Werbung
Machinebeschrijving
Lees deze handleiding zorgvuldig door om bekend
te raken met de hogedrukreiniger. Zorg dat u op de
hoogte bent van de toepassingen, beperkingen en
eventuele gevaren. Bewaar deze originele
instructies voor toekomstig gebruik.
Deze hogedrukreiniger werkt met een druk van maximaal 17,2
MPa (2,500 PSI or 172 BAR) en een opbrengst van maximaal
8,7 liter (2,3 gallon) per minuut. Dit hoogwaardige systeem voor
residentieel gebruik is uitgerust met wielen van 25,4 cm (10"), een
axiale pomp met roestvrijstalen zuigers, automatisch afkoelsysteem,
aanzuigsysteem voor reinigingsmiddel, spuitmonden met
snelkoppeling, stevige slang van 9,1 m (30') en meer.
We hebben alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de
informatie in deze handleiding correct en up-to-date is. We behouden
ons echter het recht voor om het product en dit document te allen tijde
en zonder bericht vooraf te wijzigen, aan te passen of verbeteren.
MEDEDELING
Neem bij vragen over het beoogde gebruik
contact op met de dealer of met een gekwalificeerd servicecenter.
Gebruik NOOIT een apparaat waarvan onderdelen defect zijn
of ontbreken, of zonder beschermende behuizing of kappen.
De beveiligingen op dit apparaat mogen NIET omzeild worden.
De hogedrukreiniger mag NIET worden gewijzigd, op wat voor
manier dan ook. Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik
met door Briggs & Stratton Power Product goedgekeurde
onderdelen.
Montage
Handgreep en accessoirehouder bevestigen
Afbeelding 1 2 3
1. Plaats de handgreep (1, A) op de steunen (1, B) en lijn de
gaten (1, C) uit.
2. Steek de slotbouten (2, A) vanaf de buitenkant van het
apparaat door de gaten, zet ze vast met de plastic knoppen
(2, B) en draai aan.
3. Zet de accessoirehouder (3, A) op de gaten (3, B) op de
handgreep en druk drie clips (3, C) in de gaten.
Functies en bedieningselementen
Afbeelding 4
Spuitpistool
A
Spuitlans met
B
snelkoppeling
Accessoirehouder
C
Brandstoftank
D
Waarschuwingslabel
E
Toerentalregelaar
F
Luchtfilter
G
Waterinlaat
H
Gebruik
Aanbevolen olie Afbeelding
Voor de beste prestaties raden wij het gebruik van Briggs &
Stratton Warranty Certified oliesoorten aan. U kunt ook andere
hoogwaardige soorten reinigingsolie gebruiken, als deze geschikt
zijn voor SF, SG, SH, SJ of hoger. Gebruik GEEN speciale
additieven. De buitentemperaturen bepalen de juiste olieviscositeit
voor de motor. Bepaal met behulp van de tabel de beste viscositeit
voor het verwachte buitentemperatuurbereik.
* Wordt SAE 30 olie gebruikt bij temperaturen onder 4° C (40° F),
dan leidt dit tot slecht starten.
** Boven 27° C (80° F) kan het gebruik van 10W-30 leiden tot een
hoger olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker.
5
5
J
Pomp
K
Automatisch
afkoelsysteem
L
Aanzuigslang
reinigingsmiddel
M
Olievulopening
N
Terugloopstarter
P
Hogedrukslang
R
Spuitmonden
6
Motorolie controleren/bijvullen Afbeelding
Controleer het oliepeil voor elk gebruik of minimaal na elke 8
bedrijfsuren. Houd het oliepeil op het juiste niveau.
1. Zorg dat de hogedrukreiniger waterpas staat.
2. Maak het gedeelte rond de olievulopening schoon (4, M) en
verwijder de olievuldop/peilstok.
3. Controleer of de olie bij de markering VOL (bovenste gat)
(7, A) op de peilstok staat.
4. Giet zo nodig langzaam meer olie in de olievulopening,
totdat de markering VOL (bovenste gat) op de peilstok is
bereikt. Voeg NIET te veel brandstof toe.
5. Zet de olievuldop/peilstok weer terug en draai vast.
MEDEDELING
Probeer NIET de motor aan te zwengelen of te
starten voordat deze is voorzien van de aanbevolen olie. Anders
kan een motorstoring het gevolg zijn.
VOORZICHTIG Voorkom dat de huid langdurig of herhaaldelijk
in contact komt met gebruikte motorolie. Uit laboratoriumonderzoek
is gebleken dat gebruikte motorolie bij bepaalde dieren
huidkanker kan veroorzaken. Was blootgestelde lichaamsdelen
grondig met water en zeep.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN. VERVUIL
NIET. WEES ZUINIG MET GRONDSTOFFEN. LEVER
GEBRUIKTE OLIE IN BIJ EEN MILIEUSTATION.
Brandstof bijvullen
De brandstof moet aan de volgende eisen voldoen:
• Schone, verse, loodvrije benzine.
• Minimaal 87 octaan/87 AKI (91 RON). Voor gebruik op grote
hoogte, zie Grote hoogte.
• Benzine met tot 10% ethanol (gasohol) is toegestaan.
MEDEDELING
Bij gebruik van niet goedgekeurde brandstoffen
kan de generator beschadigd raken en vervalt de garantie.
Gebruik GEEN benzine die niet is goedgekeurd, zoals E15 en
E85. Meng GEEN olie door de benzine, of modificeer de motor
niet voor gebruik van alternatieve brandstoffen. Meng, om het
brandstofsysteem te beschermen tegen het vormen van gom, een
brandstofstabilisator door de brandstof waarmee u bijvult. Zie Opslag.
Niet alle brandstoffen zijn gelijk. Wanneer u problemen met starten
of prestaties ervaart na het gebruik van brandstof, schakel dan
over op een andere leverancier of een ander merk. Deze motor is
gecertificeerd om op benzine te lopen. Het emissiebeperkingssysteem
voor deze motor is EM (Engine Modifications).
WAARSCHUWING! Brandstof en
brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en
explosief, wat brandwonden, brand of explosies
kan veroorzaken, met de dood of ernstig letsel tot gevolg. Zet de
motor van de hogedrukreiniger uit en laat deze ten minste 2
minuten afkoelen voordat u de tankdop verwijdert. Draai de dop
langzaam los om druk in de tank te laten ontsnappen. Vul de tank
buitenshuis. Voeg NIET te veel brandstof toe. Laat wat ruimte in de
tank voor het uitzetten van de brandstof. Indien brandstof wordt
gemorst, dient u te wachten tot deze verdampt is voordat u de
motor start. Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open
vlammen, waakvlammen, hitte en andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en koppelingen
regelmatig op barsten of lekken. Vervang indien nodig. NIET roken.
1. Maak het gedeelte rond de olievuldop schoon, verwijder de dop.
2. Giet langzaam gewone loodvrije brandstof (A) in de
brandstoftank (B). Wees voorzichtig niet te overvullen. Laat
circa 4 cm (1,5") (C) ruimte over in de tank voor het uitzetten
van de brandstof.
3. Sluit de tankdop en laat eventuele gemorste brandstof
verdampen voordat u de motor start.
Transport
Wanneer het apparaat moet worden getransporteerd in een
voertuig of aanhanger, moet de brandstoftank LEEG zijn of de
brandstofkraan, indien aanwezig, op OFF (0) staan. Kantel de
motor of machine NIET zover, dat er brandstof wordt gemorst.
4 7
Afbeelding 8
BRIGGSandSTRATTON.COM
BRIGGSandSTRATTON.COM
Werbung
Kapitel
Fehlerbehebung
