Motor Afzetten; Gebruik Van De Motorzeis; Maaidraad Bijregelen - Solo 106 Gebrauchsanweisung

7.6 Als de motor loopt:
Als de motor draait, trekt u kort aan de
gashendel om de halfgasvergrendeling op te
heffen. Laat de gashendel weer los, zodat de
motor stationair blijft draaien. U kan nu be-
ginnen met het werk.

7.7 Motor afzetten:

Laat de gashendel los en zet de stopschakelaar
in de stand "STOP".
Wegens de centrifugaalkoppeling draait het
snijwerktuig nog een korte tijd na het loslaten
van de gashendel verder. Let erop dat het
snijwerktuig tot stilstand is gekomen voor u de
machine wegzet.

8. Gebruik van de motorzeis

Afhankelijk van het gemonteerde snijwerktuig
mag de motorzeis enkel worden gebruikt om
gras en onkruid te maaien, om wildgroei,
struiken, kreupelhout, struikgewas en
dergelijke te snijden. De motorzeis mag niet
worden gebruikt voor andere doeleinden. De
aanraakbeveiliging voor de machine en het
snijwerktuig in kwestie moet altijd
gemonteerd zijn. Maaikoppen met kunststof-
snijdraad zijn geschikt voor zacht snijwerk,
bijv. om netjes rond bomen en palen te
snijden. Ga - terwijl de machine stationair
draait - naar de te maaien plaats en geef daar
volgas. Laat de motor nooit zonder belasting
op werktoerental komen.
FIG. 21
Steek het werktuig voor 2/3 in het te maaien
materiaal en werk met de machine zoals met
een zeis, door stapsgewijs vooruit te gaan en
het te maaien materiaal van de ene kant naar
de andere te bewerken.
Voor optimale snijprestaties dient u de
motorzeis met volgas te gebruiken. Werk
nooit in het slipbereik van de koppeling.
Indirecte schade door overbelasting wordt niet
gedekt door de garantie.
Als u onregelmatigheden of verstoppingen
aan het snijwerktuig of de aanraakbeveiliging
vaststelt, dient u de motor onmiddellijk uit te
zetten. Rem het snijwerktuig af door het op
de grond te duwen tot het tot stilstand is
gekomen. Trek de bougiestekker af en
verwijder gras, bladeren enz. uit de
werktuighouder. Controleer of de volledige
motormachine in veilige staat verkeert.
Als u de draadkop (model 105, 106L en 106R;
106B optioneel) gebruikt, mag u enkel werken
met de toegelaten snijdraadlengte. Als de
aanraakbeveiliging juist gemonteerd is, wor-
den de snijdraden altijd ingekort tot op de
toegelaten lengte (draadafsnijmes ingebouwd
in de aanraakbeveiliging). Als de snijdraden te
lang zijn, bestaat er zeer groot gevaar voor
verwondingen; bovendien wordt de motor
overbelast en kan hij beschadigd raken.
Bij een eventuele ombouw van metaal-
werktuigen naar draadkoppen (model 106)
moet de standaard-aanraakbeveiliging dan
ook worden aangevuld met de overeenkomstige
componenten (tussenstuk en draadafsnijmes).

8.1 Maaidraad bijregelen

Als een halfautomatische draadkop wordt
gebruikt:
FIG. 22
Terwijl de motorzeis onbelast werkt maar de
draadkop draait, stuit u met de draadkop
enkel keren op begroeide ondergrond. De
snijdraad komt dan gedeeltelijk vrij. Per
ontgrendeling wordt de draad ongeveer 30
mm verlengd. Als de draad te lang is, wordt
dit door het draadafsnijmes gecorrigeerd.
Als de maaidraad opgebruikt is, kan u hem
door de als toebehoren aangeboden
maaidraad bestelnr.: 6900997 vervangen.
93