Aansluiten:
Kleine en grote conische ventieladapters (18/19) / bal-
naald (20) / fietsventiel (21) / verbindingsstuk (22):
1. Druk de hendel op de ventieladapter (15a) in en houd
deze ingedrukt.
2. Plaats de juiste adapter (18/19/20/21/22) in de kle-
padapter (15a).
3. Laat de hendel op de ventieladapter(15a) los.
Adaptermondstukken (22a):
1. Schroef de voor u passende adaptermondstukken
(22) op het verbindingsstuk (22).
Verwijderen:
Adaptermondstukken (22a):
1. Schroef het adaptermondstuk (22a) van het verbin-
dingsstuk (22).
Kleine en grote conische ventieladapters (18/19) / bal-
naald (20) / fietsventiel (21) / verbindingsstuk (22):
1. Druk de hendel op de ventieladapter (15a) in en houd
deze ingedrukt.
2. Trek de adapter (18/19/20/21/22) naar voren uit de
ventieladapter (15a).
3. Laat de hendel op de ventieladapter(15a) los.
8.7
Accu (16) in de accu-houder (2)
plaatsen/verwijderen (afb. 6)
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel!
Plaats de accu pas, als het accu-gereedschap klaar is
voor gebruik.
Accu plaatsen
1. Schuif de accu's (16) in de accu-houders (2). De accu
(16) klikt hoorbaar vast.
Accu uitnemen
1. Druk op de ontgrendelingsknop (16a) van de accu
(16) en trek de accu (16) uit de accu-houder (2).
9
Bediening
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel!
Plaats de accu pas, als het accu-gereedschap klaar is
voor gebruik.
LET OP
Draag gehoorbescherming!
Gebruik een geschikte gehoorbescherming, indien u
zich in de buurt van het apparaat bevindt.
LET OP
Let op dat de omgevingstemperatuur, tijdens de werk-
zaamheden niet hoger is dan 50 °C en niet lager is dan
–20 °C.
60 | NL
LET OP
Het product maakt deel uit van de 20V IXES serie en
mag alleen met accu's uit deze serie worden gebruikt.
Accu's mogen alleen met opladers uit deze serie wor-
den opgeladen. Let hierbij op de specificaties van de fa-
brikant.
Aanwijzing:
• Het product trilt tijdens het bedrijf. Plaats het daarom
tijdens het bedrijf op een vaste en stevige ondergrond.
De grootste schuinte ten opzichte van de horizontale
positie is 10º. Aan de onderzijde van het product be-
vinden zich hier vier standaardpootjes.
• Let op dat alle slangen en armaturen geschikt zijn
voor de hoogst toelaatbare werkdruk van de compres-
sor.
9.1
Product in-/uitschakelen (afb. 7)
Inschakelen
1. Zet de aan/uit-schakelaar (3) op stand "I" om het pro-
duct in te schakelen.
Het product springt aan zodra de reservoirdruk onder de
ingestelde bedrijfsdruk valt.
Uitschakelen
1. Zet de aan/uit-schakelaar (3) op stand "0" om het pro-
duct uit te schakelen.
9.2
Reservoirdruk aflezen (afb. 1)
Aanwijzing:
• De veiligheidsklep (10) is ingesteld op de maximaal
toegestane druk van het drukvat (7).
1. De huidige reservoirdruk kan op de manometer (4)
worden afgelezen.
9.3
Bedrijfsdruk instellen (afb. 1)
Aanwijzingen:
• De huidige ingestelde bedrijfsdruk kan op de mano-
meter (5) worden afgelezen.
• U kunt de bedrijfsdruk maximaal op 8 bar instellen.
Bedrijfsdruk verhogen
1. Draai de drukregelaar (9) met de wijzers van de klok
mee tot de gewenste bedrijfsdruk is ingesteld.
Bedrijfsdruk verkleinen
1. Draai de drukregelaar (9) tegen de wijzers van de klok
in tot de gewenste bedrijfsdruk is ingesteld.
www.scheppach.com