Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
LET OP
Gebruik van water met additieven
Defecte accu's, verlies van de aanspraak op garantie
Gebruik voor het bijvullen van de accu's alleen gedestil-
leerd of ontzilt water (EN 50272-T3).
Gebruik geen additieven, zogenaamde verbeterings-
middelen, omdat dan de garantie komt te vervallen.
1. Een uur voor het einde van de laadprocedure gede-
stilleerd water toevoegen. Hierbij de juiste zuur-
stand conform de kenmerking van de accu in acht
nemen.
Aan het einde van de laadprocedure moeten alle
cellen gassen.
2. Gemorst water verwijderen. Ga hiervoor te werk zo-
als beschreven in het gedeelte "Accu's reinigen" van
het hoofdstuk Verzorging en onderhoud.
Accu-indicator
De laadtoestand van de accu's wordt op het display op
het bedieningspaneel weergegeven.
● De lengte van de balk geeft de laadtoestand van de
accu weer.
Uitpakken
Instructie
Voor onmiddellijke buitenwerkingstelling van alle functies de
veiligheidsschakelaar op "0" zetten.
1. De verpakkingsfolie verwijderen.
2. De spanband verwijderen.
3. De oprijplanken en het kanthout van de pallet schroeven.
Afbeelding H
Kanthout
1
Oprijplank
2
Blok
3
4. Het kanthout voor de pallet leggen.
5. De oprijplanken op het kanthout leggen.
6. De oprijplanken vastschroeven.
7. Het in de verpakking meegeleverde blok ter ondersteu-
ning onder de helling schuiven.
8. De houten lijsten vóór de wielen verwijderen.
Afbeelding I
Kanthout
1
Oprijplank
2
Blok
3
9. Het apparaat van de pallet duwen.
Apparaat van de pallet duwen
Instructie
Monteer de zuigbalk pas na het lossen.
1. De parkeerrem loszetten met de hendel (zie hoofd-
stuk Apparaat duwen).
2. Eén persoon moet op de stoel gaan zitten en in ge-
val van gevaar tijdens het duwen het rempedaal in-
drukken.
3. Het apparaat over de helling van de pallet af duwen.
4. De parkeerrem met de hendel vastzetten.
Van de pallet rijden
Om van de pallet te kunnen rijden, moeten de accu's ge-
plaatst en opgeladen zijn.
Instructie
Monteer de zuigbalk pas na het lossen.
1. De intelligente sleutel aan het bedieningspaneel er-
in steken.
2. Het apparaat inschakelen met de Easy-Operation-
schakelaar.
3. Zet de programmaschakelaar op transport.
4. De rijrichtingsschakelaar op "vooruit" zetten.
5. Het gaspedaal intrappen.
6. Langzaam met het apparaat van de pallet rijden.
7. Het apparaat uitschakelen met de Easy-Operation-
schakelaar.
Borstels monteren
BD-variant
Vóór de ingebruikname moeten de schijfborstels wor-
den gemonteerd (zie hoofdstuk Onderhoudswerk-
zaamheden).
BR-variant
De borstels zijn gemonteerd.
Zuigbalk monteren
1. Beide klemhendels naar boven zwenken.
Afbeelding M
Zuigslang
1
Zuigbalkophanging
2
Klemhendel
3
Zuigbalk
4
Zuiglip met spanband
5
70
2. De zuigbalk in de zuigbalkophanging plaatsen.
3. Beide klemhendels naar beneden zwenken.

