Om dit effect te voorkomen, is een ontlaadschakeling en een onderhoudsprogramma
met 1- en 3-malige ontlading (opfrisfunctie) ingebouwd.
De ontlaadstroom kan tussen 2A voor normale accu's en 20A voor hoogcapacitieve
accu's worden geselecteerd. De ontlaadstroom stelt u in met de schakelaar (11)
„Discharge Select".
Bij NiCd-accu's wordt aangeraden de accupack voor het opladen
eerst te ontladen zodat de accu ook na langere tijd nog probleem-
loos functioneert (zonder memory-effect). Bovendien moeten de
accu's eenmaal per maand worden ontladen en weer opgeladen
(zelfontlading, capaciteitsverlies).
Accu ontladen
Voor het ontladen van de accu gaat u als volgt te werk:
Selecteer zoals beschreven in het hoofdstuk „Ingebruikneming, accu aansluiten" het
accutype en sluit de accu aan.
Het „Slow"-laadproces begint, de groene LED knippert.
Druk driemaal op de Mode-toets (9). De lader bevestigt de instelling met 3 pieptonen
en schakelt over naar de ontladingsmodus. Dit wordt met het blauwe indicatielampje
(6) aangeduid.
Het ontlaadproces kan op elk moment door te drukken op de toets MODE (9) worden
beëindigd.
Door de weergave „Capacity" te selecteren, kan de ontladen capaciteit worden
gecontroleerd.
Zodra de eindspanning van het ontladen is bereikt, schakelt het laadapparaat auto-
matisch over naar de modus voor onderhoudslading.
Let op een correcte instelling van de laadstroom.
Opfrisfunctie (refresh)
Veel gebruikte accu's met een geringe capaciteit kunnen door een gericht
ontlaad/laad-programma via een of meerdere cycli weer worden hersteld.
Een ontlaad/laad-cyclus gebruikt men bij gedeeltelijk geladen accu's. Hierbij wordt
de accu voorafgaand aan de eigenlijke lading eerst ontladen.
Ga als volgt te werk:
- Selecteer zoals beschreven in het hoofdstuk „Ingebruikneming, accu aansluiten"
het accutype en sluit de accu aan.
Let op een correcte instelling van de ontlaadstroom.
47