3.9
Eerste inbedrijfstelling
Er moet absoluut worden voorkomen dat de afvalwaterpomp(en) gedurende langere tijd (> 30 seconden)
drooglopen; zij kunnen dan beschadigd raken. Nooit afvalwaterpompen inschakelen, als de systeemtank niet
ten minste tot het minimale peil is gevuld.
3.9.1 Besturingskast initialiseren
•
Besturingskast voorzien van netspanning, de initialisatie begint. Daarbij gaan de 4 LED's een voor een
branden, er klinkt een waarschuwingssignaal en de afvalwaterpomp wordt gedurende enkele seconden
ingeschakeld. Na een geslaagde initialisatie is het schakelapparaat gebruiksklaar, de groene LED <1> brandt
3.9.2 Functiecontrole
•
Opvoerinstallatie voor vuilwater uitschakelen (zie 4.5)
•
Onderhoudsopening <30> (afb. [5], pagina 128) openen
•
Systeemtank volledig met water vullen. Het waterpeil moet tot aan
de opening van het toegangsdeksel reiken
•
Voedingsspanning naar het schakelapparaat weer inschakelen
(stekker in stopcontact steken), het schakelapparaat wordt
geïnitialiseerd (zie 3.7.1). De functiecontrole is met succes voltooid,
indien de onderstaande processen zoals beschreven werden
uitgevoerd:
– niveau-alarm wordt geactiveerd, de alarm-LED <2> knippert rood, er klinkt een waarschuwingssignaal en
de afvalwaterpomp begint de systeemtank leeg te pompen
– Nadat het peil tot onder het alarmniveau is gedaald, gaat de alarm-LED <2> uit en de beide oranje LED's
(niveau <3> en pompwerking <4>) branden, tot de systeemtank helemaal door de afvalwaterpomp is
geleegd
– Visuele controle: wanneer de afvalwaterpomp niet meer draait, mag de systeemtank slechts met een paar
centimeter water gevuld zijn
•
Onderhoudsopening <30> (afb. [5], pagina 128) weer dichtschroeven, de opvoerinstallatie voor vuilwater is
bedrijfsklaar
2017/11
Montage
137 / 180
2
3
4
1
PUMP
Aqualift Basic Mono
5
6
7
8
Ill. [15]