NL
Voorwaartse en achterwaartse beweging
De rijrichting wordt bepaald met de bedieningshendel. Afhankelijk van de positie van de
bedieningsschakelaar verdicht de plaat in voorwaartse richting, ter plaatse of in achterwaartse richting.
F – VOORUIT
R – ACHTERUIT
N – NEUTRAAL
Om de compactor in voorwaartse richting te laten bewegen, duwt u de schakelhendel naar voren.
Als de schakelhendel in de neutrale stand wordt geplaatst, trilt de compactor ter plekke.
Om de compactor in de omgekeerde richting te laten bewegen, trekt u de schakelhendel naar achteren.
5.3.3.
Verdichting
Gebruik de plaat niet op beton of op extreem harde, droge, verdichte oppervlakken. De plaat zal springen
in plaats van trillen en kan zowel de plaat als de motor beschadigen.
Het aantal passages dat nodig is om een gewenst verdichtingsniveau te bereiken, hangt af van het type en
het vochtgehalte van de grond. De maximale bodemverdichting is bereikt wanneer er sprake is van
overmatige terugslag.