Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
volgende apparaat etc ., tot alle lichteffect-
apparaten in een ketting zijn aangesloten
(zie ook figuur 3) .
3) Sluit de DMX-uitgang van de laatste licht-
effectapparaat in de ketting af met een
weerstand van 120 Ω (0,25 W) . Sluit een
geschikte afsluitstekker (bv . DLT123) aan
op de DMX- uitgangsconnector .
4) Om een scènesequentie muziekgestuurd
weer te geven (hoofdstuk 7 .2) kunt u een
audioapparaat met lijnuitgang (cd-speler,
cassettedeck, mengpaneel etc .) aansluiten
op de jack AUDIO IN (32) . Bij aansluiting op
de jack wordt de ingebouwde microfoon (4)
uitgeschakeld .
5) Plug ten slotte de netstekker van het aansluit-
snoer (30) in een stopcontact (230 V/ 50 Hz) .
4.3 De DMX-startadressen van de
lichteffectapparaten instellen
Alvorens de volledige verlichtingsinstallatie in
te schakelen, moeten de aangesloten licht-
effectapparaten over de 144 beschikbare
DMX- adressen worden verdeeld . Dit kan niet
volgens een vast schema gebeuren, omdat de
lichteffectapparaten naargelang het type een
verschillend aantal DMX-kanalen in beslag
nemen (zie ook figuur 6 op pagina 47) . Elk licht-
effectapparaat moet op een startadres worden
ingesteld, d .w .z . op het adres waarmee de eer-
ste functie wordt gestuurd, bv . adres 19 om te
draaien bij een scanner . Indien de scanner drie
kanalen gebruikt, bv . voor kantelen, kleurwis-
sel en Gobo-wissel, dan zijn ook de volgende
adressen 20, 21 en 22 automatisch toegewe-
zen . Wanneer uitsluitend identieke apparaten
synchroon moeten worden gestuurd, kunnen
ze hetzelfde startadres behouden, anders moet
elk apparaat een vrij eigen adres krijgen .
Het aantal benodigde DMX-kanalen, hun
functies en het instellen van het DMX-startadres
kunt u in de betreffende gebruikershandleiding
van het lichteffectapparaat nalezen .
4.4 De besturingskanalen
configureren
Om een idee te hebben van de uitgebreide con-
figuratiemogelijkheden vindt u een overzicht
op pagina 47 . Raadpleeg dit overzicht alvorens
met de configuratie te beginnen . Zo kunt u alle
mogelijkheden optimaal benutten .
1) Schakel met de POWER-schakelaar (8) het
besturingspaneel in . Op het display verschijnt
kort
img Stage Line
het nummer van de softwareversie . Daarna
verschijnt in de eerste regel
Uit de geheugenbank 01 is de scène 01 op-
geroepen (zie hoofdstuk 6) .
2) Roep het configuratiemenu op met de toets
ESC / SETUP (21) . Dit kan echter niet tijdens
weergave of programmering van een scène-
sequentie . In figuur 4 en op pagina 2 vindt
u de menustructuur .
3) Het display vermeldt:
Output Options?
a) Om de DMX-adressen toe te wijzen
(hoofd stuk 4 .4 .1), drukt u op de cijfer toets
12 / YES (2) [melding
b) Om de opties van de besturingskanalen
vast te leggen (hoofdstuk 4 .4 .2), drukt u
op de toets 11 / NO (2)
[melding
Control Options?
46
Om te bevestigen drukt u op de toets
12 / YES, om de resetfunctie op te roepen
(hoofdstuk 4 .4 .3) op de toets 11 / NO .
4) Met de toets ESC / SETUP kunt u telkens het
configuratiemenu verlaten .
Bk 01/01
ESC/
SETUP
Output Options?
ESC/
SETUP
Control Options?
ESC/
SETUP
Reset All Opt's?
Sure ? ? ?
Fig . 4 De menustructuur
4.4.1 DMX-Adressen toewijzen (DMX-PATCH)
Na de bevestiging van de vraag
tions?
melding
sen 1 – 144 elk aan een besturingskanaal 1 – 96
toewijzen en de uitvoerwaarde inverteren . Stan-
daard ingesteld is:
DMX-adres
DMX Patch Ch:
Fig . 5 Voorinstelling
1) Om de voorinstelling te wijzigen, selecteert u
het DMX-adres
de cijfertoetsen 12 / + en 11 / − (2) of door
rechtstreekse invoer van drie cijfers via de
cijfertoetsen 1 – 0 .
2) Ga met de cursortoets
Ch:..
met de toetsen 12 / + en 11 / − of door
en
DMX-1440
rechtstreekse invoer van twee cijfers via
de cijfertoetsen . U kunt ook verschillende
.
Bk01 01/01
DMX-adressen aan één besturingskanaal
toewijzen om zo dezelfde functies voor
meerdere DMX-apparaten parallel te kun-
nen sturen .
nul aan een DMX-adres (
de uitvoerwaarde steeds op minimum (resp .
bij invertering op maximum) . Zo kunt u een
"kritisch" kanaal, dat bv . een reset-functie
voor een apparaat inschakelt of dat een ont-
Y/N
ladingslamp uitschakelt, beveiligen tegen
onbedoeld gebruik .
