Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

ModelCraft MC Sport Bedienungsanleitung Seite 116

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Instellen van de digitale rijtrim bij elektronische rijregelaars
Als de elektronische rijregelaar over een programmeermogelijkheid voor de verschillende standen (motor uit, volgas
en achteruit rijden) beschikt, dan kunt u de trimming op 0 ingesteld laten.
Als de regelaar niet over een programmeermogelijkheid beschikt, dan bepaalt u de waarde, waarbij uw model licht
vooruit resp. licht achteruit rolt. Vervolgens stelt u precies het midden tussen de beide grenswaarden in.
Instellen van de digitale rijtrim bij gebruik van een gasservo
 Modellen met verbrandingsmotor:
• Schakel eerst de zender in en vervolgens de ontvanger.
• Controleer of de digitale rijtrim op „0" staat resp. stel met behulp van de trimtoets „DT 2" voor de rijfunctie (zie
afbeelding 1, pos. 6) de waarde „0" in.
• Monteer nu de servohefboom met de carburatorstuurstang zo op de servo, dat in deze positie de smoorklep op de
carburator bijna gesloten is (vrijloopstand).
• Als u de schakelhendel voor de rijfunctie (zie afbeelding 1, pos. 10) tot aan de aanslag op de zendergreep trekt,
moet de smoorklep op de carburator volledig geopend worden.
• Loopt de servo in de verkeerde richting, verander dan met behulp van de REV-functie de draairichting van de servo
op ontvangeruitgang 2 (TH).
• Door uitproberen kunt u nu bepalen op welk punt van de stuurhoorn u de carburatorstuurstang moet ophangen om
optimaal openen en sluiten van de carburator te bereiken. De EPA-waarde moet daarbij ca. 100 – 120% zijn en kan
vervolgens ter fijnafstemming worden gewijzigd.
• Als u de schakelhendel voor de rijfunctie (zie afbeelding 1, pos. 10) helemaal naar voren van de greep wegdrukt,
moet de rem van het voertuig geactiveerd worden. Een stelschroef op de carburator voorkomt daarbij dat de smoorklep
van de carburator volledig sluit. Daardoor stopt de motor niet bij het afremmen. Met behulp van stelringen en veren
kunt u de remfunctie instellen en vervolgens met de EPA-functie een exacte fijnafstemming uitvoeren.
• Stel nog voordat u de motor voor de eerste keer start, de juiste functie van de smoorklep en de remstang in.
• Met behulp van de trimtoets „DT 2" (zie ook afbeelding 1, pos. 16) kunt u het stationair toerental van de motor
fijngevoelig bijregelen. Stel vervolgens de gasstang zolang af, tot de digitale trim bij optimaal stationair toerental
weer op 0 staat.
 Elektromodellen met mechanische rijregelaar:
• Schakel eerst de zender in en vervolgens de ontvanger.
• Controleer of de digitale rijtrim op „0" staat resp. stel met behulp van de trimtoets „DT 2" voor de rijfunctie (zie
afbeelding 1, pos. 6) de waarde „0" in.
• Stel nu de stang voor de mechanische rijregelaar zo in, dat de elektromotor niet aanloopt als de schakelhendel voor
de rijfunctie (zie afbeelding 1, pos. 10) in de middenpositie staat (zie ook afbeelding 12).
• Met behulp van de trimtoets „DT 2" voor de rijfunctie (zie afbeelding 1, pos. 16) kunt u naar behoefte een fijnafstemming
uitvoeren, om mechanische afwijkingen te compenseren en een veilig uitschakelen van de aandrijfmotor te gar-
anderen.
• Bij het vooruit en achteruit sturen op de zender moet de rijregelaar de betreffende contacten probleemloos sluiten
en de motor betrouwbaar in de juiste looprichting schakelen.
116

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis