Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Briggs & Stratton 540000 Betriebsanleitung & Wartungsvorschriften Seite 71

Kraftstoffpumpen
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 540000:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 11
OLIE EN OLIEFILTER VERVANGEN − ZIE FIG.
Vervang olie en filter na de eerste 5 tot 8 bedrijfsuren en daarna elke 100 uur.
1. Verwijder, met uitgezette maar nog warme motor, de aftapplug Ê en tap de olie
in een daarvoor geschikte container af. Breng de aftapplug weer aan.
OPGEPAST: Gebruikte olie is gevaarlijk afval. Gooi gebruikte olie op de juiste
manier weg. Niet met huishoudelijk afval weggooien. Raadpleeg de plaatselijke
autoriteiten, servicecentrum of dealer voor veilige manieren om weg
te gooien/te recyclen.
2. Verwijder de oliefilter Ë. Voordat de nieuwe filter geïnstalleerd wordt,
de oliefilterpakking licht inoliën met verse, schone olie.
3. Schroef de filter met de hand op tot de pakking de oliefilteradapter raakt.
Dan nog 1/2 tot 3/4 slag verder vastdraaien.
4. Plaats de motor waterpas. Verwijder de olievuldop en voeg verse olie toe.
Olie vullen procedure:
1. Voeg eerst 2 liter toe.
2. Start de motor en laat deze 30 seconden stationair draaien. Zet de motor uit en wacht
30 seconden.
3. Controleer het oliepeil.
4. Vul dan langzaam meer olie bij om het peil tot de FULL (=vol) markering
op de peilstok te brengen. Niet overvullen.
5. Breng de olievuldop en peilstok weer aan.
OLIEDRUK
Wanneer de oliedruk daalt tot minder dan 0,1-0,2 kg/cm
een oliedrukschakelaar (indien hiermee uitgerust) een waarschuwingssysteem
activeren of de motor stoppen. Controleer het oliepeil met de peilstok.
Wanneer het oliepeil zich tussen de ADD (=bijvullen) en FULL (=vol) markering
op de peilstok bevindt, niet proberen de motor opnieuw te starten. Raadpleeg
een Geautoriseerde Briggs & Stratton Service Dealer. Gebruik de motor niet
tot de oliedruk gecorrigeerd is.
Wanneer het oliepeil zich onder de ADD (=bijvullen) markering op de peilstok
bevindt, olie bijvullen om het peil tot de FULL (=vol) markering te brengen. Start
de motor opnieuw en controleer de oliedruk. Als de druk normaal is, blijf dan de
motor gebruiken. NOOT: De oliedrukmeter, indien de motor hiermee is uitgerust,
is geleverd door de fabrikant van de machine.
BOUGIES − ZIE FIG.
5
Controleer de bougies iedere 100 uur. Vervang de bougies indien deze bij inspectie
ingebrande of versleten elektrode Ê vertonen. Zorg ervoor dat de bougies schoon
zijn. Controleer de elektrodeafstand Ë met een voelermaatje Ì en stel deze indien
nodig in op 0,75 mm. Gebruik uitsluitend Briggs & Stratton Vonktester
(onderdeelnummer 19368) om op vonken te controleren.
Noot:
In sommige gebieden is het wettelijk verplicht om (een) weerstandbougie(s)
te gebruiken om de ontstekingssignalen te onderdrukken. Als deze motor was uitgerust
met weerstandbougies, bij vervanging hetzelfde bougietype gebruiken.
LUCHTFILTER - ZIE FIG.
6
Reinig de luchtfilterpatroon iedere 100 uur. Klop om te reinigen met het handvat
van een schroevendraaier zachtjes tegen het uiteinde. Vervang de filter iedere
400 uur. Onder stoffige omstandigheden vaker reinigen en vervangen.
1. Verwijder het deksel Ê.
2. Verwijder en inspecteer de patroon Ë. Vervangen indien erg vuil of beschadigd.
3. Reinig voorzichtig het luchtfilterdeksel.
VOORZICHTIG: Bij de reiniging van een patroon geen perslucht of oplosmiddelen
gebruiken. Perslucht kan de patroon beschadigen; oplosmiddelen zullen de patroon
oplossen.
4. Installeer de patroon in het Luchtfilterhuis.
5. Installeer het deksel en zet het vast Ê
Veiligheidsfilterpatroon
Vervang de Veiligheidsfilterpatroon Í iedere 600 uur,
of bij elke tweede luchtfilterpatroon vervanging.
Trek, om de patroon te vervangen, voorzichtig om deze van het filterhuis te verwijderen,
zorg ervoor dat er geen vuil de motor binnendringt. Installeer eerst de nieuwe veilig-
heidsfilterpatroon, installeer dan de luchtfilterpatroon over de veiligheidsfilter.
4
2
, dan zal
.
VUIL VERWIJDEREN − ZIE FIG.
WAARSCHUWING
Motoronderdelen moeten schoon worden gehouden om het risico
van oververhitting en ontbranding van opgehoopt vuil te voorkomen.
Lokaliseer de luchtfiltersteun. De steun zal van de motor wegdraaien wanneer
de bout van het onderste deel van de steun is losgedraaid.
Ê
1. Draai de moer
los die de bout van de luchtfiltersteun naar de motor bevestigt.
2. Draai de luchtfilter weg van de motor om toegang te krijgen tot het paneel Ë.
Noot:
Het is niet nodig of wenselijk om de flexibele luchtfilterslang te verwijderen.
3. Lokaliseer de twee bouten Ì op het paneel. Draai deze tot U een klik hoort.
4. Verwijder het paneel en reinig alle vrijgekomen gebieden.
5. Installeer het paneel weer en draai de twee bouten tot U een klik hoort.
6. Draai het luchtfiltersamenstel weer op de motor.
7. Draai de moer die de steunbout bevestigt vast.
OPGEPAST:
Gebruik geen water om motoronderdelen te reinigen. Water kan
het brandstofsysteem verontreinigen. Perslucht onder lage druk kan gebruikt worden.
BRANDSTOFFILTER
Zorg er bij het vervangen van de brandstoffilter voor dat de klemmen stevig vastzitten
en de brandstof in de richting van de met FLOW gemarkeerde pijl stroomt.
WAARSCHUWING: Tap de brandstoftank af of sluit de brandstofkraan
voordat de brandstoffilter vervangen wordt. Anders kan brandstof lekken,
waardoor gevaar voor brand/explosie ontstaat.
UITLAAT EN BRANDSTOFSYSTEEM
WAARSCHUWING: Vervangingsonderdelen voor
(dop, slangen, tanks, filters, enz.) moeten originele onderdelen zijn en in dezelfde
positie gemonteerd worden, anders kan brand optreden.
KLEPSPELING
Controleer de klepspeling iedere 250 uur. Zie specificaties.
69
7
uitlaat en
brandstofsysteem

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

610000

Inhaltsverzeichnis