] of
DMX Patch
3) Ga met de toets
tie
of 11 / NO, of de DMX-uitvoerwaarde moet
worden geïnverteerd (melding
] .
(melding
Y/ N
ESC/
SETUP
YES
NO
ESC/
SETUP
Control Ch: 01
DMX Patch CH:001
YES
NO
Master Depend
Y
Ctrl Ch:01 Inv:N
Crossfade:
Y
Ctrl Ch:01
NO
YES
Blackout:
Y
Full/Flash:
Y
NO
YES
ESC/
or
SETUP
en uitvoerwaarden inverteren
Output Op-
met de toets 12 / YES (2) verschijnt de
en kunt u de DMX-adres-
DMX Patch
Besturingskanaal
Invertering
Crtl Ch:
001
01
002
02
...
...
096
96
097
01
098
02
...
...
144
48
DMX Patch Ch:...
(23) naar
en wijs het besturingskanaal toe
Bij toewijzing van het besturingskanaal
Ctrl Ch:00
naar de inverteringsop-
en selecteer met de toets 12 / YES
Inv:
) . Bij ingeschakelde invertering
N
is de uitvoerwaarde nul, wanneer het be-
sturingskanaal op maximumwaarde werd
ingesteld, en omgekeerd .
4) Ga met de toets ESC / SETUP (21) of de
cursor toets
DMX-adres . Herhaal de bedieningsstappen
voor bijkomende adressen of druk opnieuw
op de toets ESC / SETUP om de toewijzing van
adressen te verlaten (melding:
Options? Y/N
Na de vraag
kunt u met de toets ESC / SETUP het con-
figuratiemenu verlaten of kunt u met de
toets 12 / YES verder gaan om de opties van
ESC/
SETUP
de besturingskanalen in te stellen (melding:
Control Ch: 01
Op pagina's 66 en 67 staat een tabel die u
kunt kopiëren en vervolgens invullen met de
aangesloten DMX-apparaten, hun ingestelde
Inv:N
adressen, functies en de configuratie van de
besturingskanalen .
ESC/
or
SETUP
4.4.2 Opties van de besturingskanalen
vastleggen
Na de bevestiging van de vraag
met de toets 12 / YES (2) kunt u voor
tions?
elk van de 96 besturingskanalen afzonderlijk de
volgende eigenschappen vastleggen:
Lees verder op pagina 48 .
Overzicht van de configuratiemogelijkheden
Verklaring bij figuur 6 op pagina 47 .
De 96 besturingskanalen zijn in 8 groepen
1
ingedeeld . De groepen kunnen individueel of
ook met meerdere worden geselecteerd . Zo
kunnen meerdere apparaten tijdelijk samen
worden bestuurd .
Inv:
N (nee)
De opties masterafhankelijkheid (M), meng-
2
N
baarheid met tussenwaarden (C), Black-
...
out (B) en Full On / Flash (F) kunnen voor elk
N
besturingskanaal afzonderlijk worden uitge-
N
schakeld (N), wanneer de functie niet zinvol
N
is . De optie is standaard geactiveerd (Y) .
...
U kunt de besturingshendel MOTION CON-
3
N
TROL voor de kanalen 1 / 2 en / of 7/ 8 inscha-
kelen . Naargelang de geactiveerde bestu-
ringskanaalgroep wordt hij ook gebruikt om
met
de kanalen 13 / 14 resp . 19 / 20, 25 / 26 resp .
31 / 32 etc . te besturen .
4
Het omwisselen van besturingskanalen be-
spaart het omsteken van aansluitingen op
Ctrl
moeilijk toegankelijke plaatsen .
Defecte of in een scène storende lampen
5
kunnen uit te besturing worden genomen
door het DMX-adres aan het besturings-
kanaal 0 toe te wijzen . In dit geval wordt
permanent de waarde nul uitge voerd of de
waarde 255 bij invertering (invers = Y) .
Meerdere DMX-adressen kunnen aan het-
6
zelfde besturingskanaal worden toegewezen
en de uitvoerwaarden hiervan individueel ge-
) blijft
inverteerd . Hierdoor kunt u bv . een scanner
synchroon be sturen, bij invertering van een
uitgang ook spiegelsymmetrisch .
7
De functies van verschillende DMX-appara-
ten kunt u voor een beter overzicht in een
homogene volgorde plaatsen .
8
Hoewel slechts 96 besturingskanalen be-
schikbaar zijn, kunnen er 144 DMX-adres-
sen worden aangesproken, wanneer deze
) of niet
afwisselend of meerdere parallel aan de
Y
besturingskanalen worden toegewezen .
naar de invoer van een nieuw
Control
) .
Control
Options?
, hoofdstuk 4 .4 .2) .
Control Op-
Werbung
Kapitel
Inhaltsverzeichnis
