3M EXOFIT-Serie Bedienungsanleitung Seite 201

3.6 EEN OP HET HARNAS BEVESTIGD SRD INSTALLEREN: Op het harnas bevestigde SRD's worden rechtstreeks aan
harnassen bevestigd door middel van een harnaskoppelstuk. Harnaskoppelstukken zijn een type aansluiting dat speciaal
voor dit doel is ontworpen. Over het algemeen zijn er twee soorten harnaskoppelstukken: rechte pin en karabijnhaak.
Hieronder vindt u instructies voor elke stijl.
;
De instructies kunnen per model harnaskoppelstuk verschillen. Zie voor meer informatie over het gebruik van uw
harnaskoppelstuk de instructies van de fabrikant voor het harnaskoppelstuk of voor het product waar het bij werd geleverd.
;
Verwijder bij het installeren van een SRD op het harnas de achterplaat niet van het harnas.
A. KOPPELSTUK MET RECHTE PIN: Harnaskoppelstukken met rechte pinnen bevatten een borgpen voor bevestiging
aan het harnas. Koppelstukken met rechte pinnen kunnen worden gebruikt met uitvoeringen met één SRD of twee
SRD's, afhankelijk van het gebruikte harnaskoppelstuk. Zie afbeelding 10 ter referentie.
1. Druk op beide vergrendelingsknoppen (A) aan de voorkant van het koppelstuk van uw harnas om het te openen.
Houd de vergrendelingsknoppen ingedrukt en verwijder de borgpen (B) van het harnaskoppelstuk.
2. Haal de borgpen (B) achter beide harnasriemen (C) langs en pak de riemen vast terwijl u de pin opnieuw in het
harnaskoppelstuk steekt. Er moet een duidelijke klik hoorbaar zijn wanneer de borgpennen opnieuw worden
vastgezet.
3. Controleer of het harnaskoppelstuk goed vastzit en of beide harnasriemen (C) vastzitten in het harnaskoppelstuk.
A. KOPPELSTUK MET KARABIJNHAAK: Koppelstukken met karabijnhaak zijn karabijnhaken die fungeren als
harnaskoppelstukken. Koppelstukken met karabijnhaken kunnen worden gebruikt met uitvoeringen met één SRD of
twee SRD's, hoewel de methoden licht verschillen. Zie afbeelding 11 ter referentie, waarin wordt getoond hoe u het
koppelstuk met karabijnhaak installeert in een uitvoering met twee SRD's.
1. Open de poort (A) van het koppelstuk met karabijnhaak. Schuif de SRD (C) over de open arm (B) van de
karabijnhaak. Schuif vervolgens de SRD naar de andere kant van de karabijnhaak.
2. Houd de poort (A) van het koppelstuk met karabijnhaak open, schuif dan de open arm (B) achter en rond beide
harnasriemen (D) waardoor de riemen in het koppelstuk met karabijnhaak komen te liggen.
3. Schuif de tweede SRD (E) over de open arm (B) van het koppelstuk met karabijnhaak. Laat vervolgens de poort
los om het koppelstuk met karabijnhaak te sluiten en vast te zetten.
4. Controleer of het koppelstuk met karabijnhaak goed vastzit en of beide harnasriemen (D) in het koppelstuk zitten.
;
Voor uitvoeringen met één SRD mag maar één SRD aan het koppelstuk met karabijnhaak worden bevestigd. In deze
uitvoering kan het koppelstuk met karabijnhaak worden bevestigd zoals hierboven beschreven, of in plaats daarvan
rechtstreeks op de D-ring op de rug. Bij bevestiging aan de D-ring op de rug mag u de harnasriemen niet vastpakken.
Bepaalde harnasmodellen die in deze instructies worden behandeld, bevatten extra opties voor het vastzetten van SRD's
op het harnas. Zie hieronder hoe deze functies moeten worden gebruikt:
• KOPPELSTUKLUS: De koppelstuklus (X) maakt deel uit van de achterplaat voor bepaalde harnasmodellen. De
koppelstuklus dient als een veilig verbindingspunt voor harnaskoppelstukken achter de harnasriemen. Zie afbeelding
12 ter referentie. Om met de koppelstuklus te verbinden, moet de gebruiker het harnaskoppelstuk of de borgpen door
de koppelstuklus leiden bij het vastpakken van de harnasriemen.
• SRD-ADAPTER: Bepaalde harnasmodellen hebben een externe SRD-adapter (Y) voor het vastzetten van SRD's op het
harnas. Zie afbeelding 1 voor een lijst met SRD-adapters. Bij aansluiting op dit type SRD-adapter hoeft de gebruiker
de harnasriemen niet vast te pakken. In plaats daarvan moet de gebruiker het harnaskoppelstuk rechtstreeks door de
SRD-adapter leiden. Zie afbeelding 13 ter referentie.
;
Met de SRD-adapter mogen alleen harnaskoppelstukken met rechte pinnen worden gebruikt. De gebruiker moet
de borgpen van het harnaskoppelstuk rechtstreeks door de verbindingslus van de SRD-adapter leiden.
3.7 DE HANGTRAUMABANDEN GEBRUIKEN: In afbeelding 14 ziet u hoe u de hangtraumabanden gebruikt. Als er zich een
val voordoet, moet de gevallen werknemer de hangtraumabanden gebruiken om hangtrauma te verminderen. Zo gebruikt
u de hangtraumabanden aan uw harnas:
1. Kijk waar de hangtraumabanden (A) zich bevinden op uw harnas. U vindt de hangtraumabanden in een opbergvak
met ritssluiting aan uw voorzijde, vlak bij de twee kruisingen van de beenbanden.
2. Gebruik de hangtraumabanden door de compartimenten met ritssluiting aan de zijkanten van de opbergvakken te
openen. Haal de banden (B) uit elk opbergvak tot ze lang genoeg zijn om op te staan. Breng de twee banden bij
elkaar en maak ze aan elkaar vast met het haakeinde (C).
3. Verleng de verbonden banden indien nodig om een singelband te maken waarop u kunt staan. Druk uw hielen aan
weerszijden van het verbindingspunt en sta rechtop. Hierdoor wordt een aanzienlijk deel van het gewicht op de
voeten van de gebruiker overgebracht, waardoor de kans op hangtrauma wordt verkleind.
3.8 VANGLIJNEN VASTMAKEN MET LUSUITEINDEN: Sommige vanglijnen zijn ontworpen om te worden vastgemaakt
aan een singelbandlus om een compatibele verbinding te leveren. Vanglijnen kunnen direct op de singelbandlus worden
genaaid om een permanente verbinding te vormen. Maak niet meerdere verbindingen op een enkele singelbandlus, tenzij
u twee vanglijnen vastmaakt aan een singelbandlus van de juiste grootte. Zie afbeelding 9 ter referentie. Een vanglijn aan
een bandlus vastmaken:
1. Haal de vanglijnbandlus door de bandlus of de D-ring op het harnas.
2. Steek het juiste uiteinde van de vanglijn door de vanglijnbandlus.
3. Haal de vanglijn door de verbindende singelbandlus om het vast te zetten.
3.9 SYSTEEMONDERDELEN VERBINDEN: Na het aantrekken van het harnas kan de gebruiker zich aan het
valbeveiligingssysteem koppelen. Neem alle vereisten in acht zoals gespecificeerd in deze instructies en eventuele
instructies van de fabrikant die bij de systeemcomponenten zijn geleverd. Zie het productoverzicht voor meer informatie
over systeemtoepassingen.
201