6.1 Aansluiting van de voedingskabel
6.2 Elektrische apparatuur
6.3 Elektrische beveiligingen
6.4 Draairichting
6.5 Aanvullende instructies voor de
verbinding van de motorklemmen
met zes kabels
7.
Inbedrijfstelling en start
7.1 Start
7.2 Werking
7.3 Tests
8.
Onderhoud
9.
Reparatie
9.1 Demontage van de pomp-motorgroep
9.2 Assemblage van de pomp-motorgroep
10. Uitbedrijfneming en sloop
11. Opsporen en oplossen van
storingen
1. ALGEMENE INFORMATIE
Alvorens met de installatie te
beginnen
moet deze documentatie aandachtig
worden gelezen.
De
installatie,
de
elektrische
inbedrijfstelling
moeten
gespecialiseerd personeel, in overeenstemming met de
algemene en plaatselijke veiligheidsvoorschriften die van
kracht zijn in het land waar het product wordt
geïnstalleerd. Veronachtzaming van deze instructies leidt
tot verval van elk recht op garantie, nog afgezien van het
feit dat het gevaar oplevert voor de gezondheid van
personen en beschadiging van de apparatuur.
NEDERLANDS
aansluiting
en
worden
uitgevoerd
33
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen
33
(waaronder kinderen) met beperkte lichamelijke, sensoriële
33
en mentale vermogens of die onvoldoende ervaring of
33
kennis ervan hebben, tenzij zij bij het gebruik van het
33
apparaat onder toezicht staan van, of geïnstrueerd worden
33
door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Op
34
kinderen moet toezicht gehouden worden om er zeker van
34
te zijn dat zij niet met het apparaat spelen.
34
34
Controleer of het product geen
34
schade
35
transport of de opslag.
36
Controleer of het externe omhulsel
36
onbeschadigd en in optimale conditie
37
is.
37
1.1 Veiligheid
37
Het
gebruik
is
37
veiligheidsmaatregelen zijn getroffen in de elektrische
37
installatie, conform de normen die van kracht zijn in het
37
land waar het product geïnstalleerd wordt (voor Italië CEI
64/2).
38
38
1.2 Verantwoordelijkheid
38
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de goede
38
werking van de machine of eventuele schade die
39
hierdoor wordt veroorzaakt, indien zij onklaar gemaakt
39
of gewijzigd wordt en/of als zij gebruikt wordt buiten
39
het aanbevolen werkveld of in strijd met andere
39
39
voorschriften die in deze handleiding worden gegeven.
2. GEPOMPTE VLOEISTOFFEN
40
De machine is ontworpen en geconstrueerd voor het
pompen van water, zonder explosieve stoffen en vaste
partikels of vezels, met een dichtheid van 1000 kg/m³,
kinematische viscositeit van 1mm²/s en chemisch niet
agressieve vloeistoffen.
Acceptabel zijn kleine zanddeeltjes met een grootte van
50 gr./m³ - Ø 1 mm.
3. TECHNISCHE GEGEVENS
3.1 Elektropompgroep
De elektropomp is een meercellige centrifugaalpomp met
de
dompelmotor, voorzien van een ingebouwde terugslagklep,
door
met een laag belastingverlies.
De rotoren zijn dynamisch uitgebalanceerd en de assen
worden geleid door coaxiale buslagers. De elektropomp
wordt in twee versies gerealiseerd, te weten radiaal en
semiaxiaal.
De radiaalpomp wordt gekenmerkt door trappen met een
beperkte axiaal ruimtebeslag, bestaande uit het huis, rotor
en diffusor. De radiale versie maakt gebruik van een hoog
aantal
trappen
opvoerhoogten kunnen worden bereikt.
De semiaxiale pomp daarentegen wordt gekenmerkt door
trappen die
gevormd
ingebouwde diffusor en semiaxiale rotor. In vergelijking
met radiaalpompen wordt dit type pomp gebruikt wanneer
33
heeft
opgelopen
alleen
toegestaan
als
mogelijk,
waardoor
worden
door
het
bij
het
de
nodige
zeer
grote
huis
met