13. Tips voor het verhelpen van storingen
Mogelijke storingen die de correcte aanduiding van de verstuurde meetwaarden belemmeren
kunnen zijn:
Geen ontvangst
• De afstand tussen de zender en de ontvanger is te groot.
• Verklein de afstand tussen de zender en ontvanger.
• Er zijn sterk afschermende materialen tussen de zender en ontvanger (dikke muren,
gewapend beton,...).
• Zoek een andere plaats voor de zender of ontvanger. Houd hiervoor ook rekening met
hoofdstuk 14.
De zender wordt door een storingsbron gestoord
• Verwijder de storingsbron (portofoon, draadloze hoofdtelefoon of luidsprekers) of zoek een
andere plaats voor de zender of ontvanger.
• Storingen zijn ook vaak alleen op bepaalde tijdstippen voorhanden (gesprekken via
portofoons) of kunnen zeer gemakkelijk verholpen worden. Als er in uw huis of in uw
omgeving bv. draadloze hoofdtelefoons, draadloze babyfoons of gelijkaardige apparaten
met dezelfde frequentieband gebruikt worden, is de inschakelduur van deze apparaten
meestal beperkt.
De meeste van deze apparaten kunnen naar een andere storingsvrije frequentie over-
geschakeld worden. Deze maatregel kan storingen op heel effectieve wijze verhelpen.
96