Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Airwell WELLEA MONOBLOC DF A R32 Installationsanleitung Seite 251

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 155
De installateur is verantwoordelijk voor de werking en configuratie van het watercircuit ter plaatse.
We bieden alleen een regelfunctie voor een dubbel instelpunt. Met deze functie kunnen 2 instelpunten worden
gegenereerd. Afhankelijk van beoogde watertemperatuur (vloerverwarmingscircuits en/of ventilatorconvectoren zijn
vereist) kan het eerste instelpunt (ingesteld in het bedieningspaneel) of het tweede instelpunt worden geactiveerd. Zie
"10.7 Veldinstellingen / TEMP. TYPE INSTELLING".
1
1.3
1.5
1.6
1.7
2 3
1.4
1.2
1.1
Codering
Assemblage-unit
1
Buitenunit
Manometer
1.1
Overdrukklep
1.2
Expansievat
1.3
1.4
Platenwarmtewisselaar
1.5
Ontluchtingsventiel
1.6
Stroomschakelaar
1.7
P_i: Circulatiepomp in het apparaat
Y-filter
2
Stopklep (niet meegeleverd)
3
4
Bedrade controller
5A
Kamerthermostaat voor Zone 1 (niet meegeleverd)
5B
Kamerthermostaat voor Zone 2 (niet meegeleverd)
6
Aftapkraan (niet meegeleverd)
Het volume van de balanstank(8) moet groter zijn dan 40 L. De afvoerklep (6) moet op de laagste positie van het
systeem worden geïnstalleerd.
Aangezien de in het bedieningspaneel gekoppelde temperatuursensor wordt gebruikt voor het detecteren van de
kamertemperatuur, moet bedieningspaneel (4) in een ruimte worden geplaatst waar de vloerverwarmingscircuits
en ventilatorconvectoren zijn geïnstalleerd en uit de buurt van de verwarmingsbron. De juiste configuratie moet
worden toegepast in het bedieningspaneel (zie "10.7 Veldinstellingen / TEMP. TYPE INSTELLING). Het eerste
instelpunt is de watertemperatuur die kan worden ingesteld op de hoofdpagina van het bedieningspaneel; het
tweede instelpunt wordt berekend op basis van klimaat-gerelateerde curve; de beoogde uitlaatwatertemperatuur is
de hoogste van deze twee instelpunten. Het apparaat schakelt zich uit wanneer de kamertemperatuur de beoogde
temperatuur bereikt.
• Pompwerking en ruimteverwarming
Pompen (1.7) en (10) worden actief bij een verzoek voor het verwarmen van de A en/of B. De pomp (23.1) wordt actief
wanneer de kamertemperatuur van Zone B lager is dan het ingestelde instelpunt in het bedieningspaneel. De buitenunit
wordt actief om de beoogde waterlooptemperatuur te bereiken.
4
9
10
8.1
23.1
23.2
8.2
6
7
23
8
Codering
7
Vulklep (niet meegeleverd)
Balanstank (niet meegeleverd)
8
Ontluchtingsventiel
8.1
8.2
Aftapkraan
Expansievat (niet meegeleverd)
9
P_o: Buitencirculatiepomp (niet meegeleverd)
10
Collector/distributeur
11
Omloopklep (niet meegeleverd)
17
23
Mengstation (niet meegeleverd)
P_c: Zone 2 pomp (niet meegeleverd)
23.1
SV3: 3-wegklep (niet meegeleverd)
23.2
24
Tw2: Zone 2 waterlooptemp. (apart verkrijgbaar)
FHL 1...n
Vloerverwarmingscircuit (niet meegeleverd)
FCU 1...n
Ventilatorconvectoren (niet meegeleverd)
OPMERKING
19
A
11
FCU1
FCU2
B
11
24
FHL1
FHL2
Assemblage-unit
(niet meegeleverd)
17
FCUn
FHLn

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis