Bougie-Informatie - Solo 106 Gebrauchsanweisung

De regelschroeven voor het mengsel voor de
onbelaste loop en het mengsel voor de volledig
belaste loop kunnen slechts in een beperkt bereik
worden omgezet. Deze afstelschroeven zijn slechts
voor de bijstelling door de gebruiker bedoeld.
De onderstaande aanwijzingen zijn voor
vakmensen bestemd.
Instructie: De basisinstelling geldt voor het
complete, bedrijfsklaar gemonteerde apparaat.
Voor de correcte instelling bij de onbelaste
loop moet het luchtfilter schoon zijn!
Laat de motor warmlopen.
Onbelast toerental
Max. toegestaan toerental
Als de onbelaste loop te hoog is, draait u de aanslagschroef
voor de onbelaste loop "T" (1) tegen de wijzers van de klok
in iets open. Als de onbelaste loop te laag is (de motor dus
blijft staan), draait u de aanslagschroef voor de onbelaste
loop "T" (1) met de wijzers van de klok mee iets dicht, tot
de motor gelijkmatig doorloopt.
Het werkgereedschap mag tijdens de onbelaste loop niet
bewegen!
Attentie: De carburateurinstelling dient voor
het behalen van het maximale motorver-mogen.
Voor het afstellen moet absoluut een
"toerentalmeter" worden gebruikt! Geen hoger
toerental dan aangegeven instellen, omdat dit
tot schade aan de motor kan leiden!

9.5 Bougie-informatie

FIG. 35
De ontstoorde bougie (warmtewaarde 200) is
b.v. onder de volgende benaming te koop:
BOSCH WS6F
CHAMPION RCJ-6Y of iets vergelijkbaars.
De voorgeschreven elektrodeafstand bedraagt
0,5 mm. Controleer de bougiekabel voor elke
start. De bougie moet regelmatig om de 50
bedrijfsuren worden gecontroleerd. Als de
elektroden sterk afgebrand zijn, moet de bougie
onmiddellijk worden vervangen - anders om de
100 uur. Om de bougie te demonteren, zet u de
stopschakelaar in de stand "Stop". Verwijder de
bougieafdekking. Trek de bougiestekker eronder
af en schroef de bougie met de bijgeleverde
bougiesleutel uit. Gebruik enkel bougies met
vast gemonteerde, dikke aansluitmoer op het
bovenste uiteinde. Anders bestaat er
brandgevaar door vonkvorming. Duw de
bougiestekker altijd goed vast op de bougie.
= 2900 U/min
= 9000 U/min
9.6 Luchtfilter onderhoud
Vervuilde luchtfilter hebben een prestatiedaling
tot gevolg. Zij vergroten het brandstofverbruik en
daardoor de schadelijke stoffen in het uitlaatgas.
Bovendien wordt het starten moeilijker.
FIG. 36
4
5
3
2
Voer de volgende onderhoudswerkzaamheden
regelmatig uit.
Vóór het openen van het luchtfilter de
startklep (1) sluiten,
in de carburateur kan terechtkomen.
Strip (2) indrukken en filterafdekking (3)
wegkiepen en afnemen. Filteromgeving
reinigen.
Voorfilter (4) en hoofdfilter (5) uit de
filterdrager (6) nemen.
Bij gebruik tijdens de hele dag moeten het
voorfilter en het hoofdfilter elke dag worden
gereinigd. Als er vrij veel stof optreedt ook
tussendoor. Gewoon uitkloppen of uitblazen is voor
de dagelijkse reiniging het beste geschikt. Bij
beschadigd filtermateriaal moeten de des-
betreffende onderdelen onmiddellijk worden
vervangen. Voor motorschade, die ontstaan door
ondeskundig onderhoud, kan geen
garantieaanspraak worden ontleend. Het nieuwe
resp. gereinigde voorfilter en hoofdfilter in de
filterdrager (6) plaatsen en de filterafdekking weer
aanbrengen en borgen door deze in te klikken.
In geen geval vochtig of nat voorfilter en
hoofdfilter plaatsen!
9.7 Instructies t.a.v. de geluiddemper
Indien de motor niet naar tevredenheid loopt,
hoewel het luchtfilter gereinigd is en ook de
carburateurafstelling in orde is, kan dit ook
aan een vervuilde of beschadigde
geluiddemper liggen. Wend u tot de
vakwerkplaats a.u.b..
6
1
zodat er geen vuil
97