9.4
Bandenspanningsmeter (12)
gebruiken (afb. 2)
Aanwijzing:
• Draag bij het werken met het product een veiligheids-
bril en een stofmasker! Stoffen zijn schadelijk voor de
gezondheid! Door vreemde deeltjes en weggeblazen
onderdelen kunnen verwondingen ontstaan.
1. Selecteer een geschikte adapter (15/17) (zie 8.2).
2. Steek de adapter (18/19/20/21/22) in de ventieladap-
ter (15a) (zie 8.6).
3. Druk op de actuator (13) om de bandenspanningsme-
ter (12) met de ingestelde bedrijfsdruk te gebruiken.
4. Controleer de luchtdruk tijdens het gebruik.
Lees hiertoe de luchtdruk af op de manometer (12a).
9.5
Overbelastingsbeveiliging (afb. 7)
Aanwijzingen:
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf uit.
Na een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de motor
weer worden ingeschakeld.
De overbelastingsbeveiliging zorgt ervoor dat zowel het
product alsook de accu worden beschermd tegen over-
verhitting en beschadigingen.
Controleer absoluut of het product probleemloos werkt
voordat u de overbelastingsbeveiliging reset en het pro-
duct opnieuw opstart.
1. Schakel het product met de aan/uit-schakelaar (3) uit
en wacht af tot het product is afgekoeld.
2. Druk op de toets "Overbelastingsbeveiliging" (11) en
schakel het product in zoals beschreven onder 9.1.
Als de overbelastingsbeveiliging niet in werking is getre-
den, heeft de toets "Overbelastingsbeveiliging" (11) geen
effect.
10 Werkinstructies
• Een drukvat mag niet worden gebruikt als het defec-
ten vertoont die werknemers of derden in gevaar
brengen.
• Controleer vóór elk gebruik het drukvat op roestvor-
ming en beschadigingen. De compressor mag niet ge-
bruikt worden als het drukvat beschadigd of roestig is.
Neem contact op met de klantenservicewerkplaats als
u beschadigingen constateert.
• Het product mag uitsluitend in geschikte ruimtes
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur +5 °C tot
40 °C) worden gebruikt. In de ruimte mag geen sprake
zijn van stof, zuren, dampen, explosieve of brandbare
gassen.
• Het product is geschikt voor gebruik in droge ruimtes.
In het bereik waar met spatwater wordt gewerkt, is ge-
bruik niet toegestaan.
• Controleer de bandenspanning direct na het vullen
met behulp van een geschikte manometer, bijvoor-
beeld bij een tankstation.
11 Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING
Laat reparatie- en onderhoudswerkzaamhe-
den, die niet in deze gebruikshandleiding be-
schreven staan, uitvoeren door een gespeci-
aliseerde werkplaats. Gebruik uitsluitend ori-
ginele reserveonderdelen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen! Voer on-
derhouds-
doorgaans uit met een verwijderde accu. Er
bestaat gevaar voor verwonding! Laat het
product altijd afkoelen voordat onderhouds-
of reinigingswerkzaamheden worden uitge-
voerd. Elementen van de motor zijn heet. Er
bestaat gevaar voor letsel en brandwonden!
Het product kan onverwacht starten en kan daardoor
verwondingen veroorzaken.
–
Verwijder de accu.
–
Laat het product afkoelen.
–
Verwijder het inzetstuk.
11.1
Reiniging
1. Zorg dat de veiligheidsinrichtingen, de ventilatiesleu-
ven en de motorbehuizing zo stof- en vuilvrij mogelijk
zijn. Wrijf het product met een schone doek* af en
blaas deze met perslucht* bij lage druk uit. Wij advise-
ren u, om het product direct na elk gebruik te reinigen.
2. Ventilatieopeningen moeten altijd vrij zijn.
3. Gebruik geen reinigingsmiddelen of oplosmiddelen;
deze kunnen de kunststofonderdelen van het product
aantasten. Zorg ervoor dat er geen water in het pro-
duct kan komen.
11.2
Onderhoud
11.2.1
LET OP
Om het drukvat in goede staat te houden, moet u na elk
gebruik het condenswater aftappen door de aftapplug te
openen.
1. Laat de reservoirdruk volledig ontsnappen.
2. Open de aftapschroef voor condenswater (8) door te-
gen de wijzers van de klok in te draaien.
3. Wacht tot het condenswater volledig uit het perslucht-
reservoir (7) is gelopen.
4. Sluit het persluchtreservoir (7) weer door de af-
tapschroef voor condenswater (8) door met de wijzers
van de klok mee te draaien, weer terug te plaatsen.
Let hierbij op dat de afdichting van het persluchtreser-
voir (7) goed sluit.
Aanwijzing:
• De compressor mag niet met een beschadigde of
roestig persluchtreservoir worden gebruikt.
Als u beschadigingen constateert, dient u contact op
te nemen met de klantenservicewerkplaats.
www.scheppach.com
en
reinigingswerkzaamheden
Onderhoud van het
persluchtreservoir (7) (afb. 1)
NL | 61