EDELRID OMBILIX Bedienungsanleitung Seite 33

2. Door middel van hete lucht (maximaal 300°C, min.
afstand van 5 cm tot het touw) de krimpkous krimpen.
VOORZICHTIG: De touwklem kan alleen worden gebruikt
met het touw dat door de fabrikant wordt geleverd.
Fig. 5 Toepassingen van de Ombilix – EN 353-2
Meelopende valbeveiliging inclusief beweegbare gelei-
der.
De meelopende valbeveiliging mag alleen worden ge-
bruikt met het touw dat door de fabrikant wordt geleverd
(Performance Static 12 mm). De beweegbare geleider
moet met behulp van een verbindingselement worden
bevestigd aan een betrouwbaar verankeringspunt. Het
verankeringspunt en de verankering moeten in de meest
ongunstige situatie bestand zijn tegen de te verwachten
belastingen. Ook bij de volgens EN 363 (persoonlijke
beschermingsmiddelen tegen vallen) voorgeschreven
toepassing van schokabsorbers (volgens EN 355) moe-
ten de verankeringspunten worden gedimensioneerd
voor opvangkrachten van min. 12 kN (EN 795 type B).
De meelopende valbeveiliging moet met een veiligheids-
harnas volgens EN 361 worden verbonden aan het met A
gemarkeerde, sternale valstopoog.
Fig. 6 Voorzorgsmaatregelen Ombilix
a) Voorzichtig! Geen randbelasting.
b) Vorming van een slap touw moet worden vermeden.
c) Er mag niet over het verankeringspunt worden geklom-
men.
Fig. 7 Vrije valruimte
Het verankeringspunt moet zodanig worden gekozen dat
de vrije val en de valhoogte tot het minimum worden
beperkt. De maximale nominale belasting incl. gereed-
schap en uitrusting bedraagt 140 kg. Vóór elk gebruik
moet de nodige, vrije valruimte als volgt worden bere-
kend:
S: Veiligheidslijn, factor 2: 24 cm
E: Touwuitrekking: ~ 3 %
H: Remafstand van het apparaat: ~ 1 m
A: gemiddelde hoogte van het valstopoog volgens
EN 361: ~ 1,5 m
R: Veiligheidsreserve: 1 m
Fig. 8 Toepassingen van de Ombilix (+Adjust) en Ext-
reme XP II – EN 358
Veiligheidslijn voor positionering op de werkplek of voor
fixatie.
8a-b) Veiligheidslijn kan als werkplekpositionering of als
beveiligingssysteem worden gebruikt.
8c) De veiligheidslijn Extreme XP II – met stalen kern
– is geschikt voor gebruik met scherpe gereed-
schappen zoals motorzagen.
Het werkplekpositioneringssysteem is niet geschikt om
vallen op te vangen. Daarom mag een dergelijk systeem
niet worden gebruikt als er risico bestaat dat een gebrui-
ker in de zitgordel hangt of wordt blootgesteld aan onbe-
doelde belastingen door de gordel. Bovendien moet voor
het gebruik als veiligheidslijn voor werkplekpositionering
of voor fixatie altijd de noodzaak een extra bescher-
mingsmaatregel (bijv. valbeveiligingssysteem) worden
afgewogen. Zorg er bij het gebruik van de veiligheidslijn
voor dat het verankeringspunt altijd boven de heup ligt.
d) Maak beide zijden van de veiligheidslijn vast
• aan de zijdelingse bevestigingsmiddelen (EN 358) van
de heupgordel.
• aan het centrale bevestigingsoog/aan de centrale
bevestigingsogen van de zitgordel (EN 813).
Toepassing met één streng: Bevestig het vastgenaaide
verbindingselement (in de richting van de pijl) aan een
verankeringspunt en de andere zijde aan het centrale
bevestigingsoog van de zitgordel. (Fig. 3a/b)
Fig. 9a-d valfactor Ombilix (+Adjust) en Extreme XP II
Voorzichtig: De verankeringspunten moeten zo worden
gekozen dat er geen valfactor hoger 1 tot ontstaat.
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE LEVENSDUUR,
OPSLAG, VERZORGING EN MARKERING
VOORZICHTIG! De producten mogen niet worden bloot-
gesteld aan schadelijke invloeden. Dit omvat onder an-
dere contact met bijtende en agressieve stoffen (bijv.:
zuren, logen, soldeerwater, oliën, poetsmiddel), extreme
temperaturen, rondvliegende vonken, en elektrische in-
vloeden.