ZAPTEC Pro Installationshandbuch Seite 87

Het laadstation is correct
op de montageplaat
geplaatst.
Er is speling tussen
het laadstation en
de montageplaat.
5
Het laadstation op de montageplaat positioneren
Plaats het laadstation op de montageplaat en controleer of
het volledig contact met de montageplaat maakt. Er mag
geen speling tussen het laadstation en de montageplaat zijn.
De voeding van de installatie inschakelen
Controleer of de statusindicator geel oplicht. Dit geeft aan dat het systeem opstart en
•
interne controles uitvoert.
Controleer of de statusindicator na 2-3 minuten van geel in groen verandert.
•
Als het laadstation paars oplicht, wordt het geüpdatet.
•
Zie het hoofdstuk over storingzoeken voor meer informatie als de statusindicator in
een andere kleur oplicht..
Het laadstation activeren
Download de ZAPTEC App vanuit de App Store / Google Play. Registreer als
•
gebruiker en meld u aan.
Sta dichtbij het laadstation dat u wilt configureren.
•
Voer uw pincode in. Deze is uniek voor elk laadstation. De code staat vermeld op de
•
doos en de zak met rits of kan eventueel worden opgevraagd via de ZAPTEC Portal-
cloudservice (nadat het laadstation is toegevoegd aan de installatie in het ZAPTEC
Portal)
Ga naar Instellingen en zoek naar laadstations. Controleer of u met het juiste
•
laadstation bent verbonden. Er moet een wit lampje knipperen op de statusindicator
van het laadstation.
Configureer het elektriciteitsnet aan de hand van de installatie en selecteer de
•
te hanteren communicatiemethode. Als 4G LTE-M wordt gebruikt, selecteert het
laadstation automatisch standaard de 4G-instelling.
Het laadstation is online als er een groene balk op het scherm zichtbaar is.
•
Doe dit voor alle apparaten in de installatie.
•
Storingzoeken: Controleer als het laadstation niet online verschijnt of het netwerk is
ingesteld volgens de netwerkvereisten in het hoofdstuk 'Internet- en netwerkvereisten'.
i
De installatie in het portal moet identiek zijn aan de elektrische installatie.
6
De voorplaat aanbrengen
Controleer of het deksel van de statusindicator (Z) correct is
geplaatst voordat de voorplaat wordt teruggeplaatst. Om de
voorplaat terug te plaatsen, moet eerst het deksel over de type
2-poort worden gezet en dan aan het laadstation worden
bevestigd.
NL
87