Herunterladen Diese Seite drucken

Novoferm iso70-2 ZF Original-Montage- Und Betriebsanleitung Seite 47

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
Afb.
j
Bereid de vier plafondophangingen, bestaande
uit de ankerrail (27), aansluitprofiel (28) en de bouten
en moeren (S6 + S12) voor. Schroef steeds een pla-
fondophanging met de bouten en moeren (S6 + S12)
aan de verbindingsplaat  (18) van beide looprailpa-
ren (14L/14R).
Afb.
k
Monteer aan elk looprailpaar  (14L/14R) één
looprailophangprofiel  (19), door dit ongeveer in het
midden op het looprailpaar  (14L/14R) te plaatsen en
in positie te draaien.
Afb.
l
Positioneer beide looprailophangprofielen (19)
op het beoogde ophangpunt en monteer per kant een
plafondophanging met de bouten en moeren  (S6 +
S12).
Afb.
m
Controleer het looprailpaar  (14L/14R) op
eventuele verdraaiingen en monteer daarna de reste-
rende plafondophangingen aan het garageplafond
met de bouten  (S8) evenals de bijbehorende plug-
gen (S9).
Afb.
n
Bij stabiliteitsproblemen bij de achterste pla-
fondophanging, extra diagonaalschoren aanbrengen.
4.5
Montage van het deurblad
4.5.1 Voormontage van de vloersectie
Afb.
a
Afb.
b
, pagina A11. Verwijder bij elk deur-
segment altijd eerst de beschermfolie, door de be-
schermfolie voorzichtig langs een eindkap in te snij-
den en daarna los te trekken.
Afb.
c
Afb.
d
Het logo (58) aanbrengen op de bui-
tenzijde van de vloersectie  (44) en daarna aan de
binnenzijde de vloergreep  (49) met de bouten  (S13)
vastschroeven. Het toegestane aanhaalmoment van
10 Nm aanhouden bij het vastschroeven.
4.5.2 Montage van de vloersectie
Afb.
a
, pagina A12. Reinig de afdichtingen van de
kozijnprofielen (1L/1R) met een vochtige doek. Positi-
oneer de vloersectie  (44) in het deurframe en breng
ca. 30  mm ondervulling aan (houten balk o.i.d.), om
een later optillen van het deurblad te vergemakkelij-
ken. Beveilig de vloersectie (44) tegen omvallen.
Afb.
b
Afb.
c
Monteer zowel links- als rechtsboven
een buitenscharnier  (48) met een tandemloop-
roll  (56), door per buitenscharnier  (48) een tandem-
looprol (56) in te steken en deze in de verticale loop-
rail te plaatsen. Schroef de buitenscharnieren (48) elk
met twee schroeven  (S13) vast aan de vloersec-
tie  (44). Het toegestane aanhaalmoment van 10  Nm
aanhouden bij het vastschroeven.
Afb.
d
Monteer links- en rechtsonder de kabelbeves-
tigingen (57L/57R) met de bouten (S13) op de vloer-
sectie  (44). Het toegestane aanhaalmoment van
10 Nm aanhouden bij het vastschroeven.
Afb.
e
Plaats de onderste looprollen (50) in de verti-
cale looprails en schroef deze met de bouten en
moeren  (S5+S12) vast aan de kabelbevestigin-
gen (57L/57R).
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!
4.5.3 Instellen van de looprollen
De tandemrollen na elk nieuw geplaatst deursegment
instellen, zo heeft u direct inzicht in de afstand tussen
het slijtprofiel van het kozijn en het geplaatste deur-
segment. Houd hierbij rekening met de volgende in-
stellingen voor de verschillende deuraandrijvingsty-
pen.
Afb.
a
, pagina A13. Voor het instellen van de tan-
demrol (56) de bout (56a) losdraaien.
Afb.
b
Handbediening en plafondaandrijfeenheid:
Stel alle tandemrollen (56), evenals de onderste loop-
rol  (50) zo in dat het deursegment een afstand van
ca. 1,5 - 2 mm heeft t.o.v. het slijtprofiel (rollen weg-
trekken in pijlrichting).
Afb.
c
Novoport-aandrijving: Stel de onderste tan-
demrollen (56), evenals de onderste looprol (50) zo in
als hierboven beschreven. Stel de bovenste tandem-
rol  (56) aan de Novoport-zijde omgekeerd in om het
deurblad van de slijtkant weg te trekken.
Zorg dat de looprollen met de hand kunnen worden
gedraaid.
4.5.4 Montage van de slotsectie
Afb.
a
, pagina A13. Positioneer de slotsectie (67) in
het deurframe en beveilig deze tegen omvallen. Zorg
bij het plaatsen op een correcte plaatsing van de
groef en de veerverbinding tussen de secties.
Afb.
b
Schroef de slotsectie bij de buitenscharnie-
ren  (48) vast aan de eronder liggende vloersec-
tie (44). Monteer de bovenste buitenscharnieren (48),
evenals de tandemrollen (56), net als bij de vloersec-
tie (44). Het toegestane aanhaalmoment van 10  Nm
aanhouden bij het vastschroeven.
4.5.5 Slotmontage (optioneel)
Monteer de slotset in de slotsectie volgens de afbeel-
dingen.
Afb.
a
, pagina A14. Steek het slotschild  (72) met
het afdekschild  (71) van buiten in de uitgestanste
rechthoekige opening van de slotsectie (67) en deze
met de slotset (73, 76) van binnenuit vastschroeven
met de bouten (S1).
Afb.
b
De buitengreep  (70) door de verschillende
openingen van het slot (gebogen deel naar boven wij-
zend) steken en de buitengreep  (70) van binnenuit
vastschroeven op de binnengreep  (78), met de
schroef (S2).
Afb.
c
De grendelstang  (80) in de grendel  (79) ha-
ken.
Afb.
d
Het andere uiteinde van de grendelstang (80)
in de draaiarm (77) haken en de grendel (79) met de
bouten  (S10) vastschroeven op de slotsectie. Het
toegestane aanhaalmoment van 10  Nm aanhouden
bij het vastschroeven.
4.5.6 Montage van de middensectie(s)
Positioneer de middensectie(s) (86) in het deurframe
en monteer deze op dezelfde wijze als de slotsectie,
resp. vloersectie.
NL - 47

Werbung

loading