Tanken; Brandstofinformatie; Mengverhouding; Brandstof Vullen - Solo 106 Gebrauchsanweisung

Om de éénschouderriem los te maken, opent
u de bajonetsluiting door de grendels samen
te duwen. De haak met het onderste gedeelte
van de riem mag zo op de machine blijven.
Bij andere sluitingstypes altijd de haak op de
riem losmaken.

6. Tanken

6.1 Brandstofinformatie

(Volgende informatie over de brandstof en de
mengverhouding geldt voor de modellen 105,
106L en 106B. Voor het model 106R baseert u
zich op de informatie in de bijgeleverde
gebruiksaanwijzing voor de Fuji-Robin 4-
taktmotor.) De motor van de machine 105, 106L
en 106B is een hoogrendement-tweetaktmotor,
die moet worden aangedreven met een benzine-
/oliemengsel (benzine en olie = brandstofmengsel)
of met in de vakhandel verkrijgbare,
voorgemengde speciale brandstofmengsels voor
2-taktmotoren. Voor het brandstofmengsel kan
loodvrije normale benzine of loodvrije
superbenzine gebruikt worden (minimaal
octaangehalte 92 ROZ). Ongeschikte
brandstoffen of afwijkingen van de
mengverhouding kunnen ernstige motorschade
tot gevolg hebben!
Direct huidcontact met benzine en
het inademen van benzinedampen
vermijden - gezondheidsrisico!

6.2 Mengverhouding

Gebruik voor de eerste vijf tankvullingen altijd
een mengverhouding benzine-olie van 25:1
(4%). Vanaf de zesde tankvulling adviseren wij
bij gebruik van de door ons aangeboden
speciale 2-taktolie "Castrol Super TT"een
mengverhouding van 50:1 (2%). Bij andere
merken 2-takt oliën adviseren wij een
mengverhouding van 25:1 (4%).
Sla het mengsel niet langer dan 3-4 weken op.
1000 cm 3 (1 Liter)
5000 cm 3 (5 Liter)
3
10000 cm (10 Liter)
Castrol-olie TT andere merken
25:1 (4%)
50:1 (2%)
20 cm 3
40 cm
3
100 cm
200 cm
3
200 cm
400 cm
6.3 Met brandstof vullen
Neem tijdens het tanken de
veiligheidsvoorschriften in acht.
Tank uitsluitend met uitgeschakelde motor.
De omgeving van de vulzone moet goed
worden schoongemaakt. Zet het apparaat
zodanig neer dat de tankdop eraf gaat
en vul het brandstofmengsel slechts tot aan
de onderkant van de mof. Om verontreinigingen
in de tank te voorkomen, gebruikt u
eventueel een zeeftrechter. Na het vullen
schroeft u de tankdop er weer vast op.
FIG. 16
1
Wij adviseren het brandstoffilter (1) ieder jaar
voor een vakwerkplaats te laten vervangen.

7. Motor starten/ motor afzetten

7.1 Halfgasinstelling (model 105, 106L en 106R)

FIG. 17
3
3
3
Zet de stopschakelaar (3) op "Start".
Trek de gashendel (1) volledig door.
DDuw de halfgasvergrendeling (2) in en
laat de gashendel weer los.
91