Opslag Van Het Aggregaat; Opsporen Van Kleine Storingen - SDMO iNEO 1000 Handbuch

7.5. Controle van de ontstekingsbougie
n
Open het deksel om toegang te krijgen tot de bougie (fig. A – punt 12 & fig. E – punt 1) en bevestig de ontstekingsbougie met
behulp van een bougiesleutel (bijgeleverd).
o
Controleer de staat van de bougie :
Indien de elektroden versleten zijn of het isolatiemateriaal
gesmolten of afgeschilferd is:
p
Vervang de bougie.
q
Plaats de nieuwe bougie en draai deze handmatig vast
zodat de schroefdraden niet verdraaid worden.
r
Draai de onderkant van de bougie 1/2 met een
bougiesleutel om de sluitring dicht te knijpen.
7.6. Reinigen van het aggregaat
Wassen met een waterstraal wordt ontraden.
Wassen met een hogedrukreiniger is verboden.
Opgelet
Om het stroomaggregaat schoon te maken:
n
Verwijder alle stof en vuil rondom de uitlaatpot
o
Maak het stroomaggregaat schoon en vooral de aan- en afvoeren van de lucht en de alternator, met behulp van een doek en een borstel.
p
Controleer de algemene toestand van het aggregaat en vervang eventueel defecte onderdelen.

8. Opslag van het aggregaat

Voer de volgende opbergoperaties uit overeenkomstig de onderstaande aanwijzigingen indien u het stroomaggregaat gedurende lange tijd niet gebruikt.
n
Verwijder de drainageschroef van de carburator en giet alle brandstof in een geschikt recipiënt.
o
Laat de motor draaien tot hij stopt bij gebrek aan brandstof.
q
Sluit de verluchtingsregelaar van de brandstoftank (fig. C – punt. 1, OFF) en de brandstofkraan (fig. A – punt. 3).
r
Ververs de motorolie.
s
Verwijder de ontstekingsbougie (fig. E – punt. 2) en giet ongeveer 15 ml. schone motorolie in de cilinder via de opening van de bougie.
t
Zet de ontstekingsbougie opnieuw op haar plaats.
u
Trek 3 tot 4 keer aan de hendel van de starter-rewinder .
v
Maak de buitenkant van het stroomaggregaat schoon en bedek het met de beschermingshousse om het tegen het stof te beschermen.
w
Bewaar het stroomaggregaat op een schone en droge plaats.

9. Opsporen van kleine storingen

Problemen
Werkende lading aangesloten op het stroomaggregaat
Verluchtingsregelaar van de brandstoftank op
De motor
Ontoereikend brandstofniveau.
start niet
Opgestopte of lekkende brandstoftoevoer
Opgestopte luchtfilter
De motor Opgestopte ventilatieopeningen
valt stil
Overbelastingslampje brandt (fig. A – punt 11): overbelasting.
Defect snoer van de apparaten.
Geen
elektrische
Defect stopcontact
stroom
Defecte alternator.
Mogelijke oorzaken
Zoniet :
p
Maak de bougie schoon met een metalen borstel.
q
Contoleer met een vulplaatje de afstand tussen de
elektroden : deze moet tussen 0,7 tot 0,8 mm liggen.
r
Controleer de staat van de sluitring.
s
Plaats de nieuwe bougie en draai deze handmatig vast
zodat de schroefdraden niet verdraaid worden.
t
Draai de onderkant van de bougie 1/8 of 1/4 met een
bougiesleutel om de sluitring dicht te knijpen.
Ontkoppel de lading
O F F Plaats de regelaar op
O F F
Vul brandstof bij (cf. § Tanken)
Laten controleren, herstellen of vervangen.*
Maak de luchtfilter schoon.
Maak de aanzuig- en stuwingsbeschermingen schoon.
Neem de overbelasting weg en wacht 30 sec. alvorens opnieuw op te starten.
Vervang het snoer.
Laten controleren, herstellen of vervangen.*
Laten controleren, herstellen of vervangen.*
* Deze operaties moeten uitgevoerd worden door een van onze agenten.
Mogelijke oplossingen
O N (fig. C – punt 1)
O N