•
Leg geen aluminiumfolie of kunststof op de kookzones. Houd materialen die kunnen
smelten, zoals kunststof, aluminiumfolie, suiker en snoep, uit de buurt van de hete zo-
nes. Om schade aan de kookplaat te voorkomen, verwijdert u gemorst suiker onmiddel-
lijk (zolang de kookplaat nog warm is) met een geschikte glasschraper.
•
Plaats nooit metalen voorwerpen (zoals lege pannen, bestek enz.) op de in-
ductiekookplaat, omdat deze oververhit kunnen raken en brandwonden kunnen
veroorzaken.
•
Vermijd het plaatsen van brandbare of ontvlambare voorwerpen direct onder de ko-
okplaat.
•
Metalen voorwerpen die de gebruiker draagt, kunnen in de buurt van de inductieko-
okplaat oververhit raken.
•
Let op: Niet-magnetische objecten (zoals gouden of zilveren ringen) lopen dit risico niet.
•
Gebruik de kookzones nooit om gesloten blikken of verpakkingen van samengestelde
materialen te verwarmen, omdat de elektrische kracht deze kan laten exploderen.
•
Houd de sensortoetsen schoon, aangezien vuil als een onbedoelde aanraking kan wor-
den geïnterpreteerd. Leg geen voorwerpen (pannen, doeken enz.) op de sensortoetsen!
•
Als voedselresten op de toetsen terechtkomen, wordt aangeraden de OFF-knop te
activeren.
•
Hete pannen en potten mogen de sensortoetsen niet bedekken of te dicht bij hen
worden geplaatst, omdat dit een automatische uitschakeling van het apparaat kan
veroorzaken.
•
Plaats de pan zo dicht mogelijk in het midden van de kookzone.
•
Gebruik indien mogelijk de achterste kookzone voor grote pannen om overmatige
verwarming van de sensortoetsen te voorkomen, wat een E2-foutmelding en de uit-
schakeling van de touchbediening kan veroorzaken.
•
Activeer de kinderslotfunctie als huisdieren de kookplaat kunnen bereiken.
•
Gebruik de kookplaat niet als de oven eronder in pyrolysemodus staat.
•
Reinig de glaskeramische kookplaat nooit met een stoomreiniger of soortgelijke appa-
raten.
•
Blijf voortdurend toezicht houden tijdens het frituren; flamberen is niet toegestaan.
2.3 VOOR PERSONEN
•
Deze apparaten kunnen worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen
met lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen, evenals door personen
zonder ervaring en/of vaardigheden, mits zij onder toezicht staan of instructies hebben
ontvangen over het veilige gebruik van het apparaat en de bijbehorende risico's
begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud
mogen alleen door kinderen onder toezicht van een volwassene worden uitgevoerd.
•
Het is belangrijk om te weten dat de oppervlakken van de verwarmings- en
kookzones tijdens gebruik heet worden. Houd daarom kleine kinderen altijd op
veilige afstand.
•
Er mogen alleen beschermroosters en kookplaatafdekkingen worden gebruikt die door
de fabrikant of geautoriseerde aanbieders worden geleverd, zoals aangegeven in de
handleiding. Het gebruik van ongeschikte beschermroosters en afdekkingen kan tot
ongelukken leiden.
•
Personen met geïmplanteerde pacemakers of insulinepompen moeten ervoor
zorgen dat de werking van hun apparaten niet wordt beïnvloed door het
inductieveld (het frequentiebereik van de inductiekookplaat is 20-50 kHz).
INDUCTIEKOOKPLAAT | 79