Inspectie En Onderhoud - Honeywell MILLER MIGHTEVAC Gebrauchsanweisung

8.0 INSPECTIE EN ONDERHOUD

8.1 CONTROLEPUNTEN VOOR INSPECTIE EN GEBRUIK
WAARSCHUWING: Telkens voor gebruik moet de gebruiker de volgende controlepunten voor
gebruik en inspecties uitvoeren. Bovendien moet een deskundige de uitrusting met regelma-
tige tussenpozen inspecteren, minstens jaarlijks.*
LET OP: Draag te allen tijde tijdens de inspectie van staalkabels touwen/ kabeltoestellen hand-
schoenen, afgebroken strengen kunnen letsel veroorzaken!
1 Behuizing van het toestel en onderdelen/bevestigingsbeugel: Controleer het toestel op loszit-
tende bevestigingsonderdelen en verbogen, gebarsten, vervormde, versleten, slecht functioneren-
de of beschadigde onderdelen.
2 Leefl ijn:
a. Test bij een geïnstalleerd toestel het intrekken van de leefl ijn, en de spanning door een aantal
meter kabel eruit te trekken en deze weer door het toestel te laten intrekken. Houd bij het intrekken
de kabel altijd licht op spanning. De leefl ijn moet onbelemmerd uit te trekken zijn en weer helemaal
worden ingetrokken.
Kunt u de leefl ijn niet soepel uittrekken of blijft deze bij het intrekken hangen, trek de kabel dan
uit de behuizing en laat deze langzaam en op spanning weer teruggaan. Gebruik het toestel niet
wanneer het intrekmechanisme niet functioneert.
b. De leefl ijn moet regelmatig worden gecontroleerd op tekenen van beschadiging. Controleer over
de gehele lengte of er insnijdingen, brandplekken, corrosie, knikken, rafels, versleten gedeelten,
gebroken strengen of aantastingen door chemicaliën voorkomen.
3 Remmechanisme: U kunt het remmechanisme testen door de leefl ijn BOVEN de belastingsindi-
catie vast te pakken en een felle, korte ruk naar beneden te geven waardoor de remmen in werking
worden gezet. De leefl ijn mag niet slippen wanneer de remmen in werking zijn. Wordt de spanning
opgeheven dan worden de remmen weer buiten werking gesteld en het toestel keert terug in de
vergrendelingsfunctie.
4 Veerhaak: Inspecteer de veerhaak zorgvuldig op beschadiging, vernieling, barsten, corrosie of
putjes in het oppervlak. De veerhaak (borg) moet in de neus vallen zonder te klemmen en mag niet
verbogen of vervormd zijn of belemmerd worden. De openingsveer moet voldoende sterk zijn om
de sluiting stevig dicht te houden. Het vergrendelingsmechanisme voor de sluiting moet verhin-
deren dat de sluiting in gesloten toestand open kan gaan. De wartel van de veerhaak moet soepel
werken.
5 Belastingsindicatie: Controleer of de belastingsindicatie aangeeft dat hij is geactiveerd. De be-
lastingsindicatie bevindt zich in de wartel van de veerhaak. Wanneer het toestel is blootgesteld aan
de krachten bij het stoppen van een val, wordt het oog van de wartel langer, waarbij op de afgebeel-
de locatie een rood gebied zichtbaar wordt.
6 Reddingsmechanisme: Overtuig u ervan dat het reddingsmechanisme en de daarmee samen-
hangende componenten goed functioneren in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing (zie
onderdeel 4.0 van dit handboek).
7 Etiketten/markeringen: Zorg ervoor dat alle etiketten en markeringen aanwezig en leesbaar zijn
Indicateur de Charge
VOORAF
NADERHAND NADERHAND
89