Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Kessel Aqualift F Compact Anleitung Für Einbau, Bedienung Und Wartung Seite 81

Abwasserstation
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Alternatief kan een drukbuis DA 40 voor de PVC
lijmverbinding gebruikt worden. De drukleiding
moet met een opstuwbochtstuk boven het plaat-
selijk vastgelegde opstuwniveau worden geleid en
onmiddelbaar achter het opstuwbochtstuk te wor-
den uitgebreid en daarna op een (min. DN 70) ge-
ventileerde basis- of verzamellei-ding worden
aangesloten. Drukloze buisaansluitingen (bv. HT
buis) zijn voor drukleidingen niet toegelaten. Als
de druk-buis in de grondplaat wordt gelegd, dient
deze door geschikte maatregelen van het bouw-
werk te worden afgekoppeld. Daardoor wordt ge-
luidsoverdracht in het bouwwerk evenzeer
vermeden als de lastoverdracht in de installatie
(breukgevaar van aansluitingen).
2.3.4 Lege kabelkanaalaansluiting
Mantelbuis voorzien i.v.m. ombouw in later sta-
dium. Indien deze in het opzetstuk wordt ge-
plaatst, deze aanbrengen middels KESSEL
gatenzaag (art.nr. 50101) of een in de handel
gebruikelijk gatenzaag Ø 60 mm en de doorvo-
erdichting DN 50 (art.nr. 850114).
Voor de aansluiting van de elektrische leidingen
en de luchtslang voor de druksensor dient de klant
een lege kabelkanaalbuis DN 50 te voorzien (afb.
6). Het lege kanaal kan in de in het tussenstuk
voorziene kabeldoorvoer aangesloten worden.
Om condenswater te vermijden mag de lege ka-
belbuis niet luchtdicht afgesloten worden.
Attentie
De luchtslang moet continu stijgend worden ge-
legd om ontstaan van condensaat en daaruit re-
sulterende functiestoringen te vermijden.
Voor eenvoudigere installatie raadt KESSEL aan,
om met 2 x 45° bochten te werken.
2.3.5 Ontluchtingsleiding
Een separate ontluchtingsleiding moet absoluut
worden voorzien.
De ontluchtingsleiding brengt de drukcompensatie
naar de openlucht tot stand. Zij moet min. in DN
70 uitgevoerd worden. Om geurbelasting te ver-
2. Inbouw
mijden moet de ontluchtingsleiding over het dak
worden geleid. Positie van de ontluchtingsleiding
aan de installatie (zie afb. 7).
Aan de installatie is door de fabriek een ontluch-
tingsaansluiting voorhanden. Optioneel kan met
een overgang DN 70/ 100 (art.-nr. 27602) op een
ontluchtingsleiding DN 100 worden uitgebreid.
81
Afb. 6
Afb. 7

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis