Werbung
Inbetriebnahme
DJ Mikrofon benutzen
•
Schalten Sie den Eingangswahlschalter für Kanal 1 (3) in Stellung DJ MIC.
•
Der Eingangspegel und der Klang des Mikrofoneingangs ist wie zuvor unter „Faderkanalsignal
einstellen" beschrieben durchzuführen.
•
Wenn Sie eine Durchsage machen wollen, drücken Sie den Schalter TALKOVER (13) (zugehöri-
ge LED-Anzeige muss leuchten), schieben Sie den Faderregler für Kanal 1 (11) in die gewünsch-
te Position und sprechen Sie. Das Mischpult reduziert, solange der Schalter TALKOVER (13)
aktiviert ist die Lautstärke der anderen Faderkanäle.
•
Drücken Sie nach der Durchsage den Schalter TALKOVER (13) erneut, die zugehörige LED-
Anzeige erlischt wieder.
Handhabung
•
Stecken Sie den Netzstecker niemals gleich dann in eine Netzsteckdose, wenn das Gerät von
einem kalten Raum in einen warmen Raum gebracht wurde. Das dabei entstehende Kondens-
wasser kann unter Umständen das Gerät zerstören.
Lassen Sie das Gerät uneingesteckt auf Zimmertemperatur kommen. Warten Sie bis das Kon-
denswasser verdunstet ist.
•
Ziehen Sie Netzstecker nie an der Leitung aus der Steckdose, ziehen Sie sie immer nur an den
dafür vorgesehenen Griffflächen aus der Netzsteckdose.
•
Ziehen Sie bei längerer Nichtbenutzung den Netzstecker aus der Netzsteckdose.
•
Achten Sie während des Betriebs auf eine ausreichende Belüftung des Gerätes.
•
Ziehen Sie aus Sicherheitsgründen bei einem Gewitter immer den Netzstecker aus der Netz-
steckdose.
•
Musik sollte nicht über einen längeren Zeitraum mit übermäßiger Lautstärke gehört werden.
Hierdurch kann das Gehör geschädigt werden.
Wartung
Überprüfen Sie regelmäßig die technische Sicherheit des Mischpults z.B. auf Beschädigung der
Netzleitung und des Gehäuses.
Wenn anzunehmen ist, dass ein gefahrloser Betrieb nicht mehr möglich ist, so ist das Gerät außer
Betrieb zu setzen und gegen unbeabsichtigten Betrieb zu sichern. Netzstecker aus der Steckdose
ziehen!
Es ist anzunehmen, dass ein gefahrloser Betrieb nicht mehr möglich ist, wenn:
•
das Gerät oder die Netzleitung sichtbare Beschädigungen aufweisen
•
das Gerät nicht mehr arbeitet
•
nach längerer Lagerung unter ungünstigen Verhältnissen, oder
•
nach schweren Transportbeanspruchungen
Bevor Sie das Mischpult reinigen oder warten beachten Sie unbedingt folgende Sicherheitshin-
weise:
Beim Öffnen von Abdeckungen oder Entfernen von Teilen können spannungsführende
Teile freigelegt werden.
Vor einer Wartung oder Instandsetzung muss deshalb das Gerät von allen Span-
nungsquellen getrennt werden.
16
Aansluitings- en bedieningselementen
Op deze bussen kunt u een opnameapparaat, zoals cassetterecorder, bandrecorder of cd-recorder,
aansluiten en het mengpaneelsignaal opnemen.
Het uitgangsniveau van de aansluiting REC wordt via de afzonderlijke kanaalfader (11) en
de regelknop GAIN (5) beïnvloed.
(25) Aansluiting AMP
Op deze asymmetrische stereo-cinchuitgang is het MASTER-uitgangssignaal beschikbaar. Bij het
MASTER-signaal gaat het om het gemixte audio-uitgangssignaal van het mengpaneel. Op deze bus-
sen wordt de eindversterker aangesloten.
(26) Aansluiting BOOTH
Op deze asymmetrische stereo-cinchuitgang is het gemixte audio-uitgangssignaal van het mengpa-
neel (MASTER-signaal) beschikbaar. Het uitgangsniveau wordt echter niet door de MASTER-fader
(12), maar door de regelknop BOOTH (9) beïnvloed. De aansluiting BOOTH (26) kan als extra, van
de aansluiting AMP (25) losgekoppelde uitgang worden gebruikt. Via deze uitgang kunt u bijv. actie-
ve monitorboxen voor uw DJ-cabine aansluiten of een tweede versterkercircuit opbouwen.
Opstelling/montage
Het mengpaneel is geschikt voor gebruik op tafel en voor inbouw in een console. De vier bevesti-
gingsgaten in de bovenste afdekplaat van het mengpaneel zijn bestemd voor montage in een con-
sole.
Zorg bij de montage in een console met andere apparatuur voor voldoende ven-
tilatie.
Zet het apparaat niet op een zachte ondergrond, zoals een vloerkleed of een bed.
De luchtcirculatie mag bovendien niet door voorwerpen zoals tijdschriften, tafelkle-
den of gordijnen worden gehinderd. Dit belemmert de warmteafvoer van het appa-
raat en kan leiden tot oververhitting (brandgevaar).
Boor geen gaten in de behuizing van het mengpaneel en draai er geen schroeven in;
hierdoor kan het apparaat beschadigd raken en de veiligheid ervan nadelig worden
beïnvloed.
Plaats het product altijd op een stabiele en veilige ondergrond.
Als het mengpaneel valt, kunnen mensen gewond raken.
Zorg er bij het opstellen/monteren van het apparaat voor, dat de aansluitkabels niet
worden afgekneld of door scherpe randen beschadigd raken.
Leg kabels altijd zo neer, dat er niemand over kan struikelen of er in kan blijven
haken. Er bestaat gevaar voor letsel.
Let er bij de keuze van de plaats van opstelling op, dat blootstelling aan direct, inten
sief zonlicht, trillingen, stof, hitte, kou en vocht moet worden voorkomen.
Apparaten met sterke elektrische of magnetische velden, zoals transformatoren,
motoren, draadloze telefoons, zendontvangapparaten enz., mogen niet in de directe
nabijheid van het mengpaneel staan, omdat deze de werking van het mengpaneel
nadelig kunnen beïnvloeden.
61
Werbung
Kapitel
Fehlerbehebung