Werking

GEVAAR
Vallende voorwerpen
Gevaar voor letsel
In gebieden waar het bedieningspersoneel geraakt kan
worden door vallende voorwerpen, mag het apparaat
niet zonder beschermdak worden gebruikt.
LET OP
Gevaarlijke situatie tijdens bedrijf
Gevaar voor letsel
Zet bij gevaar de veiligheidsschakelaar in de stand "0".
Het apparaat inschakelen
1. Op de bestuurdersplaats plaats nemen.
2. De intelligente sleutel erin steken.
3. De veiligheidsschakelaar op "1" zetten.
4. De programmaschakelaar op de gewenste functie
draaien.
5. Als op het display een van de onderstaande indica-
ties verschijnt, dan de voet van het gaspedaal ne-
men, de veiligheidsschakelaar op "0" zetten en de
nodige onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.
Display
Handeling
Onderhoud Zuig-
De zuigbalk reinigen.
balk
Onderhoud Bor-
De borstels op slijtage controleren
stelkop
en reinigen.
Onderhoud Zuiglip De zuiglipppen op slijtage en in-
stelling controleren.
Onderhoud Turbi-
De turbinebeschermzeef reinigen.
nezeef
Onderhoud
Het filter verswater reinigen.
Schoonw. filter
6. Op de infoknop drukken.
7. De teller voor het onderhoud terugzetten (zie "Grijze
intelligente sleutel/onderhoudsteller terugzetten").
Instructie
Als de teller niet wordt teruggezet, verschijnt de onder-
houdsindicator telkens bij het inschakelen van het ap-
paraat opnieuw.
Parkeerrem controleren
GEVAAR
Levensgevaar door defecte parkeerrem!
Het apparaat kan ongecontroleerd gaan rollen als de
parkeerrem niet goed werkt.
Controleer vóór elk gebruik de werking van de parkeer-
rem op een vlakke ondergrond.
1. Het apparaat inschakelen.
2. De rijrichtingsschakelaar op "vooruit" zetten.
3. Zet de programmaschakelaar op transport.
4. Het gaspedaal licht intrappen.
De rem moet hoorbaar ontgrendelen. Het apparaat
moet op effen terrein vlot wegrollen.
5. Het gaspedaal loslaten.
De rem moet hoorbaar vergrendelen.
Als de parkeerrem niet vergrendelt, het apparaat buiten
gebruik stellen, beveiligen tegen ongecontroleerd rollen
en contact opnemen met de klantenservice.
Voetrem controleren
GEVAAR
Gevaar voor ongevallen door defecte voetrem!
Het apparaat kan ongecontroleerd gaan rollen als de
voetrem niet goed werkt.
Controleer vóór elk gebruik de werking van de voetrem.
1. Het apparaat inschakelen.
2. De rijrichtingsschakelaar op "vooruit" zetten.
3. Zet de programmaschakelaar op transport.
4. Het gaspedaal intrappen.
5. Tijdens het rijden uw voet van het gaspedaal halen
en de voetrem intrappen.
Het apparaat moet merkbaar vertragen.
Is dit niet het geval, stel het apparaat dan buiten bedrijf
en bel de klantenservice.
Rijden
GEVAAR
Geen remwerking
Gevaar voor ongevallen
Voordat u het apparaat gebruikt absoluut de werking van de
parkeerrem controleren. Gebruik het apparaat in geen geval
als de parkeerrem niet werkt.
GEVAAR
Geen remwerking tijdens bedrijf
Als het apparaat tijdens het gebruik geen remwerking meer
heeft, ga dan als volgt te werk:
Als het apparaat op een helling van meer dan 2% bij het los-
laten van het gaspedaal niet tot stilstand komt, mag u om vei-
Nederlands
ligheidsredenen de veiligheidsschakelaar alleen op "0" zetten
als u de correcte mechanische werking van de parkeerrem
vóór de ingebruikneming van het apparaat hebt gecontro-
leerd.
Stel het apparaat na het bereiken van de stilstand buiten be-
drijf en bel de klantenservice.
Neem de onderhoudsvoorschriften voor remmen in acht.
GEVAAR
Onvoorzichtig rijden
Kantelgevaar
Rijd in de rijrichting alleen op hellingen tot maximaal 15% (va-
riant RI) en 10% (variant RI Combo). Hellingen dwars op de
rijrichting tot maximaal 15 %.
Draai niet op hellingen.
Rijd langzaam door bochten en op natte ondergrond.
Rijd met het apparaat uitsluitend op verharde ondergrond.
Uitzwenkende veeginstallatie voor Combo-variant
Verhoogd gevaar voor ongevallen
Wees zeer voorzichtig bij het achteruitrijden.
Houd bij het sturen rekening met het uitzwenken van de vee-
ginstallatie.
Instructie
De rijrichting kan tijdens het rijden worden gewijzigd. Zo kun-
nen bijv. door het meermaals vooruit- en terugrijden heel mat-
te plaatsen worden gepolijst.
1. De zitpositie innemen.
2. De intelligente sleutel erin steken.
3. De programmaschakelaar op "Transportrit" zetten.
4. De rijrichting met de rijrichtingsschakelaar aan het bedie-
ningspaneel instellen.
5. De rijsnelheid door het indrukken van het gaspedaal be-
palen.
6. Het gaspedaal loslaten.
Het apparaat stopt.
Bij overbelasting wordt de rijmotor uitgeschakeld. Op het dis-
play verschijnt een storingsmelding. Bij oververhitting van de
besturing wordt het betreffende aggregaat uitgeschakeld.
7. Het apparaat minstens 15 minuten laten afkoelen.
8. De programmaschakelaar op "0" zetten, kort wachten en
op het gewenste programma zetten.
Bestuurdersstoel instellen
Afbeelding J
3-traps gewichtsinstelling 60-120 kg
1
Hoekverstelling rugleuning 3° naar voren en 13°
2
naar achteren
Zitlengteverstelling
3
1. De hendel voor de stoelverstelling bedienen.
2. De stoel in de gewenste stand zetten.
3. De hendel voor de stoelverstelling loslaten.
Stuurwiel instellen
1. De vleugelmoeren voor het verstellen van het stuur-
wiel losdraaien.
2. Het stuurwiel positioneren.
3. De vleugelmoeren vastdraaien.
Pluizenzeef controleren
LET OP
Beschadiging van de zuigturbines!
Door te werken zonder pluizenzeef kan de zuigturbine
beschadigd raken.
Gebruik het apparaat niet zonder de pluizenzeef.
1. Voordat het apparaat in gebruik wordt genomen
moet de pluizenzeef op de volgende punten worden
gecontroleerd:
 Is het aanwezig?
 Is het in een bruikbare staat?
 Is het correct gemonteerd?
Afbeelding AL
Pluizenzeef
1
2. Een beschadigde pluizenzeef vervangen.
Apparaat duwen
1. De parkeerrem loszetten door de hendel weg te
trekken.
Instructie
Er moet voortdurend aan de hendel worden getrokken.
GEVAAR
Gevaar voor letsel door rollend apparaat!
De parkeerrem kan alleen in gebukte houding in de ge-
varenzone worden gelost.
Gebruik een voorwerp om de hendel permanent aange-
trokken te houden en ga onmiddellijk na het lossen van
de parkeerrem weg uit de gevarenzone.
Afbeelding AK
Hendel parkeerrem
1
2. Duw het apparaat.
3. De parkeerrem vastzetten door de hendel los te la-
ten.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

B 260 ri bp pack dose+sb+r100B 260 ri bp dose+d100B 260 ri bp pack dose+d100B 260 ri bp dose+sb+r120B 260 ri bp pack dose+sb+r120B 260 ri bp ... Alle anzeigen

Inhaltsverzeichnis