Ingebruikneming; A) Carrosserie Afnemen; B) Antennekabel Van De Ontvanger Aanleggen; C) Accu's/Batterijen In De Afstandsbediening Plaatsen - Reely T-MAX Bedienungsanleitung



8. Ingebruikneming

a) Carrosserie afnemen

De carrosserie is met klemmen beveiligd die uit de bouten getrokken moeten worden. Daarna kan de carrosserie naar
boven van het frame worden getild.

b) Antennekabel van de ontvanger aanleggen

De antennekabel van de ontvanger is bij de levering van het voertuig meestal opgerold. Wikkel de antennekabel
volledig af en maak hem voorzichtig glad.
Voer deze door het antennebuisje en steek het antennebuisje in de houder op het voertuig.
Als er een rubberen dop voor het antennebuisje werd meegeleverd, dan verhindert dit na het opsteken op het uiteinde
van het antennebuisje het wegglijden van de kabel.
Zorg dat de antennekabel niet in de aandrijving terechtkomt.
Kort de antennekabel niet in. Dit zou het bereik aanzienlijk verminderen. Wikkel het overgebleven
gedeelte van de antennekabel dat niet meer in het buisje past niet op. Laat dit gewoon los aan de
bovenkant uit het antennebuisje hangen.

c) Accu's/batterijen in de afstandsbediening plaatsen

Indien het nog niet is gebeurd, dient u 8 accu's resp. batterijen in de afstandsbediening te plaatsen. Let hierbij op de
juiste polariteit (plus/+ en min/-). In het batterijvak van de afstandsbediening de poolrichting aangegeven. Voor het
openen van het batterijvak wordt het deksel eenvoudig naar voren geschoven en eraf getild.

d) Afstandsbediening inschakelen

Voor de accupack in het voertuig met de rijregelaar mag worden verbonden, moet altijd eerst de afstandsbediening
(zender) worden ingeschakeld.
Binnen het bereik van de zender mag geen enkele andere zender/model met dezelfde frequentie
voorkomen, omdat de zenders elkaar onderling gaan storen en de modellen niet meer correct op de
bevelen van de zender reageren. Bent u actief in de buurt van een ander model, dan dient u met de
bezitter daarvan af te spreken, wie welke frequentie gebruikt.
Controleer aan de hand van de Power-LEDs (afb. 1, pos. 3) of de geplaatste batterijen/accu's nog vol genoeg zijn.
Wanneer de rode LED voor een te zwakke batterij knippert, dient u het voertuig niet meer te gebruiken en direct uit te
schakelen. Vervang daarna de batterijen of accu´s door nieuwe.
72