15.6 De geprogrammeerde zenders selecteren
Druk kort op de gewenste cijfertoets 0 ... 9 kort in. Als je geen zender in de
>
geselecteerde programmapositie hebt opgeslagen, verschijnt [Favoriet
leeg].
Alternatief:
Druk kort op de knop FAV, gebruik de knoppen ▲ ▼ om een favoriete
>
geheugenlocatie 1...30 te selecteren en druk op de knop OK.
15.7 Een programmapositiegeheugen wissen
>
Sla het nieuwe kanaal op in de relevante programmapositie.
15.8 Signaalsterkte
Druk meerdere keren op de INFO knop. De signaalsterkte wordt weergegeven.
>
>
Het niveau van de signaalsterktebalk toont het huidige niveau:
Zenders waarvan het niveau lager is dan de vereiste minimale
signaalsterkte zenden geen voldoende signaal uit. Lijn indien nodig de
antenne uit zoals beschreven onder punt 5.2.
Door meerdere keren op de INFO-toets te drukken, schakel je
door verschillende informatie, bijv. programmatype,
multiplexnaam, frequentie, signaalfoutfrequentie, databitsnelheid,
programmaformaat, datum.
15.9 Dynamisch etiket plus
Als dit door de programma-aanbieder wordt ondersteund, kan met de Dynamic
Label Plus-service bijvoorbeeld ook de naam van het huidige programma of de titel
en artiest worden weergegeven.
15.10 DRC instellen
De compressiesnelheid compenseert dynamische fluctuaties en de bijbehorende
volumeveranderingen.
Druk op de knop MENU en gebruik de knoppen ▲ ▼ om
>
[Geluidsinstellingen] > [DRC] te selecteren.
Druk op de knop OK.
>
30
Minimale signaalsterkte
Signaalsterkte